Wout van Aert mag nu ook op de weg trainen, al is dat nog niet langer dan een uur. “Dat ik weer op de weg kan trainen, is goed voor het kopje. Ik voel me al een beetje opnieuw coureur”, vertelt de coureur die in de Tour de France een diepe vleeswond opliep. 

“Voorlopig moet ik mij beperken tot één uur per dag, want de kracht in mijn rechterbeen is nog te zwak”, gaat hij verder in Het Nieuwsblad. Ik moet gewoon geduld hebben.” Geduld heeft Van Aert, want herstellen van de spieren in zijn rechterdij heeft maanden tijd nodig.

Bij Move to Cure in Antwerpen werkt de coureur van Jumbo-Visma al vijf weken iedere dag aan zijn herstel. “Een sessie duurt drie uur. Dan ben je erg moe. De hersenen moeten de spieren die geraakt zijn weer leren aansturen. Door zo lang inactief te zijn, is mijn rechterbeen heel wat spiermassa kwijtgeraakt. Maar om te kunnen fietsen, moeten beide benen gelijkwaardig kracht uitoefenen, links en rechts moeten in evenwicht zijn.”

Pas dan kan Van Aert weer voluit gaan trainen. “Aan de hand van een powermeter kan ik zien wat ik met links en rechts trap”, aldus de Belg. “Met een lage cadans gaat dat aardig, maar boven de honderd omwentelingen per minuut haal ik nog niet. Na dat uurtje voelt het dan ook niet alsof ik echt getraind heb.”

Mentaal is de terugkeer naar buiten goed in ieder geval goed geweest voor Van Aert, al blijven de twijfels. “Ik zal zeker een grote conditionele achterstand hebben”, eindigt hij. “Dus het is nog te vroeg voor mezelf om doelen te stellen. De mensen die mij behandelen zijn positief, maar dat kleine beetje twijfel blijft wel. Dat zal pas weg zijn wanneer ik het gevoel heb weer een wedstrijd te kunnen winnen.”

Lees hier ook nog het interview met Wout van Aert en Tim Merlier. Deel I en Deel II