Voorbeschouwing: Milaan-San Remo 2023 – Zware finale of voor de sprinters?
foto: Cor Vos
Jeen de Jong
zaterdag 18 maart 2023 om 08:00

Voorbeschouwing: Milaan-San Remo 2023 – Zware finale of voor de sprinters?

Terwijl meteorologen stellen dat de lente altijd begint op 1 maart, beweren astronomen dat de precieze datum een paar weken later ligt. Wielerliefhebbers weten echter wel beter. Pas als een peloton coureurs over de drie Capi, Cipressa en Poggio trekt en zich op de Via Roma een spetterende koersontknoping afspeelt, is La Primavera daar. Niet eerder, niet later. Wie zegeviert dit jaar op de eerste lentedag in Milaan-San Remo? WielerFlits blikt vooruit!

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!
[toto id=”397817″ link=”https://bit.ly/3Fjndb7″ title=”Wie wint Milaan-San Remo?”]

Historie

De eerste editie van Milaan-San Remo ging van start zoals de eerste editie van een grote wielerwedstrijd van start hoort te gaan. Om vijf uur ’s ochtends, bij een herberg, met ongeveer de helft van de voorinschrijvers. Het pelotonnetje dat op 14 april 1907 de ijzige kou trotseerde, bestond uit 33 in plaats van de geplande zestig renners en dunde in de 288 kilometer naar San Remo nog veel verder uit. Slechts veertien coureurs bereikten de finish. Lucien Petit-Breton, de zoon van een horlogemaker, triomfeerde. Een winnaar van formaat. Vooral dankzij de twee Tour de France-zeges die hij nog zou behalen, klinkt zijn naam nog altijd als een klok.

Herberg Conca Fallata was eind jaren 80 ingeruild voor de Duomo di Milano – foto: Cor Vos

La Gazzetto dello Sport, de organiserende krant, had in die eerste jaren sowieso weinig te klagen over de kwaliteit van de winnaars. De ene naar de andere kampioen zette zich op de nog korte erelijst. Voor de Eerste Wereldoorlog zegevierden onder meer Luigi Ganna (later die lente de eindlaureaat van de eerste Giro d’Italia) en Gustave Garrigou, Henri Pélissier en Odiel Defraeye, die daarna stuk voor stuk de Tour de France op hun naam zouden schrijven. Qua palmares dus geen rustig begin, zoals je van Milaan-San Remo misschien zou verwachten.

Milaan-San Remo is wel vaker onvoorspelbaar, een beetje dwars. Zo weigert ze soms haar bijnaam eer aan te doen. We noemen haar La Primavera, de lente, maar haar status is deels juist te danken aan extreem winterweer. Het was namelijk de apocalyptische uitgave van 1910 die van een reeds populaire wielerwedstrijd een legende maakte. Door een sneeuwstorm bereikten slechts vier starters San Remo; de andere 59 hadden hun toevlucht gezocht in huizen langs de weg. Eugène Christophe behoorde tot de eerste groep. De onverzettelijke Fransman – dit keer eens niet de pechvogel van het verhaal – kwam die dag als eerste over de streep.

Ciolek verslaat Sagan en Cancellara – foto: Cor Vos

Meer dan honderd jaar later, in 2013, werd de wedstrijd opnieuw geteisterd door extreem slecht weer. Alhoewel, wat is ‘geteisterd’? Wat is ‘slecht’? Gerard Ciolek zal de sneeuw – tien jaar na dato en inmiddels weer wat wat opgewarmd – zien als een zegen. Hij is immers niet de geschiedenisboeken ingegaan als ‘zomaar’ een winnaar van Milaan-San Remo, maar als de winnaar van een van de meest epische Milaan-San Remo’s allertijden. Dat de route door het schrappen van de Passo del Turchino en Le Manie was ingekort tot 246 kilometer, doet daar weinig aan af.

Maar goed, waar waren we ook alweer gebleven? Ah, het Interbellum. In deze periode wist Costante Girardengo zijn naam onlosmakelijk aan Milaan-San Remo te verbinden. Tussen 1917 en 1928 won de eerste Campionissimo zes van de twaalf edities en eindigde hij vijf keer op de tweede of derde plaats. Toch is Girardengo niet de recordhouder wat het aantal overwinningen betreft. Eddy Merckx – wie anders – overtrof de Italiaan met zeven zeges. De eerste daarvan was in 1966, de laatste in 1976.

