Traditioneel blikt WielerFlits tijdens de donkere winterperiode terug op het voorbije wielerjaar. Naar aanleiding hiervan is het vandaag de beurt aan de maand juni. De Giro d’Italia ligt achter de rug en iedereen kijkt al uit naar de Tour de France. Veel renners bereidden zich in veel koersen voor op deze grote ronden en ook de nationale truien staan op het spel.

De eerste wedstrijd op het programma was de Ronde van Luxemburg (2.HC). Vacansoleil pakte na vijf dagen hier de zege met de eindoverwinning van Matteo Carrara. De Italiaan hield Frank Schleck één seconde achter zich. De dagzeges in het groothertogdom waren voor Gorka Izaguirre, Anthony Gallopin, Frank Schleck, Giovanni Visconti en Jimmy Engoulvent.

Op 6 juni stonden er twee 1.HC wedstrijden op het programma. Matthew Goss was aan de andere kant van de oceaan de beste in het Philadelphia International Championship. Kurt Vandewalle pakte zijn eerste profzege in het Zwitserse Gippingen door de GP Kanton Aargau op zijn naam te schrijven.

Critérium du Dauphiné
Op diezelfde dag stond ook de Critérium du Dauphiné, voorheen de Dauphiné Liberé, van start. De proloog was gelijk een prooi voor topfavoriet Alberto Contador. De Spanjaard was iets sneller dan jongeling Tejay van Garderen, Janez Brajkovic werd derde. Een dag later schreef Grega Bole zijn eerste grote zege op zijn naam, door in een groep van ruim vijftig man Peter Velits te verslaan in de sprint.

Een dag later was er een echte massasprint, die gewonnen werd voor Juan José Haedo. Bole eindigde weer op het podium, achter Martin Reimer. In de derde rit greep Janez Brajkovic de macht. De renner van RadioShack kwam als snelste over de streep in de tijdrit van 49 kilometer en veroverde ook de leiding in het klassement. In de tijdrit werd David Millar tweede, Denis Menchov vijfde en Alberto Contador zesde.

In de rit naar Risoul een dag later was Nicolas Vogondy verrassend de beste. Hij bleef beloftewereldkampioen Romain Sicard twaalf seconden voor. In het klassement veranderde er niks aangezien Janez Brajkovic en Alberto Contador samen over de streep kwamen op vijftien seconden. In de vijfde etappe mochten de vluchters hun gang gaan en sloeg Daniel Navarro zijn slag.

In de rit naar Alpe d’Huez kon er gestreden worden voor om de eindoverwinning in de Dauphiné. Contador probeerde, maar kreeg Brajkovic er niet van af. Contador was wel goed voor de ritzege, maar in dezelfde tijd als nummer twee Brajkovic. Op de laatste dag veranderde er niks meer en was de dagzege voor een solorijdende Edvald Boasson Hagen.

De eindzege was dan ook voor Janez Brajkovic, met ruim anderhalve minuut voorsprong op Alberto Contador. De jonge Tejay van Garderen, neoprof bij HTC-Columbia werd derde. De beste Nederlander was Bram Tankink op de 44e plaats.

Ondertussen werd in Nederland de Delta Tour Zeeland verreden. De proloog was een Rabo-aangelegenheid met de dagzege voor Jos van Emden in Hulst. Een dag later was het Mitchell Docker van Skil-Shimano die verrassend Tyler Farrar en Graeme Brown versloeg in een sprint met twaalf. Ook in de slotrit in Terneuzen kon Farrar de sprint niet winnen. Nu was het een anders Skil-renner die hem versloeg, Robert Wagner. De eindzege was echter wel voor Farrar, dankzij de bonificatieseconden.

Ronde van Zwitserland
De tweede grote voorbereidingskoers op de Tour de France, naast de Dauphiné, is de Ronde van Zwitserland. Een pak andere renners kozen ervoor om hun voorbereiding in Zwitserland te doen, waaronder Robert Gesink en de gebroeders Schleck. De proloog was ‘natuurlijk’ en prooi voor Fabian Cancellara, al was de wereldkampioen maar één seconde sneller dan Roman Kreuziger. Een dag later was Heinrich Haussler de beste in de massasprint.

