Voorbeschouwing: Milaan-San Remo 2021
Het is vaak wachten op de Poggio, maar Milaan-San Remo is zoveel meer dan deze traditionele scherprechter in de finale van La Primavera. Milaan-San Remo is het eerste wielermonument van het seizoen en de koers van Costante Girardengo, Fausto Coppi en Eddy Merckx. WielerFlits blikt uitgebreid vooruit op de lenteklassieker!
Historie
Mark Cavendish wist het zo treffend te verwoorden in gesprek met Wilfried de Jong voor een speciale Holland Sport-documentaire over Milaan-San Remo. “La Primavera kondigt het begin van de lente aan. En het verloop van de wedstrijd past daarbij. Het begint met koud, grijs en somber weer. De race begint en dan is het een soort optocht. Er valt nog niks te winnen, je moet gewoon kilometers malen. Het is pas bij de bevoorrading dat de koers vaart neemt.”
De renners prenten zich bij de bevoorrading in dat de wedstrijd pas écht begint bij het naderen van de Capo Mele, Capo Cervo en de Capo Berta. En als de coureurs in de verte de Cipressa zien liggen, is het pas echt alle hens aan dek in het peloton. “Je daalt af naar de zee en komt bij de kust, de Rivièra. Dan ga je naar rechts en dan begint de wedstrijd pas echt. Deze koers is als een opera, met een aanzwellend crescendo”, aldus Cavendish, die in 2009 de dirigent met dienst was.
In Milaan-San Remo winnen niet alleen maar de bonkige Flandriens of explosieve Ardennenmannen. Ook volhardende ronderenners, opportunistische rasaanvallers, sterke sprinters en lepe eendagscoureurs kwamen wel eens als eerste aan in San Remo. Het is ook meteen de aantrekkingskracht van de lenteklassieker. In Milaan-San Remo mogen heel wat renners dromen van het allerhoogste. Als je maar goede benen en een beetje geluk hebt.
De geschiedenis van Milaan-San Remo loopt ver terug, naar het begin van de twintigste eeuw. Na een valse start in 1906 besloot de invloedrijke journalist Tullo Morgagni om de wedstrijd nieuw leven in te blazen. Morgagni kwam met het idee om de afstand tussen Milaan en San Remo op één dag af te leggen. De Italiaan ging met zijn voorstel naar de Italiaanse sportkrant La Gazzetta dello Sport en de rest is geschiedenis. Italië was een wielerklassieker rijker.
Bij Milaan-San Remo denken we al snel aan zacht lenteweer, maar de eerste edities werden in spookachtige omstandigheden verreden. De pioniers van het wegwielrennen werden in de eerste uitgaves geteisterd door barslecht weer. Als ze niet verkeerd reden door een onoplettende seingever of de invallende schemering, dan moesten ze wel bevroren opgeven op de flanken van de Passo del Turchino. Helletochten, zo mogen we de eerste edities wel omschrijven.
Gelukkig ging het ook vaak genoeg over de epische confrontaties tussen gezworen rivalen. Denk maar aan de jaren tien en twintig van de vorige eeuw, toen Costante Girardengo, Gaetano Belloni en Giovanni Brunero het vaak met elkaar aan de stok kregen. Girardengo kwam als grote overwinnaar uit de strijd, aangezien de eerste echte ‘campionissimo’ van het Italiaanse wielrennen liefst zes keer Milaan-San Remo wist te winnen. In 1928 won hij zijn zesde en laatste MSR voor een zekere Alfredo Binda, nog zo’n grootheid uit de Italiaanse wielersport.
Later kreeg La Primavera te maken met een felle strijd tussen Binda en Learco Guerra en nog wat later tussen Fausto Coppi (winnaar in 1946, 1948 en 1949) en Gino Bartali (1939, 1940, 1947 en 1950). Het Italiaanse wielrennen floreerde in de jaren veertig en vijftig van de twintigste eeuw als nooit tevoren, maar na het afscheid van ‘De Grote Twee’ kwam het Italiaanse wielrennen een beetje in een wak terecht en was het aan de buitenlanders om te zegevieren in het noorden van Italië.
Met Rik van Steenbergen, Germain Derycke en Rik Van Looy waren meerdere Belgen aan het feest en ook Raymond Poulidor, Miguel Poblet en Tom Simpson zegevieren na het tijdperk ‘Coppi-Bartali’. Arie den Hartog was in 1965 de eerste Nederlander die zijn naam op de erelijst wist te zetten. Voor de thuisrijders bleven slechts wat kruimels over, zeker na de entree van Eddy Merckx (recordhouder met zeven overwinningen) en Roger De Vlaeminck (drievoudig laureaat) op het hoogste toneel.