Zabel juicht te vroeg in 2004, Freire snoept hem de zege af – foto: Cor Vos

Eén renner heeft een langere periode tussen zijn eerste en laatste triomf dan Merckx: Gino Bartali was de beste in 1939 en 1950. De Vrome won tussendoor ook nog twee keer, wat zijn totaal aantal overwinningen op vier brengt. Daarmee staat hij op gelijke hoogte als Erik Zabel. Die laatste had Milaan-San Remo in 2004 voor een vijfde keer kunnen winnen, maar maakte in gewonnen positie een klassieke fout: hij stopte met trappen, hief zijn armen in de lucht om te juichen en… zag Óscar Freire zijn wiel nog net wat eerder over de streep drukken.

Freire won Milaan-San Remo drie keer voor de Rabobank-ploeg, maar triomfeerden er ook Nederlanders renners? Zeker. Arie den Hartog, die verder in zijn carrière de Amstel Gold Race en de Ronde van Catalonië achter zijn naam zette, was in 1965 de eerste. Jan Raas (1977) en Hennie Kuiper (1985) traden in de decennia daarna in zijn voetsporen. Veel vaker – 22 keer maar liefst – stond er een Belg op het hoogste schavotje in San Remo. Jasper Stuyven was in 2021 de laatste, nadat Wout van Aert de augustuseditie van 2020 had gewonnen.

Stuyven beleeft zijn moment de gloire in Milaan-San Remo 2021 – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaars Milaan-San Remo
2022: flag-si Matej Mohoric
2021: flag-be Jasper Stuyven
2020: flag-be Wout van Aert
2019: flag-fr Julian Alaphilippe
2018: flag-it Vincenzo Nibali
2017: flag-pl Michał Kwiatkowski
2016: flag-fr Arnaud Démare
2015: flag-de John Degenkolb
2014: flag-no Alexander Kristoff
2013: flag-de Gerald Ciolek


Laatste editie

De vroege vlucht in Milaan-San Remo 2022 bestond uit acht renners. Yevgeni Gidich en Artyom Zakharov (Astana Qazaqstan), Filippo Tagliani en Ricardo Alejandro Zurita (Drone Hopper-Androni Giocattoli), Samuele Rivi en Diego Pablo Sevilla (EOLO-Kometa), Filippo Conca (Lotto Soudal) en Alessandro Tonelli (Bardiani-CSF-Faizanè) reden direct uit het vertrek weg en kregen een voorsprong van goed zes minuten op de meute. Daar verzorgde Jos van Emden (Jumbo-Visma) kilometerslang in zijn eentje het tempo.

De overgebleven vluchters begonnen met twee minuten aan de Cipressa, waar UAE Emirates het peloton stevig uitdunde. Er bleven zo’n dertig renners over. Deze groep ging – nog steeds onder aanvoering van de ploeg uit de Emiraten – in volle vaart naar de Poggio toe. Op deze klim werden Tonelli en Rivi, de laatste twee vluchters, al snel ingerekend nadat Christophe Laporte en Wout van Aert doortrokken vanaf de voet.

Tadej Pogačar bleef maar gaan op de Poggio – foto: Cor Vos

De eerste echte demarrage was van Tadej Pogačar, de tweede en derde eveneens. De aanvalslustige Sloveen zat ook mee toen Søren Kragh Andersen net voor de top versnelde, net als Mathieu van der Poel en Wout van Aert. De vier kwamen over de top met een minieme voorsprong op de achtervolgers, waar Matej Mohoric de koppositie had. De renner van Bahrain Victorious reed het gaatje dicht in de eerste meters van de afdaling en stoof vervolgens meteen voorbij Pogačar, Kragh Andersen, Van der Poel en Van Aert.