De tweede etappe was een erg onoverzichtelijke, maar Frank Schleck was uiteindelijk de beste. Bauke Mollema was echter niet ver weg en finishte als derde. De leiderstrui werd overgenomen door Tony Martin. Een dag later was er weer een massasprint, die werd overheerst door een vallende Mark Cavendish, die onder meer Heinrich Haussler in zijn val meenam. Beiden moesten ze uiteindelijk de ronde verlaten. Alessandro Petacchi bleef wel overeind en won.

In de vijfde etappe was een Nederlandse dagzege dichtbij. In een vluchtgroep van drie moest Martijn Maaskant echter zijn meerdere erkennen in Marcus Burghardt. Daniel Oss werd derde.

De zesde rit was er eentje om vingers bij af te likken. In de koninginnerit naar La Punt sprong Robert Gesink op de laatste klim achter Andy Schleck en reed de Luxemburger plots ook voorbij voordat hij aan een solo begon. Boven aan de top had de renner uit Varsseveld een voorsprong van ruim een minuut, die hij in de dalende slotkilometers kon vasthouden. Acht renners, waaronder Lance Armstrong en Frank Schleck, eindigden op ruim veertig seconden.

Een dag later was er echter weer een rit voor de vluchters. En wederom was het weer een rit voor Marcus Burghardt, die in Zwitserland zijn beste vorm te pakken had. De Duitser reed op twintig kilometer van de meet weg uit een omvangrijke groep en hield een minuut over op Oscar Freire en Greg Van Avermaet. Een dag later rondde Rui Costa weer een vlucht af, zijn Caisse-ploeggenoot José Joaquin Rojas werd tweede.

In de slottijdrit moest Robert Gesink zijn leidende positie nog afstaan. De Rabo-renner was niet goed in de tijdrit en verloor veel tijd op enkele concurrenten. Lange tijd leek Lance Armstrong de eindzege te pakken, maar Frank Schleck kon de zevenvoudige Tourwinnaar nog van zich afhouden en pakte de eindwinst. Robert Gesink zakte terug naar de vijfde stek.

Oscar Gatto pakte op een iets lager niveau de winst in de GP Nobili (1.1). Hij bleef Murillo Fischer en Tiziano Dall’Antonia voor in de sprint. In België mocht Jurgen Van De Walle zichzelf opvolgen als winnaar in Halle-Ingooigem. Hij versloeg Arnaud van Groen en Greg van Avermaet. Huub Duyn werd vijfde, Johnny Hoogerland zesde.

Nederlands kampioenschap
Daarna was het tijd voor de nationale kampioenschappen. In een wedstrijd die over het algemeen in het teken staat van Rabobank tegen de rest stond nu in het teken van Rabobank tegen Niki Terpstra. In de slotfase reed de renner van Milram weg bij een kopgroep samen met Pieter Weening. In de laatste kilometers leek Lars Boom er nog naar toe te knallen, maar dit lukte de veelvoudige kampioen net niet meer. Daarna probeerde Weening nog, maar hij was niet bij machte om Terpstra af te houden en zo pakte de Amsterdammer de Nederlandse driekleur.

In België won Stijn Devolder, in Frankrijk Thomas Voeckler. De titels in Spanje en Italië waren voor José Ivan Guttierez en Giovanni Visconti. Deens kampioen werd Nicky Sörensen en in Duitsland was Christian Knees de kampioen. Frank Schleck werd kampioen in Luxemburg, terwijl Alexandre Kolobnev weer eens kampioen van Rusland werd. Martin Elmiger won in Zwitserland en Geraint Thomas draagt een jaar de kampioenstrui van Groot-Brittanië.

Aanstaande donderdag volgt deel 6: Juli 2010

Eerdere terugblikken
Januari & februari
Maart
April
Mei

Lees ook:
Overzicht: mooiste Nederlandse zeges van 2010