Sven Nys maakt zich zorgen over de toekomst van de cross. Dat de hervorming die op komst is, broodnodig is om de sport nieuw leven in te blazen, beseft hij. “Maar er is geen overleg met teams én renners. En er wordt niet over alles nagedacht”, vertelde Nys ons eerder. Gisteren ging hij in debat met Tomas Van Den Spiegel van Flanders Classics.

De UCI wil de Wereldbeker hervormen en opwaarderen. Vanaf volgend seizoen (2020-2021) worden er zestien in plaats van negen manches van de Wereldbeker georganiseerd. Ook de periode wordt ingekort: alle wedstrijden worden afgewerkt tussen 11 oktober en 24 januari. Belangrijk detail: daarvoor worden alle zondagen én een aantal feestdagen – zoals 1 en 11 november – ingepalmd.

Eind juni wees de UCI de organisatie van de nieuwe Wereldbeker toe aan Flanders Classics. Dat haalde het van Golazo, de andere grote speler in het veldrijden. En anderhalve week geleden maakte Flanders Classics de data bekend die zullen worden vrijgehouden voor de Wereldbeker. Op dit moment is wel nog geen enkele wedstrijd toegewezen.

Maar de hervorming, en vooral de manier waarop die tot stand komt, valt niet bij iedereen in goede aarde. Renners, teams en organisatoren maken zich zorgen. Sven Nys wierp zich de voorbije week op als spreekbuis en werd zondag, ter gelegenheid van de Superprestigemanche in Gavere, uitgenodigd in de studio van Telenet, samen met Tomas Van Den Spiegel, CEO bij Flanders Classics.

“Niemand gehoord”
Het werd een debat op het scherp van de snee, waarbij Nys zich een paar keer boos maakte. Hij kaartte onder meer de jeugdwerking aan. Die staat volgens hem op de helling. “Zestien wedstrijden voor de Wereldbeker. Hoeveel federaties kunnen dat betalen? En wat vinden de teams van het feit dat hun jongeren elke zondag in nationale outfit gaan rijden in plaats van in hun teamkledij? Teams gaan op die manier niet meer investeren in de opleiding van jongeren.”

En verder: “Waarom is er zoveel onduidelijkheid? Organisatoren leven in het ongewisse. Ook de teams en renners zijn niet gehoord.” Van Den Spiegel beweert dat de teams wel degelijk betrokken zijn. “Dan zou ik het – als manager van Telenet-Baloise – wel weten”, repliceerde Nys. “Ik heb in elk geval niemand gehoord.”

“Mijn punt kunnen maken”
Van Den Spiegel besloot dat de kalender pas in januari of februari bekend zal worden, maar dat de organisatoren die willen toetreden tot de Wereldbeker wel snel duidelijkheid zullen krijgen over de voorwaarden. Hieronder kan u het volledige debat bekijken. “Uiteraard was de tijd te beperkt om alle problemen duidelijk aan te kaarten. Maar ik heb over het algemeen wel mijn punt kunnen maken”, aldus de tweevoudige wereldkampioen tegen WielerFlits.