Niemand kon Mohoric volgen in de afzink. Of misschien durfde niemand het, want de Sloveen reed met een zogenoemde dropper post. En hij had de concurrentie gewaarschuwd voor deze technische noviteit: “Ik ben bij alle favorieten langsgereden, ik kwam een beetje showen met mijn fiets. Ik zong het deuntje van James Bond, om het spannend te maken. Ik toonde mijn dropper. Ze zeiden: ‘Matej, wat doe je?’ Ik zei: ‘Dit heb ik getest, het maakt een groot verschil. Probeer niet mij te volgen in de afdaling van de Poggio, het is op eigen risico.’”

Hoe dan ook, Mohoric kwam uiteindelijk met enkele secondes voorsprong beneden en wist zijn voorsprong te behouden tot op de finish. Anthony Turgis deed in de achtergrond nog een wanhoopspoging en sloop nog dichtbij, maar het was niet goed genoeg. Van der Poel eindigde – bij zijn rentree in het peloton na een moeilijke winter – op de derde plaats. Pogačar werd uiteindelijk vijfde, Van Aert achtste.

Matej Mohoric houdt stand – foto: Cor Vos

Uitslag Milaan-San Remo 2022
1. flag-si Matej Mohoric (Bahrain Victorious)
2. flag-fr Anthony Turgis (TotalEnergies)
3. flag-nl Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix)
4. flag-au Michael Matthews (BikeExchange-Jayco)
5. flag-si Tadej Pogačar (UAE Emirates)
Wedstrijdverslag

[toto id=”397817″ link=”https://bit.ly/3Fjndb7″ title=”Wie wint Milaan-San Remo?”]


Parcours

Milaan-San Remo gaat dit jaar voor het eerst in de geschiedenis niet van start in Milaan. De 114e editie van de lenteklassieker begint namelijk in Abbiategrasso, een plaats zo’n 25 kilometer ten westen van de modestad. Abbiategrasso stamt uit de Romeinse tijd, maar de belangrijkste bezienswaardigheid –  het Castello Visconteo – dateert uit de Middeleeuwen. De stad heeft zo’n 50.000 inwoners.

Vanaf Abbiategrasso gaat het rechtstreeks naar Pavia, waar de wedstrijd na zo’n dertig kilometer alweer op de originele parcours komt. Behalve de beginfase verandert er dus niets aan de route. Dat betekent dat de renners de Passo del Turchino oversteken richting Genua Voltri en vanaf daar gaat het – langs de kust – westwaarts rijden. Via Varazze, Savona en Albenga worden daarna de Tre Capi bereikt: de Capo Mele, de Capo Cervo en de Capo Berta.

Vanaf de top van die laatste helling, op zo’n veertig kilometer van de streep, gaat het in volle vaart naar de laatste twee beklimmingen van de dag: de Cipressa, die sinds 1982 deel uitmaakt van de route, en de Poggio di Sanremo (1961). De Cipressa is iets meer dan 5,6 kilometer lang met een stijgingspercentage van 4,1%. Hier liggen mogelijkheden voor een aanval van ver, want de top ligt op ruim twintig kilometer van de finish.

De zeer technische afdaling leidt terug naar de rijksweg SS 1 Aurelia. De beklimming van de Poggio di Sanremo begint op negen kilometer van de finish. De klim is 3,7 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 3,7% procent. Een ‘kwadratische klim’, zou Tim Krabbé zeggen. Net voordat de top bereikt wordt, loopt de hellingsgraad overigens nog even op tot 8%. De weg is vrij smal, met vier haarspeldbochten in de eerste twee kilometer. De afdaling is dan weer uitdagend, over asfaltwegen met veel bochten die op bepaalde punten smal zijn.

Het laatste deel van de afdaling gaat de stad San Remo in. De laatste twee kilometer gaat over lange, rechte wegen. Op 850 meter van de finish is er een bocht naar links op een rotonde. De laatste bocht naar het rechte stuk op de Via Roma, ligt op 750 meter van de finish.

Zaterdag 18 maart, Milaan-San Remo: Abbiategrasso – San Remo (294 km)
Start (geneutraliseerd): 09.55 uur
Start (officieel): 10.10 uur
Finish: tussen 16.50 en 17.30 uur


Favorieten

Ooit was Milaan-San Remo het terrein van de sprinters, maar die tijd lijkt voorgoed voorbij. Natuurlijk, een sterk eindschot kan nog altijd goed van pas komen op de Via Roma, maar het is al lang geleden dat een echte massasprint de beslissing bracht. De laatste jaren zagen we kleine groepjes strijden om de zege of bleven solisten de achtervolgers – nipt – voor. Ook deze editie is zo’n scenario het meest aannemelijk. Er zijn namelijk meerdere ploegen die de koers hard zullen willen maken om de pure sprintbommen overboord te gooien.

