WK 2019: Voorbeschouwing Wegwedstrijd Beloften
foto: Cor Vos
vrijdag 27 september 2019 om 08:00

WK 2019: Voorbeschouwing Wegwedstrijd Beloften

Normaal gesproken is de wegwedstrijd voor de beloften een mooie graadmeter om te zien hoe het er bij de profs aan toe gaat. Die vlieger gaat dit jaar niet op, omdat de aanloop voor de U23-renners nagenoeg vlak is én zij – na de parcourswijziging van de UCI dinsdagavond – ‘slechts’ twee keer de lokale ronde afwerken. WielerFlits blikt vooruit.

Historie

Het WK voor beloften viert dit jaar een jubileum. Het kampioenschap staat namelijk voor de 25e keer op het programma. Dat is relatief jong in de geschiedenis van het WK. De beloftencategorie werd in 1996 in het leven geroepen en vervangt sinds die dag het WK voor amateurs. De laatste winnaar van die categorie is overigens een Nederlander: Danny Nelissen liet toen het Wilhelmus klinken. Bij de beloften waren de oranjehemden overigens een stuk minder succesvol. Nog nooit viel er een wereldkampioen uit Nederland te noteren. Thomas Dekker was er in 2003 (brons) en 2004 (zilver) dichtbij, maar daar bleef het bij.

In 2003 troefde Sergey Lagutin, Johan Vansummeren (links) en Thomas Dekker (rechts) af – foto: Cor Vos

België doet het wat dat betreft ietsjes beter, al zien we daar ook nog altijd geen gewonnen regenboogtrui. Johan Vansummeren pakte in 2003 het zilver, terwijl Tom Van Asbroeck sinds 2012 een bronzen plak in zijn kast heeft liggen. Vorig jaar deed de onlangs overleden Bjorg Lambrecht er nog een zilveren medaille bij. In de eerste jaren van dit evenement was het vooral Italië dat de klok sloeg, al is het nu alweer eventjes geleden sinds hun laatste wereldkampioen. Frankrijk nestelde zich sinds 2008 met vier titels naast de Squadra Azzurra. Twee seizoenen geleden was namens Les Blues Benoît Cosnefroy nog succesvol in deze leeftijdscategorie.

Laatste tien winnaars flag-wc WK-wegrit voor beloften
2018: flag-ch Marc Hirschi
2017: flag-fr Benoît Cosnefroy
2016: flag-no Kristoffer Halvorsen
2015: flag-fr Kévin Ledanois
2014: flag-no Sven Erik Bystrøm
2013: flag-si Matej Mohorič
2012: flag-kz Alexey Lutsenko
2011: flag-fr Arnaud Démare
2010: flag-au Michael Matthews
2009: flag-fr Romain Sicard


Vorig jaar

Na diverse schermutselingen aan het begin van de koers, ontbrandde het WK voor beloften in 2018 op het finale-parcours. Zwitserland greep de steile klim naar Igls aan om een coup te plegen. Dat lukte, want er raakten zeven renners weg. Vier daarvan kwamen uit het Alpenland, inclusief Marc Hirschi. In de achtergrond werkte België zich een uur in de rondte om kopman Bjorg Lambrecht terug in de vuurlinie te brengen. Zij slaagden in hun missie: in de slotfase reed hij samen met Jaakko Hänninen en – opnieuw – Hirschi weg. Die laatste verraste zijn medevluchters met een aanval in de afdaling. Ze zagen hem pas na de finish weer terug.

foto: Cor Vos 2018

Top-5 WK-wegwedstrijd voor beloften 2018
flag-nr1 flag-ch Marc Hirschi in 4u24m05s
flag-nr2 flag-be Bjorg Lambrecht + 15s
flag-nr3 flag-fi Jaakko Hänninen z.t.
4. flag-ch Gino Mäder + 35s
5. flag-ua Mark Padun + 37s

30. flag-nl Pascal Eenkhoorn + 5m41s
Volledige uitslag


Parcours

De beloften starten hun wedstrijd in Doncaster, een flink eind ten zuidoosten van het epicentrum van dit WK in Yorkshire. Daar beginnen ze met een neutralisatie van 7,7 kilometer. Vlak na de start passeren de renners de paardenrenbaan van Doncaster. Over lange, doorgaans vlakke en rechte wegen gaat het in noordelijke richting naar Monk Fryston, Tadcaster en Boroughbridge. Het gevaar tijdens deze fase van de wedstrijd zit hem niet in het parcours, maar in waaiers. De wind (windkracht vier) staat namelijk schuin in de rug. De vraag is in hoeverre de relatief kleine teams (van vijf tot een enkele keer zes renners) bij machte zijn om waaiers op te zetten en of de wind daar misschien niet net te zacht voor is.

