Voorbeschouwing: NK voor elite mannen 2017
Zondag staat vrijwel het voltallige crème de la crème van het Nederlandse wielergilde aan de start in ’s-Heerenberg. Hier ontbreken eigenlijk alleen kopstukken Niki Terpstra, Steven Kruijswijk, Bauke Mollema en Mathieu van der Poel. Verder zijn alle grote namen aanwezig om er een spektakelstuk van te maken. WielerFlits blikt vooruit.
Het Nederlands kampioenschap wielrennen gaat terug tot 1888. In die eerste jaren was vooral het noordelijke deel van Nederland met de sport bezig, want de eerste drie NK’s vonden plaats in Muntendam (Groningen), Dronrijp (Friesland) en de stad Groningen. Daarna was Ede vijf jaar lang het epicentrum van de nationale kampioenschappen en wist Jaap Eden twee keer te winnen. Deze sportgrootheid excelleerde in meerdere sporten en daarom is het niet verwonderlijk dat de Sporter van het Jaar in Nederland tegenwoordig de Jaap Eden-prijs krijgt.
Vanaf 1937 tot en met 2000 vond het NK bijna jaarlijks plaats in Limburg, met enkele uitstapjes naar ander plekken in het land. Na de millenniumwisseling kwam er iets meer diversiteit aan plaatsen en ook parcoursen. Zo kregen in de eerste jaren vooral sprinters de kans om naar het goud te rijden. Daarna was het weer meer aan de klimmende types en de allrounders, tot de laatste twee jaar. Met Niki Terpstra en Dylan Groenewegen kreeg Nederland mooie kampioenen in Emmen en Ouddorp, maar de koersen zelf waren niet bijzonder attractief. Vorig jaar koos LottoNL-Jumbo ervoor om elke ontsnapping te neutraliseren, om het zodoende op een massasprint aan te laten komen. Daarin maakte Groenewegen het werk van zijn ploeggenoten knap af.
Laatste tien winnaars
2007: Koos Moerenhout
2008: Lars Boom
2009: Koos Moerenhout
2010: Niki Terpstra
2011: Pim Ligthart
2012: Niki Terpstra
2013: Johnny Hoogerland
2014: Sebastian Langeveld
2015: Niki Terpstra
2016: Dylan Groenewegen
Parcours
Het parcours in de Achterhoek is niet volledig vlak. Nabij de Duitse grens zijn enkele klimmetjes opgenomen, zoals ’t Peeske in Beek en de ‘Muur van Zeddam’. Daardoor is het rondje van 16,6 kilometer een pak lastiger dan de afgelopen twee seizoenen, maar of het voor grote verschillen gaat zorgen valt nog te bezien. “Het is niet lastig genoeg om echt weg te springen”, voorspelt BMC Development-renner Pascal Eenkhoorn.
“Het is wel een slopend parcours, met enkele korte klimmetjes. Deze zijn zo’n vijfhonderd meter lang aan vier tot vijf procent gemiddelde stijging. Niet heel technisch, maar wel uitdagend. Echt een rondje op de power.” De elite-coureurs werken in totaal veertien rondes van 16,6 kilometer af, waardoor zij net iets meer dan 232,4 kilometer afleggen. De start is om 11.30, de finish zo’n vijf uur later.
Favorieten
In Montferland wacht ons waarschijnlijk een mooi Nederlands kampioenschap. Het glooiende parcours zal de profs waarschijnlijk niet afschrikken. Maar toch is het belangrijk om zo veel mogelijk energie te sparen en goed te timen, want de laatste kilometer loopt toch behoorlijk omhoog. Pas in de laatste honderd meter vlakt het iets af. Smaakmakers Mathieu van der Poel en Niki Terpstra – die net als vorig jaar geblesseerd is – ontbreken, maar dat mag de pret niet drukken!
**** Dylan Groenewegen
De grootste favoriet op het rood-wit-blauw is uittredend kampioen Dylan Groenewegen. Afgelopen week vierde de sprinter zijn 24ste verjaardag en hij kan zichzelf dus trakteren op een verlaat cadeau. De LottoNL-Jumbo-renner heeft de smaak flink te pakken, want afgelopen week was hij nog twee keer succesvol in de Ster ZLM Toer. Het parcours in Montferland lijkt niet zwaar genoeg om de Amsterdammer overboord te gooien. Gezien zijn huidige vorm is hij hier de te kloppen man.
*** Moreno Hofland & Coen Vermeltfoort
Voor het tijdperk-Groenewegen had LottoNL-Jumbo normaal gesproken er alles aan gedaan om Moreno Hofland hier zo goed mogelijk af te leveren. De 25-jarige inwoner van Roosendaal reed tijdens de Giro d’Italia in dienst van nieuwe Lotto Soudal-ploeg en zijn kopman André Greipel, maar in de Ster ZLM Tour liet Hofland zien het sprinten nog niet verleerd te zijn. Op de Zeddamseweg vindt hij een aankomst die uitstekend past bij het type spurter die hij is. Kan Hofland als eenling het plan van LottoNL-Jumbo verstoren?