Na de oogstjaren van Merckx en De Vlaeminck zagen we steeds vaker weer een Italiaan op het hoogste schavotje staan, met onder meer Giuseppe Saronni (als wereldkampioen), Francesco Moser, Gianni Bugno, Claudio Chiappucci en Maurizio Fondriest. Vervolgens was het de beurt aan rappe mannen Erik Zabel, een viervoudig winnaar van Milaan-San Remo, en Óscar Freire (2004, 2007 en 2010) om meerdere keren te zegevieren in de Italiaanse klassieker.
Milaan-San Remo werd ook aan het begin van de 21e eeuw zelden gewonnen door een eendagsvlieg, al komen Matthew Goss en Gerald Ciolek wellicht in aanmerking voor een dergelijke kwalificatie. Wat ook opvalt is het brede pallet aan winnaars. Puncheurs en klassiekerspecialisten (denk aan Paolo Bettini, Fabian Cancellara, Simon Gerrans en Michal Kwiatkowski) maar ook pure sprinters (Mario Cipollini, Alessandro Petacchi en Cavendish) zijn in staat om Milaan-San Remo te winnen.
Om nog even terug te komen op Cavendish. De Britse spurtbom, die tegenwoordig uitkomt voor Deceuninck-Quick-Step, vergelijkt Milaan-San Remo met een opera. “Een opera heeft drie delen: een begin, midden en einde. De opening dient ertoe om iedereen erbij te betrekken en om het verhaal op gang te brengen. Dan komt het middelste deel, waar je gewoon geniet van de show. En dat gaat door tot vlak voor het einde. En dat maakt het zo bijzonder.”
Laatste tien winnaars Milaan-San Remo
2020: Wout van Aert
2019: Julian Alaphilippe
2018: Vincenzo Nibali
2017: Michal Kwiatkowski
2016: Arnaud Démare
2015: John Degenkolb
2014: Alexander Kristoff
2013: Gerald Ciolek
2012: Simon Gerrans
2011: Matthew Goss
Milaan-San Remo werd 21 keer gewonnen door een Belg, terwijl Arie den Hartog (1965), Jan Raas (1977) en Hennie Kuiper (1985) een keer wisten te zegevieren namens Nederland.
Vorig jaar
Andrei Tchmil was lange tijd de laatste Belgische winnaar van Milaan-San Remo, maar veel Belgen beschouwen de in Moldavië geboren en in Italië volwassen geworden Tchmil niet als een echte ‘Vlaming’. De sierlijke klassiekerspecialist Fons De Wolf, in de jaren zeventig van de vorige eeuw de gedroomde opvolger van Eddy Merckx en in 1981 winnaar van La Primavera, was tot voor kort voor veel mensen de laatste Belgische triomfator van de lenteklassieker.
In 2020 kreeg De Wolf dan eindelijk een opvolger met Wout van Aert. Die laatste wist in Milaan-San Remo zijn hoogvorm te verzilveren en in Italië zijn eerste monumentale klassieker binnen te halen. En dat na een zeer turbulente periode na zijn zware valpartij in de Tour de France van 2019. Van een rolstoel naar het zegevieren op de Via Roma: voor de renner van Jumbo-Visma kon het niet mooier na een zeer intensieve revalidatieperiode.
Ook in de 111e editie van Milaan-San Remo is het lang wachten op de beslissing. De beginfase heeft iets weg van een processietocht en ook in 2020 valt het koersverloop perfect uit te tekenen. Een traditionele vroege vlucht (renners van Italiaanse ProTeams als Bardiani-CSF-Faizanè en Vini Zabú-KTM mogen natuurlijk niet ontbreken) kleurt in de eerste uren het koersverloop, terwijl het peloton in alle rust langs de Italiaanse Rivièra koerst.
Het is pas na ruim tweehonderd kilometer koers, als de renners de voet van de Cipressa bereiken, dat er iets te beleven valt in het peloton. Op deze beroemde helling schieten de favorieten vaak wakker en stijgt de nervositeit onder de ploegleiders. Julian Alaphilippe, na zijn zege in 2019 de titelverdediger, krijgt voor de voet van de Cipressa af te rekenen met pech, maar weet met hulp van zijn ploegmaten op tijd weer aan te sluiten in het peloton.