Een van die teams is UAE Emirates, dat vorig jaar ook al voor een flinke schifting zorgde op de Cipressa. De kans is groot dat we deze formatie dit jaar weer vroeg brokken gaat maken. Kopman Tadej Pogačar zal met een zo klein mogelijke groep aan willen komen bij de Poggio, waar hij er ongetwijfeld weer een klap op geeft. Maar kan hij op deze niet al te pittige klim iedereen eraf poefen? Vorig jaar probeerde hij het tot drie keer toe, maar wist hij nooit écht een gat te slaan. Nu zal dat weer lastig zijn voor de Sloveen, hoe indrukwekkend hij de voorbije weken ook was.

Pogačar boekte al negen (!) zeges in het nog prille seizoen – foto: Cor Vos

Het is voor Pogačar echter niet noodzakelijk om alleen weg te raken. Als er na de Poggio een klein groepje overblijft, kan de tweevoudig Tourwinnaar ook rekenen op zijn sprint. Hij hoeft dan van vrijwel niemand schrik te hebben. Zelfs niet van Wout van Aert? Niet per se, bewees hij vorig jaar in de Grand Prix Cycliste de Montréal. De Sloveen was daar de snelste van een groepje van zes, voor de Belg.

Met zijn huidige conditie moet Pogačar weer in staat worden geacht om Van Aert te kloppen, zeker omdat die laatste wel vaker tekortschiet in de sprint van een select gezelschap. Denk bijvoorbeeld aan de BEMER Cyclassics, waar Marco Haller met de zege ging lopen. Mede daarom krijgt de killer Pogačar de vier sterren in deze voorbeschouwing. Mocht hij Milaan-San Remo op zijn naam schrijven, dan is het trouwens voor eerst sinds 1995 dat iemand na de Koers naar de Zon ook La Primavera wint. Laurent Jalabert zorgde bijna dertig jaar geleden voor de dubbel.

Van Aert trekt door in de ‘murenrit’ – foto: Cor Vos

Terug naar het nu, naar Van Aert. We zetten hem ondanks onze aanmerkingen niet ver onder Pogačar. De oud-winnaar van Milaan-San Remo (2020) reed dit seizoen alleen nog Tirreno-Adriatico en hield zich daar relatief koest, maar hij lijkt dik in orde. In de heuvelrit naar Tortoreto gaf hij, voor zijn ongelukkige val, bijvoorbeeld een prima indruk. Twee dagen later eindigde de Belg als tiende in de door Primož Roglič gewonnen Tappa dei Muri, nadat hij zelf de finale had geopend op veertig kilometer van het einde.

Jumbo-Visma zou, net als UAE Emirates, overigens ook in Milaan-San Remo vroeg koers kunnen maken om de pure sprinters in de problemen te brengen. Met hun sterke collectief kunnen ze zo bovendien een overtalsituatie creëren, waar bijvoorbeeld Tiesj Benoot of Christophe Laporte munt uit kunnen slaan. Zij zullen azen op een zege à la Jasper Stuyven, al heeft Laporte ook een sterke spurt in huis.

Diezelfde Stuyven staat ook dit jaar weer aan de start, maar Trek-Segafredo zal vooral rekenen op Mads Pedersen. De Deen wist dit seizoen al twee keer te winnen: de slottijdrit in de Ster van Bèsseges en een sprintetappe in Parijs-Nice. Vorig jaar debuteerde hij in een zware editie van Milaan-San Remo – de groep achter winnaar Mohoric bestond uit slechts acht renners – met een zesde plek. De Poggio is dus geen probleem voor Pedersen. Hij zal dit jaar mikken op het allerhoogste.

