Mathieu van der Poel won zondag nog de veldrit in Hulst, maar vandaag stond de Nederlands kampioen in Turkije aan de start van zijn eerste wegkoers: de meerdaagse Tour of Antalya. In de openingsetappe was het al meteen raak voor de alleskunner. “Maar in de laatste vijf kilometer was het echt gekkenwerk!”, zo liet hij weten aan Het Nieuwsblad.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

Van der Poel sprintte in Antalya sneller dan Dušan Rajović én Bas van der Kooij. “Toegegeven, het zijn niet de grootste namen. Maar zij deden er ook alles aan om te winnen”, zo doet de kopman van Corendon-Circus zijn verhaal. “De ploeg heeft de hele dag perfect gecontroleerd. In de slotfase had ik nog twee renners die de sprint wisten in te leiden.”

Van der Poel wist het werk van zijn ploeggenoten vervolgens met verve af te ronden. “Dat ik mijn eerste wegwedstrijd meteen win, is goed voor het zelfvertrouwen. Het doel was om een rit te winnen. Dat is nu gelukt.” Gaat de Nederlander nu ook voor het klassement? “Het is afwachten wat de komende dagen zullen brengen. Ik denk echter dat de derde rit met aankomst bergop te zwaar zal zijn.”

Corendon-Circus controleert de koers voor zijn kopman – foto: Cor Vos

Ploeggenoot Van Trijp komt zwaar ten val
Overigens was het niet alleen maar hosanna bij Corendon-Circus. Van der Poel’s ploeggenoot Maarten van Trijp kwam met nog dertig kilometer te gaan zwaar ten val. Het Nieuwsblad meldt dat enkele voortanden van de Nederlander zijn afgebroken. “Dat is een domper”, aldus Van der Poel. “Door een windvlaag tikte hij een achterwiel aan, waardoor hij zwaar ten val kwam.” Het bleek de voorbode van een zeer nerveuze finale. “In de laatste vijf kilometer was het echt gekkenwerk.”