Niels Bastiaens
dinsdag 5 maart 2024 om 09:34

Ploegleider Dirk Demol verklaart succes Lotto Dstny: “Hechte groep smeden met jong talent”

Video Het blijft Lotto Dstny voor de wind gaan. Vorige week maakten we met sportief manager Kurt Van de Wouwer de balans op van de eerste seizoensmaand, waarin Arnaud De Lie, Maxim Van Gils en Lennert Van Eetvelt zich als waardige kopmannen ontpopten. Dit weekend deed de Belgische ploeg daar nog een schepje bovenop in de Strade Bianche, GP Criquielion en GP Monseré. Een niet te onderschatten factor in dit succes, is het aantrekken van ploegleider Dirk Demol.

Het 64-jarige vat vol ervaring was zelf prof van 1982 tot 1995, waaronder vier jaar bij de voorlopers van de huidige Lottoploeg: Lotto, Lotto-Super Club en Lotto Mavic. Na de eeuwwisseling, verruilde Demol de fiets voor de ploegleidersauto bij US Postal/Discovery Channel (2000-2007). Van daaruit bouwde hij een indrukwekkend CV op, met ervaring bij topploegen als Quick Step (2008), Astana (2009), RadioShack/Trek-Segafredo (2010-2018), Katusha-Alpecin (2019) en ten slotte ook Israel-Premier Tech (2020-2023).

“Eigenlijk is de overstap heel snel gegaan. Tijdens de Tour heb ik een eerste contact gelegd met Stéphane Heulot. Dat voelde direct goed aan. Na de Tour was het vrij snel beklonken. Het was niet dat ik per sé weg wilde bij Israel-Premier Tech, maar de opportuniteit kwam er. Ik had ook in mijn achterhoofd dat ik graag nog eens voor een Belgische ploeg zou willen werken. Je zag vorig jaar al: de ploeg is in opmars, er rijdt veel jong talent rond. Daar kan ik me wel in vinden. Ik vond het altijd fantastisch om er voor de jonge renners te zijn. Met de ervaring die we hebben, moeten we hen naar een nog hoger niveau brengen.”

Demol zet zich bij de ploeg naast jongere krachten als Nikolas Maes en Tony Gallopin. “Stéphane (Heulot, CEO, red.) had me gezegd wat mijn specifieke rol zou zijn, en ik kon me daar direct in vinden. Vooral mijn ervaring meebrengen, was cruciaal. Ik zat bij Trek-Segafredo in 2016 of 2017 toen ik voor het eerst tegen Luca (Guercilena, red.) zei dat we er een paar jonge ploegleiders moesten bijhalen. Jongens die nog het peloton ademen, die weten wat er in omgaat. In combinatie met ervaren mannen zoals wij, gaat dat werken. Je ziet het overal nu een beetje gebeuren, maar ik had al een tijdje geleden opgemerkt dat dit de weg was.”

Demol zit al lang in het peloton – foto: Cor Vos

“Wat ik dan specifiek moet bijbrengen? Ik wil dat er een hechte groep gevormd wordt. Dat die jongens voor elkaar door het vuur gaan, is zeer belangrijk. Ik neem dikwijls mezelf als voorbeeld aan. Ik ben veertien jaar prof geweest, altijd als knecht. Ik was niet sterk genoeg om kopman te zijn. Niet fysiek, en zeker niet mentaal. Maar ik heb altijd mijn best gedaan, ik ben altijd heel hard blijven werken. Op een gegeven dag viel alles in zijn plooi en won ik Parijs-Roubaix. Dat probeer ik mee te geven: als je hard blijft werken, en gelooft in wat je doet, dan komt er vroeg of laat een beloning. Daar daar wil ik graag op inspelen en ten gepaste tijde over praten.”

Daarvoor haalde Demol de mosterd bij zijn eigen ploegleiders als renner. “Ik heb zelf ooit gedebuteerd onder José De Cauwer. Van hem heb ik meteen veel opgestoken, en vooral gezien hoe belangrijk het is dat er een goede sfeer in een ploeg zit. Dat je echt een groep hebt. Ikzelf doe dat ook heel graag, ik praat graag veel met de renners. Ik ben iemand die graag een losse babbel heeft, die rustig met die jongens kennismaakt. Het is zaak om pas op een bepaald moment to the point te komen. Zo ga je aan die ploeg bouwen, om dan naar de oorlog te gaan. Want koers is oorlog, hé”, komt Demol volledig op dreef.

Succes met Van Eetvelt
In zijn eerste koersweek met de ploeg in de Challenge Mallorca, was het meteen prijs dankzij een sublieme Lennert Van Eetvelt. “Ik wist in de zomerperiode al dat ik naar deze ploeg ging komen. Dan ga je die jonge renners met extra aandacht volgen, maar toch was ik nog onder de indruk van Lennert. Hij won daar meteen tegen Vlasov en McNulty, de man die een week later de Ronde van Valencia wint.”

De komende weken trekt Demol vooral met De Lie op pad – foto: Cor Vos

“Ik was daar vooral onder de indruk van zijn professionalisme. In de tweede van vijf eendagskoersen op Mallorca moest Lennert niet koersen. Hij is toen vanuit het hotel een uur met de wagen naar de aankomst van de dag nadien gereden, daar heeft hij drie keer die slotkilometer gedaan. ’s Avonds zag ik hem nog de finale van 2014 terugkijken op de iPad, toen de finish op dezelfde plaats aankwam. Toen zei hij: ik ga er vanuit dat ik er morgen bij zit hoor. Dat zeggen is één ding, het doen is twee. Hetzelfde met zijn plannetje met de tussensprinten in de UAE Tour. Hij is zo sterk in zijn hoofd. Als er iets inzit, dan gaat hij ervoor.”

Succes (bis) met De Lie
De komende maanden verlegt Demol zijn focus naar die andere kopman, Arnaud De Lie. Met het 21-jarige toptalent werkt hij Parijs-Nice én alle klassiekers af tot en met Parijs-Roubaix, later gaan ze ook samen naar de Tour. “Dat vind ik ook heel fijn. Arnaud is een heel nuchtere jongen. Hij weet wat hij kan, is super gemotiveerd. Die gaat een heel mooie carrière tegemoet. We wisten waar we mee bezig waren en hebben vooral gewerkt naar de periode die nog moet komen. Het Openingsweekend was al een goede test, en in de Omloop Het Nieuwsblad waren er geen drie beter dan hem. In Parijs-Nice moeten we proberen die laatste procentjes er nog bij te winnen richting Milaan-San Remo.”

“Ik observeer, luister en heb een goed oog in De Lie. We mogen niet vergeten dat hij nog 22 moet worden, en dat hij nog niet op zijn sterkst is. Arnaud heeft gewerkt aan zijn souplesse, dat was een van zijn werkpunten. En de komende weken hebben we de hoop dat we met hem meedoen voor overwinningen. We moeten hard blijven werken en elke koers ingaan met de juiste moraal”, besluit Demol.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.