Voor Roompot-Nederlandse Loterij is het nationale kampioenschap misschien wel hét moment van het jaar. De oranjehemden hopen van harte dat een van hun renners het Wilhelmus na afloop laat klinken. De grootste kanshebber op dat succes lijkt Coen Vermeltfoort. De 28-jarige Vlijmenaar heeft zijn tweede kans als prof met beide handen aangegrepen door goede resultaten neer te zetten en is op deze aankomst met zijn machtsprint een hele gevaarlijke klant voor de winst. Wanneer zijn team hem goed afzet in de slotkilometer en hij vrij kan sprinten, dan kan Vermeltfoort zo maar eens verrassen.
** Ramon Sinkeldam, Danny van Poppel & Maurits Lammertink
Sunweb brengt een sterke selectie naar ’s-Heerenberg. Hun grootste troef op het rood-wit-blauw luistert naar de naam van Ramon Sinkeldam. De laatste keer dat hij voor zichzelf sprintte is alweer een tijdje geleden, maar intrinsiek zijn er maar weinig mannen sneller bij de Duitse formatie. Hoewel de Assendelfter zelf liever niet de kopman is, krijgt hij hier wel het stempel als afmaker wanneer het op een sprint aankomt. In Emmen eindigde Sinkeldam twee jaar geleden als tweede.
Normaal gesproken had ook Danny van Poppel op gelijke tred gestaan met Groenewegen en Hofland. De 23-jarige renner van Sky heeft echter een groot vraagteken achter zijn naam. Hij begon het seizoen uitstekend in Australië, waar hij onder andere de proloog in de Herald Sun Tour wist te winnen. Eenmaal terug in Europa wist hij alleen Omloop Het Nieuwsblad (105de) en Milaan-San Remo (175ste) uit te rijden. Tijdens de Hammer Series was hij weer bij de pinken, maar vervolgens gaf hij weer op in Zwitserland. Hoe het met zijn sprintersbenen staat, is dus onduidelijk.
Maurits Lammertink zorgde afgelopen winter voor een van de meest onverwachte transfers van het seizoen. De Entenaar verruilde Roompot-Nederlandse Loterij voor het Zwitserse Katusha-Alpecin. Daar heeft hij zich inmiddels verzekerd van een debuut in de Tour de France. Lammertink is zeker niet traag aan de meet en zal de oplopende finishstrook met een glimlach aanschouwen. Groenewegen en co erop leggen gaat er waarschijnlijk te veel aan zijn, maar wanneer hij in een klein groepje aankomt is hij een gevaarlijke kandidaat.
* Lars Boom, Tom Dumoulin, Robert Gesink & Pim Ligthart
Vorig jaar was de missie van LottoNL-Jumbo duidelijk: Groenewegen moest zegevieren. Of de ploeg zondag dezelfde tactiek zal hanteren, valt te bezien. Ze beschikken namelijk ook over Lars Boom, die gezien zijn veldritverleden goede herinneringen aan Zeddam bewaart. De 31-jarige klassiekerspecialist voldeed dit voorjaar niet aan de verwachtingen, maar gaf in de Tour des Fjords en Zwitserland tekenen dat zijn vorm stijgende is. Wel moest de Vlijmenaar slikken dat hij niet meegaat naar de Tour. Wellicht een extra drijfveer voor Boom om zondag nog eens flink uit te pakken.
Het seizoen van Tom Dumoulin kan niet meer stuk. De Limburger won als allereerste Nederlander ooit de Giro d’Italia. De kopman van Sunweb werd in de weken erna geleefd en dat moest hij bekopen in de Ronde van Zwitserland. Naderhand wilde hij nog één keer de batterij opladen voor de nationale kampioenschappen voordat hij op vakantie gaat. Woensdag was hij de beste op het tijdritkampioenschap. Hij zei goed in orde te zijn, om vervolgens heen en weer naar Milaan te vliegen voor onder andere een diner met Koning Willem-Alexander. Kan Dumoulin met een wegtitel een extra kroon op zijn eerste seizoenshelft zetten?
LottoNL-Jumbo heeft meerdere ijzers in het vuur. Hoewel het parcours natuurlijk niet helemaal de zijne is, mogen de concurrerende ploegen Robert Gesink niet uit het oog verliezen. De Condor van Varsseveld rijdt in ‘zijn’ Achterhoek en maakte tijdens het NK Tijdrijden een goede indruk. Na afloop vertelde hij dat hij beide kampioenschappen gebruikt om nog één keer heel diep te gaan voorafgaand aan de Tour. Om alvast zijn aanvalsdrang op te wekken, zal Gesink ongetwijfeld niet stil blijven zitten in het peloton. Oefening baart immers kunst. Voor de organisatie zou de local hero misschien zelfs wel de gedroomde kampioen zijn.