Van Boroughbridge gaat het naar Ripon, net voor half koers. Voor sommigen overigens op bekend terrein, want vanuit die plaatst startte de U23-tijdrit en rijden ze over wegen die ze eerder deze week al eens onder de wielen geschoven kregen. Daarna krijgen de beloften de eerste, echt hellende stroken voor de kiezen. Na 110 kilometer ligt de top van een klimmetje die 2,1 kilometer lang is met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,3%. Daarna gaat het op en af naar Pately Bridge, maar die hellingkjes gelden vooral als opwarmertje voor wat komen gaat.

Na 119,5 kilometer begint vervolgens de klim naar Greenhow Hill (3,4 kilometer aan 7,8%). Deze lastige en steile beklimming luidt de finale in. Na die helling gaat het in dalende lijn en gestrekte draf in de richting van Harrogate. Na 151 kilometer koers zullen ze aldaar voor de eerste keer de finishstrook op West Park passeren. Daarna zal de koers helemaal ontbranden, want op de technische en met klimmetjes bezaaide route is de wedstrijd moeilijk te controleren. Scherprechter in het rondje is Harlow Moar Road (1,1 kilometer aan 5,6%), waarna de meest technische passage volgt. De finishstrook is daarna licht oplopend.

In tegenstelling tot het profielkaartje die hieronder te zien is, zullen de beloften slechts twee keer het lokale circuit afleggen. De UCI besloot dinsdagavond om de slotronde te schrappen, omwille van het slechte weer dat is voorspeld. Zo kan de organisatie de veiligheid van de renners waarborgen. Door het slechte weer kan het ook wat vroeger donker zijn, waardoor de regie voor de tv-beelden in de knoei zou komen. “De televisieproducent kan nu ook een hoogwaardig product afleveren”, schreef de UCI in een verklaring. Er blijven zodoende 174 kilometers over. Mogelijk volgen er nog meer aanpassingen.

  • Dit is het originele parcours. In de aangepaste route is de slotronde van 14 kilometer geschrapt.

Datum: Vrijdag 27 september
Traject: Doncaster – Harrogate
Totale afstand:
 179 kilometer (oorspronkelijk 193 kilometer)
Hoogtemeters: 1520 (oorspronkelijk 1766 hoogtemeters)

Start: flag-gb 14.00 uur / flag-nlflag-be 15.00 uur
Finish: flag-gb 18.30 uur / flag-nlflag-be 19.30 uur


Favorieten

Opmerkelijk genoeg is het parcours voor de beloften een stuk minder zwaar dan bij bijvoorbeeld de junioren. Dat was al zo, maar zeker nu de slotronde is komen te vervallen. De junioren leggen 31 kilometer minder af, maar krijgen wel 650 extra hoogtemeters op hun bord. Toch is het de vraag in hoeverre dat uitmaakt. De vlakke aanloop naar Harrogate toe zal de koers niet lamleggen. U23-wedstrijden staan erom bekend dat het oorlog is vanaf het startschot en dat zal vrijdag niet anders zijn. Het enige verschil is, is dat door het relatief makkelijke begin de mindere goden ook mee kunnen schuiven in een vlucht. Daardoor is deze misschien iets makkelijker te controleren.

Feit is wel dat de favorieten er nu vroeg aan moeten beginnen. Omdat er slechts twee rondes op het circuit van Harrogate overblijven, nemen de titelkandidaten een risico als ze tot daar wachten. Het lastigste punt van het circuit zit hem bovendien pas in de laatste zes kilometer van het rondje. Wanneer ze tot daar wachten, zijn er per saldo nog twintig kilometer over. Met andere woorden: ongeveer een half uur koers. Als een topsprinter als Alberto Dainese er dan nog aanhangt, zal hij er alles aan doen om erbij te blijven. Aan de andere coureurs om hem en de andere snelheidsduivels daarvoor al overboord te kieperen. Greenhow Hill is misschien opeens wel de scherprechter.