Op de Cipressa wordt er voor de eerste keer geschift, maar de beslissing valt ook nu weer op de flanken van de Poggio. Op deze niet al te steile maar wel cruciale helling is het aan Alaphilippe om de boel uiteen te schudden. De Fransman van Deceuninck-Quick-Step weet met een langgerekte demarrage het kaf van het koren te scheiden. Alleen Van Aert is in staat om in de buurt te blijven van Alaphilippe, alle andere favorieten moeten onherroepelijk passen.
Alaphilippe begint met een beperkte voorsprong aan de afdaling van Poggio. Van Aert moet op de klim zelf voor zijn eigen tempo kiezen, maar heeft zichzelf niet opgeblazen en slaagt er al snel in om de Fransman weer bij te benen. Een achtervolgend groepje – met daarbij Mathieu van der Poel en Peter Sagan – volgt al iets verder en lijkt geklopt, al is het in de finale wel een secondenspel tussen koplopers Van Aert-Alaphilippe en de achtervolgers.
In de laatste kilometer kan het pokeren beginnen tussen de twee matadoren. De voorsprong op de groep Van der Poel-Sagan is zeer klein, maar Van Aert blijft zeer koel in het centrum van San Remo en weet Alaphilippe perfect op te vangen in de sprint. Heel even lijkt de Fransman misschien op weg naar zijn tweede zege in Milaan-San Remo, maar het is Van Aert die op de Via Roma naar de zege sprint en het uitschreeuwt van geluk. De comeback is een feit.
Na afloop weet Van Aert even niet wat hij moet zeggen. “Om zo te beginnen aan het tweede deel van het seizoen is echt fantastisch. Ik win gewoon twee grote wedstrijden op rij. Ik heb er geen woorden voor. De overwinning van vorige week (Strade Bianche, red.) zorgde ervoor dat de druk eraf was. Ik kon vrijer koersen, maar ik had gelukkig ook de benen van vorige week.” Het bleek voor de winnaar van Milaan-San Remo het begin van een wonderseizoen.
Uitslag Milaan-San Remo 2020
1. Wout van Aert (Jumbo-Visma) in 7u16m09s
2. Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) z.t.
3. Michael Matthews (Team Sunweb) op 2s
4. Peter Sagan (BORA-hansgrohe) z.t.
5. Giacomo Nizzolo (NTT Pro Cycling) z.t.
Parcours
Milaan-San Remo start ook dit jaar, hoe kan het ook anders, in Milaan. Vanuit de modestad gaat het traditioneel richting de Ligurische kust, maar in vergelijking met vorig jaar is het parcours op de schop gegaan. De eerste belangrijke wijziging is het schrappen van de iconische Passo del Turchino. Op de flanken van de Turchino begint volgens Mark Cavendish de lente pas écht, als men door de beroemde tunnel is gereden.
Vorig jaar reden de renners ook al niet over de Turchino, aangezien een aantal burgemeesters van de Ligurische kuststeden in coronatijd de doorkomst van Milaan-San Remo afschoten. Dit jaar stonden de burgervaders zeker niet onwelwillend tegenover een passage van La Primavera, maar nu is de Passo del Turchino niet te bereiken vanwege een aardverschuiving in aanloop naar de klim. Als alternatief heeft de organisatie voor de Colle del Giovo gekozen.
De Colle del Giovo ligt zo’n veertig kilometer ten westen van de Turchino, maar voor het koersverloop zal het allemaal weinig uitmaken. Ook de Giovio is niet meer dan een loper van zo’n veertig kilometer, wat voor doorgewinterde profs geen problemen moet opleveren. Zeker niet gezien de positionering van de Colle del Giovio: de top van deze helling ligt op goed 120 kilometer van de streep in San Remo.
Wat ook opvalt is de terugkeer van de Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta in de finale van Milaan-San Remo. Het zal niet meteen leiden tot een waar slagveld, maar de drie Capo’s luiden toch altijd het begin in van de echte finale en we zien hier vaak de vroege vlucht uit elkaar spatten. Bovendien is dit een heikel punt voor de pure sprinters: hoe goed verteren rappe mannen als Caleb Ewan en Fernando Gaviria deze korte klimmetjes?
