foto: Team LottoNL-Jumbo

Mike Teunissen debuteert op het hoogste niveau. Een val op de training eind november leverde hem een sleutelbeenbreuk op, wat zijn voorbereiding op het wegseizoen 2015 grondig verstoorde. “Ik heb er geen last meer van, maar wel een conditieachterstand”, vertelt Teunissen in het Weekendinterview.

Teunissen – die afgelopen seizoen zegevierde in Parijs-Roubaix voor beloften, Parijs-Tours voor beloften en de Rabo Barnonie Breda Classic – brak in juni ook al eens zijn sleutelbeen na een val tijdens het NK voor beloften. “Het sleutelbeen was op nagenoeg dezelfde plek gebroken. Dat kan eigenlijk niet. Doktoren zeggen dat wanneer het al eens is gebroken, er meer botweefsel zou moeten zitten. Maar het kan dus wel. Desalniettemin gaat het steeds beter, het is toch alweer zo’n zes weken geleden.”

Afgelopen week heb ik nog een test ondergaan, waar te merken was dat de breuk toch wel impact heeft gehad

Door zijn kwetsuur loopt de voorbereiding op het nieuwe seizoen niet zoals vooraf gehoopt. “Er is nu iets meer onzekerheid. Afgelopen week heb ik nog een test ondergaan, waar te merken was dat de breuk toch wel impact heeft gehad. Ik heb daardoor nu een achterstand op andere jongens en op het niveau waar ik normaal gesproken nu op zit. Daardoor is het onduidelijk hoe het begin van mijn seizoen eruit ziet. Het is toch anders dan de standaard voorbereiding.”

“De planning was om in de rondes van Qatar en Oman te beginnen”, gaat de 22-jarige Limburger verder. “Maar die koersen gingen niet door voor ons. Vervolgens was de Tour of Dubai een optie, maar dat ging óók niet door. Daarna moest er gepuzzeld worden, al zat ik toen al met die breuk. Toen hebben ze de planning voor de ploeg gemaakt zonder mij, omdat ze eerst wilden zien wat voor vorderingen ik maakte. Dat moeten we de komende weken even afwachten en pas daarna kunnen we bekijken welke koersen ik ga rijden.”

Ik wil me laten zien in kasseienkoersen.

Teunissen kan op meerdere terreinen goed uit de voeten, maar blinkt zelf het liefste uit in wedstrijden waar kasseien het peloton teisteren. Aangezien deze koersen in de eerste helft van het seizoen liggen, kan zijn sleutelbeenbreuk ook daar voor problemen zorgen. “Een plek in de ploeg voor Omloop Het Nieuwsblad is alles behalve een zekerheid. Ik hoop natuurlijk wel in dat weekend te mogen beginnen, maar dat zou ook in Kuurne-Brussel-Kuurne kunnen zijn of tijdens de Franse koersen om dat weekend heen. De week daarvoor heb je nog de Ruta del Sol en de Volta ao Algarve. Tijdens het trainingskamp (vanaf 18 januari in Spanje, red.) rij ik voor het eerst lange duurtrainingen. En daar moeten we samen met de trainers mijn waardes en vermogens bestuderen, om te zien of ik al dan geen goede stappen maak. Van daaruit stippelen we dan een programma uit.”

Het zou echter een grote domper voor de jongeling zijn als hij de kasseikoersen niet zou kunnen rijden. “Natuurlijk zou ik teleurgesteld zijn. Je bent jong en wil je laten zien. Ik heb vorig jaar Roubaix gewonnen bij de beloften. Daarmee wil ik niet zeggen dat het bij de profs ook maar meteen van een leien dakje gaat, zeker niet. Maar ik zou wel graag willen laten zien wat ik waard ben. Maar ik ben me bewust van het feit dat de ploeg gewoon heel goed is op het gebied van kasseien en dat het voor mij nu heel moeilijk is om een plekje voor mezelf op te eisen. Mocht dat niet lukken, dan weet ik waardoor het komt (wijzend op zijn sleutelbeenbreuk, red.) en probeer ik het volgend jaar gewoon nog eens. Maar dat neemt niet weg dat het dan een gemiste kans zou zijn. Ik ben iemand die ervaring heel erg goed kan gebruiken. Daarnaast denk ik ook dat ik van waarde kan zijn voor de ploeg in die koersen.”

Ook binnen de ploeg hoor ik elke keer ‘groot talent dit, groot talent dat.’ Ik sta versteld!

In Nederland krijgen jonge, beloftevolle renners al snel het stempel toptalent. In de persoon van Teunissen is dat in ons eigen land niet direct het geval, maar Global Cycling Network denkt daar anders over. Zij namen onze landgenoot op in een top tien met de grootste talenten die aankomend seizoen hun debuut maken in de WorldTour. “Ik sta versteld! Ik heb verschillende berichten mogen ontvangen en heb gezien dat gerenommeerde vaklui mij toch hoge kansen toedichten en veel van mij verwachten in dit eerste seizoen. Dat doet mij goed. Maar ik vind zelf – dat kan bescheidenheid zijn – dat het meevalt. Roubaix en Tours, ja dat zijn mooie overwinningen. Maar ik denk dat er wel tien betere beloften waren afgelopen wegseizoen, al hoor ik het natuurlijk graag. Het is aan mij om dat te bewijzen.”

“Ook binnen de ploeg hoor ik elke keer ‘groot talent dit, groot talent dat'”, gaat hij verder. “Stiekem denk ik van binnen dat ze misschien toch een punt hebben. Precies die koersen (Roubaix en Tours, red.) win je ook niet makkelijk of automatisch. Het zijn mooie resultaten. Stel dat ik ook Nederlands kampioen was geworden, dan ziet het er nog beter uit. Want dat is natuurlijk ook een hele reële kans geweest (een val op tweehonderd meter van de finish gooide roet in het eten, red.). Maar op zich hoeft het allemaal niet zo. Ik moet me nog bewijzen dit seizoen en dan zien we volgend jaar wel eens of ik ook daadwerkelijk zo goed ben als iedereen denkt.”

Met wat voor resultaten de jonge snaak aan het einde van het seizoen dan blij zou zijn, vindt hij moeilijk te zeggen. “Zeker nu. Het is toch een sprong in het diepe, van de beloften overstappen naar de profs. Ik weet niet goed wat ik kan verwachten en nu al helemaal niet omdat ik met een achterstand begin. Ik zal waarschijnlijk in de wat kleinere koersen beginnen en ik hoop in die wedstrijden een stap te maken om mee te kunnen doen. Misschien dat ik van daaruit kan doorgroeien, hogerop in de rangorde van de ploeg kan komen en vervolgens mee mag doen in WorldTour-koersen. Ik wil mezelf voorhouden om een stap te maken, zodat ik volgend jaar wat gemakkelijker mijn koersen kan kiezen. Dan ben ik tevreden, al kan ik dat heel moeilijk concreet maken door te zeggen in welke wedstrijden ik bijvoorbeeld kort wil eindigen”, sluit hij af.