Jasper Philipsen – foto: Cor Vos

De absolute topfavoriet voor de regenboogtrui huist in de selectie van België. De bondscoach heeft een uitermate sterk blok gevormd, met WorldTour-renner Jasper Philipsen als ultiem uithangbord. Het 21-jarige talent van UAE-Emirates is een van de snelste mannen aan de start vrijdag, maar hij heeft in zijn eerste jaar bij de profs laten zien ook over genoeg inhoud te beschikken. Philipsen scoorde enkele heel korte uitslagen in een resem Belgische eendagsklassiekers en hij toonde zich ook al in de Tour de France. Het lijkt erop dat hij na bijna zeventig koersdagen nog altijd de energie vindt om op het WK te schitteren.

Stefan Bissegger – foto: Jan Brychta

De grootste uitdagers komen uit het U23-circuit. Stefan Bissegger is de eerste die de revue passeert. De 21-jarige Zwitser boekte in de Tour de l’Ain al zijn eerste profzege en ook in de rest van het seizoen was hij succesvol. De jongeling is van origine tijdrijder, waardoor hij over een sterke motor beschikt. Maar ook steeds vaker laat hij zich op zwaardere parcoursen zien én wint hij sprints na lastige koersen. Zo wist hij in de Ronde van de Toekomst vorige maand bijvoorbeeld op die manier nog een etappe te winnen. Mocht Bissegger de titel grijpen, dan krijgt hij van zijn toekomstig ploeg EF Education First een mooie bonus.

Kaden Groves – foto: Petros Gkotsis

Naast Bissegger is het voor Philipsen ook oppassen voor Kaden Groves. De 20-jarige Australiër heeft veel overeenkomsten met landgenoot Michael Matthews, die in 2010 de wereldtitel bij de beloften voor zich opeiste. De renner van SEG Racing Academy (volgend jaar Mitchelton-Scott) kan zomaar eens in zijn voetsporen treden. Groves gaat bergop namelijk lang mee, getuige zijn achtste plek in Luik-Bastenaken-Luik U23 eerder dit seizoen. Ook in het hooggebergte liet hij zich zien, waardoor ze hem er in Yorkshire niet gaan afrijden. Groves beschikt over een uitstekende sprint en reed ter voorbereiding veelal profkoersen. De hertekende finale spreekt in zijn voordeel.

Tom Pidcock – foto: Cor Vos

Nog nooit lukte het Groot-Brittannië om een wereldkampioen bij de beloften af te leveren. De troef voor dit jaar heet Tom Pidcock. De 20-jarige wereldkampioen veldrijden U23 kende een ijzersterk seizoen, met onder meer winst in Parijs-Roubaix U23 en de Tour Alsace. Het parcours in Yorkshire is op maat van de thuisrijder, die er een WK op zijn trainingswegen krijgt. De jongeling hoort eigenlijk kort onder Philipsen te staan, maar hij viel zwaar in de Tour de l’Avenir. Daar begon hij overigens wel in topvorm. De laatste weken werkte Pidcock hard aan zijn herstel om hier zo goed mogelijk te zijn. Maar is dat genoeg voor goud?

Andreas Stokbro – foto: Cor Vos

Denemarken beschikt over een uiterst talentvolle lichting, waar ze binnen het huidige U23-circuit al een paar jaren op teert. Ze verschijnen met een erg sterk team aan de start, waarbij ze meerdere pionnen kunnen uitspelen. Na het afhaken van Niklas Larsen zullen zij echter alle pijlen richten op Andreas Stokbro. In de eerste maanden van het jaar liet hij zien lastige eendagswedstrijden goed aan te kunnen, door onder meer de Ronde van Vlaanderen voor beloften op zijn palmares bij te schrijven. De sterke en rappe Deen maakte dit jaar indruk in het shirt van Riwal-Readnyez, waarmee hij een WorldTour-contract bij Team NTT verdiende.

foto: Cor Vos

Hoewel het weer hen misschien niet meteen uitnodigt, hoopt ook Colombia het goed te doen in Yorkshire. Het Zuid-Amerikaanse land zet daarbij volop in op Sergio Higuita. De 22-jarige renner van EF Education First is een van de revelaties dit jaar. Hij toonde zich sinds zijn overgang naar het Amerikaanse team begin mei in diverse WorldTour-koersen. Hij werd achtereenvolgens tweede in de Tour of California, vierde in de Ronde van Polen en veertiende in de Vuelta a España. In die laatste etappekoers won hij bovendien een mooie rit. Wellicht is het voor Higuita niet zwaar genoeg in Yorkshire (zeker door het schrappen van de slotronde), maar kansloos is hij niet.

