Niels Bastiaens

• maandag 26 juli 2021 om 09:15

Interview Steff Cras hoopt in de Tour de l’Ain (29 juli tot en met 1 augustus) weer zijn klimmersbenen van weleer te vinden. De 25-jarige Kempenaar van Lotto Soudal zag zijn seizoen in rook opgaan door de gevolgen van een coronabesmetting in de Ronde van Catalonië, eerder dit jaar.

“Ik heb een maand tijd gehad om mij voor te bereiden op de Franse rittenkoers”, vertelt Cras in een gesprek met WielerFlits. “Na mijn coronabesmetting in Catalonië ben ik nooit meer honderd procent kunnen herstellen. Er waren veel renners ziek en geblesseerd in de ploeg, waardoor ik hier en daar een extra wedstrijd heb meegepikt. Maar juist daardoor was er weinig tijd om op mijn effen te komen en rustig te herstellen van de fysieke gevolgen van die besmetting.”

Cras reed in tussentijd onder andere het Critérium du Dauphiné, maar voelde zich daar verre van de beste versie van zichzelf. “Naar koersen als de Dauphiné heb ik niet kunnen opbouwen op de manier dat ik het graag wilde. Ook Romandië kwam eigenlijk te vroeg. De motor sloeg in die koersen niet aan. Ik miste de basis omdat ik er lange tijd uit had gelegen. Heel frustrerend, want ik deed wel hard mijn best. Maar corona blijkt toch een raar beestje, dat me veel tijd kostte.”

Vuelta nog een vraagteken
De Tour de l’Ain moet dus symbool staan voor een nieuwe start. “Ik ben net terug van hoogtestage en voel me alleszins terug in orde. Laat het najaar maar komen. Daarin hoop ik op volle kracht te kunnen presteren, want het was echt niet tof om niet te kunnen tonen wat ik in mij heb. De Tour de l’Ain is daar een ideale koers voor. Of daarna de Vuelta volgt, daar heb ik nog geen zicht op. Maar ik hoop het natuurlijk wel.”