Paul Martens is herstellende van een zware val in de eerste etappe van De Dauphiné, waarbij hij een ribbreuk en een nierbeschadiging opliep. De Duitser mag nog niet intensief trainen, maar hoopt wel tijdig klaar te zijn om de Vuelta te rijden. “Ik hoop echt op de Ronde van Spanje. Ik heb niet veel tijd nodig om in vorm te komen dus hoop ik snel weer voluit te mogen trainen”, zo weet RaboSport te melden.

Martens mag van de medische staf van Rabobank buiten fietsen, maar mag dit zeker niet intensief doen. “Dit is puur uit voorzorg. Een nierbeschadiging is een ander verhaal dan een botbreuk. Als ik nog een keer zou vallen, kan dat ernstige gevolgen hebben zo lang het herstel niet 100% is. Ik heb met onze trainer Louis Delahaye een trainingsprogramma samengesteld. Ik hoop dat bij de volgende test op volledig herstel. Dan gaat het sein op groen en mag ik volop trainen”

Ondanks dat Martens nog niet voluit mag trainen heeft hij toch al een planning gemaakt, de Ronde van Spanje staat daarbij hoog op zijn lijstje. “Ik wil graag de Vuelta rijden. Vorig jaar stond ik daarin na een knie-operatie ook aan de start. Na die operatie was ik snel weer in vorm, maar ik begon ziek aan de Vuelta. Dat is eigenlijk niet meer overgegaan. Na de elfde etappe kreeg ik koorts en twee dagen later ging de vlam uit. Nu de Vuelta willen rijden, is een grote ambitie, dat weet ik. Maar vorig jaar bleek al dat ik snel goed ben. Maar eerst moet ik weer volop kunnen trainen en dan in vorm zien te komen. De Tour de Limousin en de GP Plouay zouden daar goede koersen voor zijn.”

Net als iedere profwielrenner hoopt en droomt de Raborenner ook ooit op een Tourdeelname. “De Tour is toch wel speciaal. Als de buitenwereld ontdekt, dat je profrenner bent, beginnen ze altijd over de Tour. Het zou leuk zijn dan ook te kunnen zeggen, dat je hem hebt gereden. Maar ik heb denk ik nog tien jaar te gaan als renner. In die periode moet het toch eens gaan lukken.”