Pascal Eenkhoorn (midden) – foto: Cor Vos

De Colombiaanse klimmer kan rekenen op snelle benen na een lastige koers, wat dan weer in zijn voordeel pleit. Wie ook al eens bewees over een behoorlijke sprint te beschikken, is Pascal Eenkhoorn. De 22-jarige Nederlander won vorig jaar een veredelde massasprint in de Tour of Utah. De tweedejaars beroepsrenner van Jumbo-Visma boekte al twee profzeges en weet dus hoe hij een koers moet afmaken. Desondanks staat-ie niet te boek als veelwinnaar. De laatste jaren is echter gebleken dat dit ook niet nodig is om het goud te veroveren bij de beloften. Eenkhoorns vijftiende plek in de Bretagne Classic eerder deze maand belooft veel goeds.

Jonas Rutsch – foto: Cor Vos

Een van de meest veelzijdige selecties van het beloften WK is zonder twijfel die van Duitsland. Max Kanter van Team Sunweb was hier normaal een van de topfavorieten geweest, maar hij kreeg dit seizoen af te rekenen met veel pech. Daardoor lijkt hij niet over de vorm te beschikken die nodig is voor winst. Voor Niklas Märkl is het misschien nog een jaartje te vroeg en Georg Zimmermann heeft liever een zwaarder parcours. Jonas Rutsch is daarom de aangewezen kopman. Hij won eind maart Gent-Wevelgem U23 en wist ook in andere lastige eendagswedstrijden kort te rijden. Rutsch is bovendien niet traag aan de meet.

Kevin Vermaerke – foto: Cor Vos

De Amerikanen vormen in Yorkshire vrijdag ook een sterk blok. Met Ian Garrison hebben ze iemand die dit werk goed aan moet kunnen, terwijl het voor Brandon McNulty zaak is om de koers in de finale goed onder controle te houden. Als dat het geval is, dan creëren ze een mogelijkheid voor Kevin Vermaerke om een gooi naar de wereldtitel te doen. De pas 18-jarige krachtpatser heeft aangetoond op zwaardere omlopen zijn mannetje te staan. Hij won dit seizoen namelijk Luik-Bastenaken-Luik U23, waarna hij ook goed meekwam in de Tour de Yorkshire. Vermaerke beschikt over een vinnig eindschot en dat is nodig als je in Harrogate wilt winnen. Onlangs was hij nog vierde in Lillehammer GP.

Szymon Sajnok – foto: Cor Vos

Philipsen, Higuita, Eenkhoorn en Vermaerke zijn alle vier reeds prof. Daarmee hebben ze qua inhoud enige voorsprong op kunnen bouwen ten opzichte van anderen. Dat voordeel geldt ook voor Szymon Sajnok van CCC. Wat heet: op de slotdag van de Vuelta a España sprintte hij nog naar een derde plek in Madrid. Maar dat de spurter annex baanwielrenner meer kan, bewees hij bijvoorbeeld met korte ereplaatsen in Nokere Koerse en Bredene Koksijde Classic. Daarnaast werd hij tijdens de Tour de Wallonie tweede achter Arnaud Démare in de lastige vierde rit. De beloften zijn gewaarschuwd: neem Sajnok niet mee naar de streep. Hij zal de wijziging van het parcours met een lach ontvangen hebben.

Alberto Dainese – foto: Cor Vos

Maar wat dan met grote wielerlanden als Frankrijk, Italië en Spanje? Het antwoord is simpel. Zij beschikken slechts over outsiders. Bij de Fransen moet het vooral komen van de sterke aanvaller Simon Guglielmi. De Spanjaarden hopen dan weer op een uitschieter van de snelle Francisco Galván. Italië heeft meerdere goede renners aan boord, waarbij allrounder Alexander Konychev waarschijnlijk het meest in aanmerking komt. Voor sprinter en Europees kampioen Alberto Dainese was het aanvankelijk iets te zwaar, maar wellicht kan hij de finale – nu er een rondje minder af te werken is – nu net wél overleven. In dat geval is de renner van SEG Racing Academy een aartsgevaarlijke klant. Voor mannen als Samuele Battistella en Alessandro Covi is de parcourswijziging dan weer een nadeel. Zij konden het verschil al moeilijk maken en dat is nu niet eenvoudiger.