Na de Capo Berta moeten de renners nog goed 43 kilometer afleggen tot finishplaats San Remo. In het peloton zal de spanning voelbaar zijn, zeker als de renners het dorpje San Lorenzo al Mare bereiken, traditioneel het beginpunt van de Cipressa. Deze voorlaatste beklimming is 5,6 kilometer lang aan 4,1% en doorgaans vallen hier de eerste slachtoffers onder de sprinters. Het is ook een ideaal punt voor de Vincenzo Nibali’s van deze wereld om aan te vallen.
Eenmaal boven op de Cipressa volgt een razendsnelle afdaling richting de voet van de Poggio. Wie met wonderbenen kampt op de Cipressa, kan wellicht iets proberen in de technische afzink, al zien we vaak dat de koers pas echt ontploft op de flanken van de Poggio. Met nog ongeveer tien kilometer te gaan, beginnen de renners aan deze net geen vier kilometer lange helling (aan 3,7%) met een maximale piek van 8% net onder de top.
De Poggio bleek de voorbije jaren doorslaggevend voor winst en verlies. In 2017 ontsnapten Peter Sagan, Julian Alaphilippe en latere winnaar Michal Kwiatkowski op deze klim, het jaar erop bleek de Poggio het vertrekpunt voor de solerende Vincenzo Nibali. En ook in 2019 en 2020 wisten de sprinters niet meer terug te keren na de Poggio. Wat krijgen we dit jaar? Na de technische afdaling van een zestal kilometer is het nog twee kilometer doorrammen richting de Via Roma.
Er was overigens nog wat onduidelijkheid over de finish op de Via Roma, aangezien de lokale prefectuur ook andere opties wilde openhouden. Zo werd een finish aan de Corso Cavalotti, waar Milaan-San Remo in de jaren ’90 regelmatig finishte, voorgesteld. Dit om het centrum van San Remo te ontlasten, aangezien er een verbod is op bijeenkomsten voor inwoners. Dit plan werd uiteindelijk afschoten en dus finishen we ook dit jaar weer op de Via Roma.
Zaterdag 20 maart, Milaan – San Remo (299 kilometer)
Start: 10.00 uur in Milaan
Finish: tussen 16.47 en 17.22 uur San Remo
Afstand: 299 kilometer
Beklimmingen:
Colle del Giovo – na 166 kilometer
Capo Mele – na 241 kilometer
Capo Cervo – na 246 kilometer
Capo Berta – na 255 kilometer
Cipressa (5,6 km aan 4,1%) – na 271,8 kilometer
Poggio (3,7 km aan 4%) – na 289,8 kilometer
Favorieten
Milaan-San Remo heeft dit jaar 25 ploegen aan het vertrek. De negentien WorldTeams zijn verplicht om te starten en ook de ProTeams Alpecin-Fenix, Androni Giocattoli-Sidermec, Arkéa-Samsic, Bardiani-CSF-Faizanè, Novo Nordisk en Total Direct Energie zijn van de partij.
In de weken voorafgaand aan Milaan-San Remo ging het met name over ‘De Grote Drie’. Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Julian Alaphilippe worden het vaakst genoemd als mogelijke winnaars en het zal zaterdag waarschijnlijk afhangen van details. Nu staan er nog wel meer (semi)favorieten en outsiders aan de start in Milaan, al is het maar de vraag of de Belg, Fransman en Nederlander zijn af stoppen op de Cipressa en met name de Poggio.
Als we dan toch een topfavoriet moeten aanwijzen, dan komen we al snel uit bij Mathieu van der Poel. De kopman van Alpecin-Fenix is als een wervelwind aan het seizoen begonnen en dus staat de zegeteller al op vier voor de Nederlandse kampioen. Van der Poel opende zijn rekening in de UAE Tour, won op een indrukwekkende manier Strade Bianche en was ook in Tirreno-Adriatico outstanding met ritzeges naar Gualdo Tadino en Castelfidardo.
Van der Poel wist dit seizoen al enkele straffe stoten uit te halen, met zijn tweede etappewinst in Tirreno-Adriatico nog vers in het geheugen. Een ding is zeker in aanloop naar Milaan-San Remo: de Nederlander is klaar om als eerste over de streep te komen op de Via Roma. Van der Poel is in de vorm van zijn leven, blaakt van het zelfvertrouwen en beschikt over het totaalpakket om zaterdag te zegevieren. Van der Poel is na een zware koers razendsnel en kan als geen ander de Poggio opknallen.