Een blije Pedersen na zijn ritzege in Parijs-Nice – foto: Cor Vos

Tom Pidcock zal ook voor een topklassering gaan, mits hij voldoende hersteld is van zijn val en opgave in Tirreno-Adriatico. De Brit verliet die wedstrijd na een schuiver op de slotdag. Voorafgaand aan de Italiaanse ronde had hij wel Strade Bianche gewonnen. En hoe. Hij trok op goed vijftig kilometer van het einde ten strijde op een van de gravelsectoren en kwam uiteindelijk solo over de streep in Siena. In Milaan-San Remo zijn er geen grindpaden om het verschil te maken, maar er is wel de afzink van de Poggio. Wees niet verrast als Pidcock daar zijn daalcapaciteiten inzet om bij de concurrentie weg te rijden. Dat hij vervolgens een stukje alleen kan rijden, hebben we in Toscane al gezien.

Matej Mohoric deed het een jaar geleden op die manier: aanvallen in de afdaling van de Poggio en naar San Remo soleren. Kan hij het nu weer? De Sloveen van Bahrain Victorious is alvast uitstekend opdreef dit voorjaar. Hij zal het dus vast en zeker proberen, met zijn dropper post, maar dergelijke acties danken hun succes doorgaans ook deels aan het verrassingseffect. Dat zal er nu niet meer zijn. Alle favorieten weten dat Mohoric niet moeten laten rijden. Al is het natuurlijk nog altijd de vraag wie hem durft te volgen, als hij zich met ware doodsverachting naar beneden smijt.

Mohoric was dit jaar al derde in Kuurne-Brussel-Kuurne – foto: Cor Vos

Misschien Mathieu van der Poel. Qua techniek moet hij het alvast kunnen, maar zal hij bij de eersten zitten op de top van de Poggio? Het wil voorlopig nog niet echt vlotten bij de Nederlander. Zijn vijftiende plaats in Strade Bianche was al niet je van het, maar in Tirreno-Adriatico kwam hij er helemaal niet aan te pas – los van twee straffe lead-outs voor Jasper Philipsen. “Ik moet eerlijk zijn dat de benen tot nu toe een beetje tegenvallen”, gaf Van der Poel aan in gesprek met Het Laatste Nieuws.

Daar voegde hij echter meteen het volgende aan toe: “Ik denk wel dat deze week me beter maakt voor de doelen die komen.” En inderdaad, een week na Tirreno-Adriatico kan de wereld er al heel anders uit zien. Zeker bij Van der Poel. Hij heeft ons al vaker verbaasd door er plots weer te staan. Per slot van rekening stond hij vorig jaar uit het niets op het podium van… Milaan-San Remo.

Van der Poel mocht dit wegseizoen al juichen… voor ploeggenoot Philipsen – foto: Cor Vos

Ook een mindere week achter de rug: Arnaud De Lie. Niet vanwege een gebrek aan vorm, maar door slechte positionering. Het goudhaantje van Lotto Dstny kwam daardoor nooit echt aan sprinten toe in Parijs-Nice. Als het in San Remo sprinten wordt, is dat waarschijnlijk met een gedecimeerd peloton, wat het al een stuk eenvoudiger maakt voor de jonge Belg.

Uiteraard moet De Lie de hellingen dan zelf wel overleven, maar hij heeft – bijvoorbeeld in de Ster van Bèsseges en de Omloop Het Nieuwsblad – al laten zien veel meer te zijn dan louter een sprinter. Of hij de bijna driehonderd kilometer van Milaan-San Remo aankan, is wel nog een vraag. We moeten evenwel niet vergeten dat de eerste uren van deze wedstrijd relatief gemakkelijk zijn.

Het gaat bij Lotto Dstny overigens interessant zijn welke kaart ze trekken, áls ze al één kaart trekken. Het ProTeam beschikt met Caleb Ewan immers over nog een snelle man. De Australiër was al twee keer tweede in La Primavera, in 2018 en 2021. Vooral in die laatste editie maakte hij indruk door op de Poggio met de besten mee te kunnen. Momenteel lijkt Ewan die vorm nog niet te pakken te hebben, maar afgelopen winter gaf hij aan Milaan-San Remo weer met rood omcirkeld te hebben. Hij zal zich – zonder Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico – dus ongetwijfeld weer tot in de puntjes hebben voorbereid.