Bij Roompot-Nederlandse Loterij zijn meerdere renners die kans maken op een goede klassering. Pim Ligthart is samen met Sebastian Langeveld, Boom en Groenewegen een van de nog actieve renners die al eens het rood-wit-blauw mocht dragen. In het kampioenschap van vorig jaar was Ligthart een van de bedrijvigste coureurs in het peloton. Dit seizoen heeft hij veel ploeggenoten tot zijn beschikking, waardoor hij energie kan sparen. In een groepje kan de Noord-Hollander dodelijk zijn, maar dan moet hij er wel voor zorgen dat Groenewegen, Hofland en consorten niet mee zijn.
Outsiders
Afhankelijk van de verschillende ploegtactieken en het koersverloop, is er ook een ander scenario dan een massasprint mogelijk. Dat heeft grotendeels te maken met het plan van LottoNL-Jumbo. Vorig jaar reden zij als grootste collectief alles dicht in dienst van Groenewegen. Wanneer dit nu niet het geval is, kan het zijn dat een klein groepje vluchters zich in de slotfase loswrikt van het peloton. Vooral jongens als Dylan van Baarle, Tom-Jelte Slagter, Sebastian Langeveld (alle drie Cannondale-Drapac), Nick van der Lijke (Roompot-Nederlandse Loterij), Mike Teunissen (Sunweb) en Jan-Willem van Schip (Delta Cycling Rotterdam) hebben daar baat bij. Zij kunnen in een klein groepje rekenen op hun venijnige aanzet.
Wanneer het wel uitmondt in een sprint met een omvangrijke groep, dan zijn er op deze aankomst verrassingen mogelijk. Timing lijkt in de oplopende slotkilometer essentieel na een lange, slopende koers. Sprinters als Raymond Kreder, André Looij (beiden Roompot-Nederlandse Loterij), Boy van Poppel (Trek-Segafredo), Wouter Wippert (Cannondale-Drapac), Jetse Bol (Manzana Postobón) en Wim Stroetinga (Vlasman) kunnen daarom zo maar eens als een duveltje uit een doosje springen. In mindere mate geldt dat ook voor Arvid de Kleijn (Baby-Dump), Maarten van Trijp en Jasper de Laat (beiden Metec-TKH). Die laatste steekt net als Rob Ruijgh (Tarteletto-Isorex) en David van der Poel in goede vorm. De veldrijder van Beobank-Corendon zou dit parcours ook aan moeten kunnen.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Dylan Groenewegen
*** Moreno Hofland, Coen Vermeltfoort
** Ramon Sinkeldam, Danny van Poppel, Maurits Lammertink
* Lars Boom, Tom Dumoulin, Robert Gesink, Pim Ligthart
Deelnemerslijst (KNWU, niet volledig)
Weer en tv
Zondagmorgen is er in ’s-Heerenberg nog kans op een klein buitje, maar ’s middags blijft het ondanks wat bewolking waarschijnlijk droog. Het kwik stijgt tot 21 graden Celsius, terwijl het met windkracht vier vanuit het westen waait. Op twee punten in het parcours biedt de wind mogelijkheden om het op de kant te trekken, maar daarvoor moet de wind iets meer uit het zuiden komen. De koers is ’s middags live te zien bij de NOS. Op NPO 1 schakelt Studio Sport net na 15.00 in. WielerFlits verzorgt een Volg Hier en is bij het NK aanwezig om verslag te doen.
[poll id=”542″]
Tekstdeel:"Ze beschikken namelijk ook over Lars Boom, die gezien zijn veldritverleden goede herinneringen aan Zeddam bewaart. De 31-jarige klassiekerspecialist voldeed dit voorjaar niet aan de verwachtingen, maar gaf in de Tour des Fjords en Zwitserland tekenen dat zijn vorm stijgende is"
Afgezien van mijn zéér grote waardering voor de beschrijvingen van Wielerflits begrijp ik niet dat Ijnsen Lars Boom 'een klassiekerspecialist' noemt. Hij werd door de voorbij ploegen inderdaad INGEZET voor de klassiekers, maar hij haalde in de voorbije negen jaren geen enkele keer het podium. Sterker nog: In 2017 stapte hij voortijdig af in 4 klassiekers: Het Nieuwsblad,Kuurne, Parijs Roubaix en de Amstel. Als Lars al negen jaar niet op het podium kan geraken in klassiekers, wat is dan de achterliggende logica dat hij dat nu wél zou kunnen. De enige verklaring zou kunnen zijn dat een NK minder sterke tegenstanders aan de start heeft dan bij een klassieker. Ook bij het Nationale kampioenschap kon Lars Boom vanaf 2013 het podium niet meer halen.