Van der Poel zal het zaterdag wel zwaar te verduren krijgen, want met Wout van Aert staat ook zijn ‘gezworen concurrent’ aan het vertrek. De Belg won vorig jaar in San Remo en lijkt klaar om zijn titel met succes te verdedigen. In Tirreno-Adriatico liet hij namelijk zien dat het met de vorm wel snor zit. Van Aert begon met ritwinst in Lido di Camaiore, wist zich bergop te onderscheiden en finishte na zijn tijdritzege uiteindelijk knap als tweede in de eindstand, achter de ongenaakbare Tadej Pogačar.
Van Aert was zeer tevreden over zijn optreden in Italië, de ploegleiding van Jumbo-Visma was verrast dat de Belg kon wedijveren met de beste klimmers ter wereld. De vraag is alleen of Van Aert al over de explosiviteit beschikt om Van der Poel te volgen op de Poggio. In een sprint hoeft de regerende winnaar niemand te vrezen, maar Van der Poel heeft het voordeel van zijn explosieve(re) aanzet over de eerste meters. Het zijn slechts details, maar die beslissen vaak wel over winst en verlies in een monument als Milaan-San Remo.
Met Julian Alaphilippe staat er nog een kandidaat-winnaar aan de start. De Fransman van Deceuninck-Quick-Step kende ook een goede generale repetitie met het oog op Milaan-San Remo. In de tweede etappe van Tirreno-Adriatico, die naar Chiusdino, slaagde hij erin om zijn twee grootste rivalen – Van der Poel en Van Aert – van de ritzege te houden. Eenzelfde scenario kan zich komende zaterdag zomaar weer voltrekken, gezien de klasse van de wereldkampioen.
Alaphilippe weet, net als Van Aert, hoe het is om als eerste over de streep te komen in Milaan-San Remo. In 2019 wist hij zijn geweldige voorjaar te bekronen in San Remo, door in een sprint van een elitegroepje af te rekenen met mannen als Michal Kwiatkowski, Peter Sagan en Van Aert, die toen als zesde over de streep kwam. Het geeft maar aan dat ook Alaphilippe na een zware koers op zijn sprint kan rekenen. Bovendien kan hij de forcing voeren op de Poggio.
Als Van der Poel, Van Aert en/of Alaphilippe versnellen op de Poggio, zijn de sprinters normaal gesproken gezien. Vroeger waren de rappe mannen nog wel in staat om deze scherprechter te overleven, om vervolgens te profiteren van een samensmelting in de laatste kilometers. Sinds 2017 zien we echter dat de beslissing telkens valt op de Poggio, en de sprinters hooguit nog in aanmerking komen voor het laatste podiumplekje of een verdere ereplaats.
We kijken met andere woorden naar rappe mannen die wél in staat zijn om met de betere renners mee te gaan over de Poggio. Dan denken we al snel aan Davide Ballerini. De oersterke Italiaan is bezig aan een uitmuntend seizoen. In de Tour de La Provence wist hij al twee keer naar de ritzege te sprinten en ook in Omloop Het Nieuwsblad kwam hij als eerste over de streep. Ballerini heeft er inmiddels een specialiteit van gemaakt: winnen na een selectieve wedstrijd.
De Italiaan kan in het spoor van Van der Poel, Van Aert en Alaphilippe de schade beperken op de Poggio en dan wellicht, bij een eventuele hergroepering, voor de zege sprinten. Bovendien kan Ballerini profiteren van de sterkte van Deceuninck-Quick-Step. Alle aandacht zal uitgaan naar Alaphilippe en ook Sam Bennett is een troefkaart om uit te spelen. En Ballerini? Die zal kunnen profiteren van een rol in de luwte, om dan op het juiste moment toe te slaan…
Ook Michael Matthews (de nummer drie van vorig jaar) en Christophe Laporte zijn twee rappe mannen die meer kunnen dan alleen overleven. Sterker, beide renners hebben de punch om zo lang mogelijk mee te gaan op de Poggio. Matthews liet in Parijs-Nice al mooie dingen zien, vooral bergop, en is met zijn sprintsnelheid altijd een gevaarlijke klant. Ook Laporte deed het uitstekend in de Koers naar de Zon, met twee tweede plekken in selectieve etappes.
Als we een sprint krijgen van een uitgedunde groep, mogen we zeker wat verwachten van Matthews en Laporte. Hetzelfde geldt ook voor Magnus Cort, die we ook bij de favorieten scharen voor zaterdag. De sterke Deen is rap aan de meet en komt vaak bovendrijven na een zware wedstrijd. Klimmen kan Cort als de beste, zeker voor een (semi)sprinter, al heeft hij nog nooit een koers van het statuur Milaan-San Remo gewonnen.
