Youri IJnsen

• donderdag 9 september 2021 om 11:20

Interview Bij afwezigheid van oud-wereldkampioen tijdrijden Tom Dumoulin verdedigen Jos van Emden en Julius van den Berg donderdagmiddag de Nederlandse eer tijdens het EK tijdrijden. Bondscoach Koos Moerenhout ziet naast Dumoulin ook dat Wout van Aert er niet is, maar dat alle andere toppers verder present zijn. “We krijgen in ieder geval een mooie kampioen. Ik denk dat het daarom reëel is om te zeggen dat we voor een top-10-plek gaan”, tempert hij de verwachtingen in gesprek met WielerFlits.

EK als voedingsbron voor de toekomst
De opdracht voor beide Nederlanders is simpel, stelt de bondscoach. “Heel flauw misschien, maar ze moeten het beste uit zichzelf halen vandaag. Jos heeft behoorlijk wat ervaring met kampioenschappen. Voor Julius is het dan weer een mooie kans om zich op dit podium te laten zien en het gevoel te krijgen van een tijdritkampioenschap.”

“Bij de beloften was Julius altijd een heel goede tijdrijder. Dan is het juist goed om tijdens dit soort kampioenschappen – ook mentaal – hier de focus weer op te krijgen en houden. Voor zijn ontwikkeling is dat heel goed. Met Julius kijk ik dus richting de toekomst en niet zo zeer naar het resultaat.”

Van Emden tijdens het WK in Imola – foto: Cor Vos

Bij Van Emden ligt dat anders. De ervaren tijdrijder (36) reed al drie keer eerder het EK tijdrijden, alle keren met een top 10-notering. “In alle eerlijkheid – en dat weet Jos zelf ook – hoort hij de laatste jaren absoluut bij de beste tijdrijders van Nederland. Dat laat hij ook geregeld zien.”

“Maar internationaal gezien op de EK’s en WK’s (vijfde op het EK 2017 en achtste op het WK 2016 als beste resultaten, red.) lukt het niet zoals je het hoopt. Top-10 is mogelijk voor hem. Als het goed loopt, is dat voor Jos zeker haalbaar. Hij vindt hier een mooi parcours dat hem goed ligt. In de Mixed Relay van woensdag reed hij ook echt sterk.”

Met Van den Berg wil Moerenhout dus vooral naar de toekomst kijken. Dat klinkt wat gek op een groot kampioenschap als het EK. “Ja en nee”, vindt Moerenhout. “Ja, het is inderdaad een groot kampioenschap. Anderzijds staat het natuurlijk ook in de schaduw van het WK, zeker omdat het dit jaar zo kort achter elkaar zit.”

“Iemand als Tom Dumoulin werkt ook naar het WK toe en daarin past het EK niet, bijvoorbeeld. Dat geeft mij dan weer ruimte om kansen te bieden aan andere renners. Ik denk dat de KNWU er ook voor jongens als Julius moeten zijn, bij wie dit EK tijdrijden een volgende stap in zijn ontwikkeling als renner is.”

Van den Berg tijdens het WK voor beloften in 2018 – foto: Cor Vos

‘Niemand die zegt dat een kampioenschap per se 45 kilometer moet zijn’
Wat wel opvalt aan dit EK tijdrijden, is dat het slechts 22,4 kilometer lang is en volledige vlak. Die ronde hadden ze ook twee keer kunnen doen, zeker bij de profs. “Ik vind het niet verkeerd”, vertelt de Bondskoos.

“Je kunt nu ook de junioren, beloften en elite met elkaar vergelijken, zowel mannen als vrouwen. En waarom mag een EK zich niet onderscheiden van een WK? Dat doen ze door een iets ander parcours te kiezen. Zo lang ik me kan herinneren, is het altijd al rond deze afstand geweest. Er is niemand die zegt dat een tijdrit per se 45 kilometer of langer moet zijn. Het doet voor mij geen afbreuk aan de Europese titel.”