Een ander sterk collectief is dat van Estland. Natuurlijk, favorieten voor de wereldtitel hebben ze niet meteen. Maar Rait Ärm verraste op het EK ook alles en iedereen met zijn bronzen medaille. Met Karl Patrick Lauk en Siim Kiskonen hebben ze nog twee sterke renners; wie weet zorgen ze opnieuw voor een daverende verrassing. Ook Portugal heeft een formatie gesmeed waarmee ze kunnen meedoen. Rondetalent João Almeida zal de aanval moeten zoeken, terwijl André Carvalho er een neusje voor heeft om in de finale met de juiste groep mee te schuiven. Bij Luxemburg hebben ze met prof Kevin Geniets, de afscheidnemende Pit Leyder en snelle man Colin Heiderscheid ook verschillende opties.

Nils Eekhoff – foto: Sébastien Delaunay

Nederland heeft eveneens meerdere ijzers in het vuur. Het kan ook zijn dat Eenkhoorn of rasaanvaller Ide Schelling namelijk de finale openen en dat ze snelle mannen Marijn van den Berg en Nils Eekhoff uitspelen. Datzelfde scenario zal ook in de ploegbus van de Denen passeren, die met Andreas Kron ook een sterke renner aan boord hebben die de aanval zal willen zoeken. Zwitserland zal daar tevens op willen inspelen. Met Robin Froidevaux en Johan Jacobs hebben ze renners in de ploeg die in zo’n situatie kunnen anticiperen. Vooral die eerste kan aan de finish rekenen op een sterk sprintje. Voor Jacobs geldt dat in mindere mate.

Toch lijken de twee sterkste selectie België en Groot-Brittanië te zijn. Philipsen kan rekenen op de hulp van Brent Van Moer, Ilan Van Wilder en Stan Van Tricht, die allen ook kunnen winnen met een late uitval. Stan Dewulf en Jens Reynders kunnen de sprint voor Philipsen aantrekken, maar ook zelf toeslaan als de kopman onverhoopt is afgehaakt in de finale. Datzelfde geldt voor de Britten. Wanneer Pidcock niet fit genoeg blijkt, kunnen ze ook gokken op de razendsnelle Jake Stewart of de sterke sprinter Matthew Walls. Met Alfred Wright hebben ze zelfs nog een vierde pion die via een aanval iets kan ondernemen.

Jake Stewart – foto: Jan Brychta/Vredeskoers 2018

Tot slot nog een aantal eenlingen die ook in staat zijn om hier een mooie prijs te rijden. Tobias Foss zal het in de finale namens Noorwegen sowieso een keer proberen. Maar wellicht is het voor hem niet zwaar genoeg. Van hetzelfde laken een pak voor de Finse klimmer Jaakko Hänninen, vorig jaar nog goed voor brons. De sterke Hongaarse allrounder Barnabás Peák zal in de finale ook bondgenoten proberen te vinden voor een aanval. De Sloveen Žiga Jerman zal zich graag laten meevoeren tot een eventuele eindsprint. Mocht het daarop uitdraaien, dan moet je ook rekening houden met sterke spurters als Dušan Rajović (Servië), Stanisław Aniołkowski (Polen) en Biniyam Ghirmay (Eritrea).

Favorieten volgens WielerFlits
**** Jasper Philipsen
*** Stefan Bissegger, Kaden Groves
** Tom Pidcock, Andreas Stokbro, Sergio Higuita
* Pascal Eenkhoorn, Jonas Rutsch, Kevin Vermaerke, Szymon Sajnok

Lijst met inschrijvingen
Website organisatie


Weer & TV

De renners kunnen de paraplu’s en de regenjacks van stal halen. Vrijdagmiddag en -avond strooit Pluvius namelijk met regendruppels. De temperatuur komt ook niet hoger dan zo’n veertien graden Celsius. De wind waait aan windkracht vier uit het zuidwesten. Kortom: de weersomstandigheden zullen hun invloed spelen. En klaarblijkelijk reden genoeg voor de UCI om dus aanpassingen te doen in het parcours.

De wedstrijd is te zien via de tv. Eurosport 1 begint de uitzending om 15.00 uur, Sporza schakelt twee uur later in en dus kun je daar vanaf 17.00 uur terecht. Bespreek het verloop van het kampioenschap met de andere leden op WielerFlits. Vergeet ook niet te stemmen op onze nominatie voor Website van het Jaar!


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.