Een van onze laatste sterren gaat naar Maximilian Schachmann. Het is misschien een opvallende keuze, maar de Duitser won onlangs nog Parijs-Nice en kan wellicht profiteren van zijn rol als outsider. Schachmann beschikt over de vinnigheid om iets te proberen op de Poggio en kan zomaar met een elitegroepje naar de streep rijden. Als de renner van BORA-hansgrohe dan voor een alles-of-nietsaanval kiest, wie gaat hem dan halen met het risico op een counter?
We zijn er nog lang niet, aangezien veel renners kans maken op een mooie klassering in Milaan-San Remo. Bij een afmattingskoers is het uitkijken naar renners als Davide Formolo, ex-winnaars Vincenzo Nibali en Michal Kwiatkowski, Søren Kragh Andersen, Quinn Simmons, Matej Mohorič, Oliver Naesen, Alexey Lutsenko, Tim Wellens en Philippe Gilbert. Die laatste droomt nog altijd van een zege in La Primavera, aangezien hij dan alle vijf de wielermonumenten op zijn naam heeft geschreven.
Het is ook uitkijken naar explosieve springveren als Alex Aranburu (vorig jaar nog zevende in San Remo) en Sergio Higuita. En wat mogen we verwachten van Alberto Bettiol en Fabio Felline? Die laatste was uitstekend op dreef in Tirreno-Adriatico en is ook zeker niet traag na een zware koers. Dat kunnen we ook zeggen van Iván García, Matteo Trentin en Anthony Turgis. Trentin doet altijd wel mee om een mooie ereplaats, maar kan hij ook die laatste stap zetten?
Over een renner als Greg Van Avermaet hebben we het nog helemaal niet gehad. De ervaren Belg was goed op dreef in Tirreno-Adriatico, maar Milaan-San Remo is zeker niet zijn meest favoriete klassieker. Vanuit Belgisch oogpunt is het ook uitkijken naar Jasper Stuyven. En wat met Tom Pidcock? De Brit is wellicht in staat om de Grote Drie te volgen op de Poggio en is zeker niet traag aan de meet. Mocht het onverhoopt toch een spurt worden van een grote groep, dan zijn de sprinters niet kansloos voor de zege. Aan rappe mannen geen gebrek in deze Milaan-San Remo.
Zo kan UAE Emirates Fernando Gaviria en oud-winnaar Alexander Kristoff uitspelen en rekent Groupama-FDJ op de winnaar van 2016, Frans kampioen Arnaud Démare. BORA-hansgrohe heeft met Pascal Ackermann een rappe man in de gelederen en de naam van Sam Bennett is al voorbijgekomen in deze voorbeschouwing. Europees kampioen Giacomo Nizzolo, vorig jaar nog vijfde, is de vooruitgeschoven sprintpion bij Qhubeka ASSOS.
Ook Elia Viviani (Cofidis), Sonny Colbrelli (Bahrain Victorious), Caleb Ewan (Lotto Soudal), John Degenkolb (Lotto Soudal), Nacer Bouhanni (Arkéa-Samsic), Niccolò Bonifazio (Total Direct Energie), Hugo Hofstetter en Davide Cimolai (Israel Start-Up Nation) en Andrea Pasqualon (Intermarché-Wanty-Gobert) zullen hopen op een groepsspurt. Een laatste renner om te noteren: Peter Sagan. In Tirreno liep het nog van geen kant, hoe gaat het nu met de Slowaak?
Favorieten volgens WielerFlits
**** Mathieu van der Poel
*** Wout van Aert, Julian Alaphilippe
** Davide Ballerini, Michael Matthews, Christophe Laporte
* Magnus Cort, Sam Bennett, Giacomo Nizzolo, Maximilian Schachmann
Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)
Weer en TV
In startplaats Milaan kan er bij de start een buitje vallen en het lijkt ook niet op te klaren gedurende de middag. De gemiddelde temperatuur zal schommelen rond de tien graden Celsius. De wind zal niet echt een rol van betekenis spelen.
De wedstrijd is ook dit jaar weer exclusief te volgen via Eurosport (vanaf 12.45 uur), Eurosport online (van bij de start) en het Belgische VTM (vanaf 13.35 uur). De koers is ook te zien via GCN+. Sporza en de NOS beschikken niet over de uitzendrechten en brengen de klassieker dan ook niet in de huiskamers.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.