De Lie en Ewan supporteren, tijdens een teamweekend, samen voor de Rode Duivels – foto: Cor Vos

In Tirreno-Adriatico zagen we Biniam Girmay wel aan het werk. Hij presteerde degelijk met een derde en vierde plaats, maar zal wellicht op wat meer hebben gehoopt. Wellicht kan hij in Milaan-San Remo wel scoren. De Eritreeër heeft er de capaciteiten voor, toonde hij in 2022. Hij werd toen – nog voor zijn grote doorbraak in Gent-Wevelgem – twaalfde in de lenteklassieker.

Julian Alaphilippe wist Milaan-San Remo al eens te winnen: de Fransman was de beste in 2019. In totaal stond hij drie keer op het podium, want in 2017 was hij al derde, terwijl hij in 2020 alleen Wout van Aert voor hoefde te laten gaan. Alaphilippe heeft een moeilijk seizoen achter de rug, maar lijkt inmiddels weer wat op te krabbelen. Hoewel nog wat wisselvallig, laten zijn zege in de Faun-Ardèche Classic en tweede plaats in een heuvelrit van Tirreno-Adriatico zien dat hij op een goede dag weer met de besten kan wedijveren. Zal aankomende zaterdag zo’n dag zijn?

Alaphilippe klopte Gaudu in de Faun-Ardèche Classic – foto: Cor Vos

Net als Alaphilippe, stond ook Michael Matthews al meermaals op het podium van Milaan-San Remo. Dit keer zal dat niet gebeuren, want de Australiër ontbreekt vanwege een coronabesmetting. Magnus Cort is er wel bij en steekt in uitstekende vorm. Om een of andere reden komt de Deen in de grote klassiekers echter vaak tekort. Ja, hij was eens achtste en elfde in La Primavera, maar als je hem rond ziet rondrijden in de Volta ao Algarve of Parijs-Nice, zou je toch denken dat hij tot meer in staat is. Wie weet lukt het nu.

U merkt het, we zijn inmiddels aangekomen bij de outsiders. Daartoe rekenen we Alberto Bettiol, Søren Kragh Andersen, Neilson Powless, Filippo Ganna, Peter Sagan, Anthony Turgis (de nummer twee van vorig jaar) en sprinters als Bryan Coquard, Arnaud Demare, Jasper Philipsen, Sam Bennett, Iván García, Jonathan Milan, Corbin Strong en Giacomo Nizzolo. Als het echt een ouderwetse Milaan-San Remo wordt, eentje waarin écht een groot peloton gaat sprinten, zouden ook types als oud-winnaar Mark Cavendish en Elia Viviani nog een rol kunnen spelen. Maar dat is zeer onwaarschijnlijk.

Het complete deelnemersveld voor Milaan-San Remo is nog niet bekend. Daarom is het favorietendeel nog niet volledig ingevuld. Wij zullen op een later moment dit deel van de voorbeschouwing aanvullen.


Favorieten volgens WielerFlits
* * * * Tadej Pogacar
* * * Wout van Aert, Mads Pedersen
* * Mathieu van der Poel, Arnaud De Lie, Matej Mohoric
* Biniam Girmay, Caleb Ewan, Julian Alaphilippe, Christophe Laporte

Website organisatie
Deelnemerslijst (WielerFlits)

[toto id=”397817″ link=”https://bit.ly/3Fjndb7″ title=”Wie wint Milaan-San Remo?”]


Weer en TV

Het lijkt komende zaterdag al met al prima koersweer te worden tussen Abbiategrasso en San Remo. ’s Ochtends is het nog wat aan de frisse kant, maar ’s middags lopen de temperaturen op tot zo’n vijftien graden. Neerslag hoeven de renners niet te verwachten. De wind komt uit het zuiden en staat dus tegen, maar de kracht (twee Beaufort) stelt niet veel voor. Op de Poggio blaast hij wel schuin in de rug trouwens, wat in het voordeel kan zijn van aanvallers.

Milaan-San Remo is te zien bij VTM (in België), Eurosport 1 en de online kanalen Eurosport.nl/Discovery+/GCN+. Terwijl VTM erbij is vanaf 13.35 uur, kun je vanaf 09.45 uur al terecht op Eurosport 1 en de genoemde online kanalen. Dit is ook allemaal terug te vinden in het artikel Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.