Frits Schalij werd ook altijd een 1500m-specialist genoemd. Maar hij won nooit. Nou ja, hooguit bij de Kraan is Lek trofee.
Is alleen Niki Terpstra (is trouwens ook al jaren onze beste eendagrenner) dit dan wel?
En bijv. een Langeveld of Van Baarle of Mollema of Lammertink e.o. dan dan niet?
Schrijf Lars Boom nooit af. Hij heeft dezelfde talenten als Terpstra en zelfs ook nog zijn sprint is beter. Als de overige maar nog meer belangrijke zaken als inzet, training, begeleiding e.d. op hetzelfde niveau terugkomen dan mogen we nog wat van Boom gaan verwachten.
Laten we hopen dat morgen dan toch het eerste grote omslagpunt gaat komen.
En met Terpstra krijgt hij morgen in finales kleine groep niet te maken.
Ik ben alleen benieuwd hoe de TLJ ploeg zich opstelt t.o.v. Boom, gezioen de Groenewegen en Gesink belangen.
De methodologie (leer der onderzoeksmethoden) pleit voor formuleringen in meetbare termen. Ik zou dan ook het 'specialisme' in klassiekerspecialist willen omschrijven in te controleren termen. En dat zijn dus de uitslagen. De feitelijke uitslagen van Lars Boom geven geen aanleiding hem een specialist te noemen. Er is niemand onder de renners die specialist worden genoemd die zo vaak afstappen als Lars Boom. Bekijk het maar eens op wvcycling.com en neem meerdere jaren. Nogmaals een specialist stapt niet af in 4 klassiekers. Als Ijnsen Jan Raas of Gerrie Knetemann klassiekerspecialisten had genoemd, dan kun je de bevestiging daarvan terug zien in hun overwinningenreeksen. Tot slot nog dit: Hopen kunnen we allemaal.Elke échte wielerliefhebber gunt elke renner het beste. Hopen en gunnen is subjectief. Alleen de uitslagen tellen en alleen vanuit die uitslagenreeksen kun je logisch extrapoleren.
Een zéér goed voorgevoel en omschreven in 'aanzetjes'waarachter veel waarheid kan schuilgaan: "soms gebeurt dat...vaak meerdere factoren". Mooi samengesteld Scott.
Anders spreken we momenteel en de laatste jaren alleen over Sagan, Gilbert, Degenkolb en nog diverse anderen die klassiekerspecialist genoemd mogen worden.
Knetemann bijv. zie ik minder als een klassiekerspecialist maar heeft wel vele mooie eendagswedstrijden en grote ronde etappes gewonnen.
Ander voorbeeld is dan wel weer de ronderenner Kuiper die daarnaast vele mooie eendagswedstrijden (van keien tot lombardeie) heeft gewonnen.
Raas is uiteraard het grootste klassiekerkanon van Nederland.
De insteek tot hoop van ons beiden is in ieder geval hetzelfde.
Lijkt me beter als met een zgn." dysfemisme" (zie ook Forum Lotto Jumbo) en non voorbeeld en totaal irrelevante opmerking met de hier niet zo bekende Frits Schalij te moeten komen.
Een specialist is iemand die zich toelegt op één specifiek deel van een breder geheel en daarin sterker voor de dag komt dan in de andere delen die samen het geheel vormen.
Aangezien Boom een renner is die eigenlijk alleen op hoog niveau presteert in klassiekers of in 'klassieker' etappes in grotere rondes is hier wel degelijk sprake van een specialist. Vooral ook omdat Boom
niet uitblinkt in het rijden van klassementen, het tijdrijden, het klimmen of het sprinten. Hij kan dus met recht een klassiekerspecialist genoemd worden. De gewonnen tour etappe en enkele sterke uitslagen in de RvV en sterk rijden in PR bevestigen dit. Dat zijn uitslagen daarnaast vaak tegenvallen doet niets af aan de status van een klassiekerspecialist.
Wat @Krakowic zegt neigt veel naar mijn definitie van "klassiekerspecialist".
Wat Boom betreft heeft hij trouwens wel bewezen een goede tijdrijder (vooral prologen), kleine klassementen, sprints en soms zelfs heuvel / bergetappes te hebben gereden.
Boom was vroeger erg goed, vooral op kasseien. Had PR moeten winnen toen Van Summeren won, maar reed lek in een beslissende fase. Klassiekerspecialist is ie nooit geweest, mee eens, uitslagen waren daar niet goed genoeg voor.
Gesink is nog meer een klassiekerspecialist dan Boom! Gesink heeft tenminste drie klassiekers gewonnen - een Canadese en die Italiaanse semi 2 keer. :-)