De kogel is door de kerk: er komt een RSZ-hervorming in de sport in België. Niet alleen de voetbalwereld wacht bang af, ook in het wielrennen heerst onrust. Vooral John Lelangue (Lotto Soudal) houdt zijn hart vast. “Onze concurrentiepositie zal erop achteruitgaan zonder die specifieke steunmaatregelen voor de sport.”

43 miljoen euro. Zoveel wil de Belgische regering ophalen uit de sport. Daarvoor wordt komaf gemaakt met het fiscale gunstregime van topsporters wat betreft sociale zekerheid. De lagere lonen zullen een sportbonus krijgen die uitdooft naarmate je meer verdient. De absolute topverdieners zullen de volle pot moeten betalen, zoals elke werknemer. Dat is goed nieuws voor amateursporters of semi-professionele sporters, maar tegelijk ook een fikse rekening voor de beter betaalde sporters.

Dat de sociale bijdragen zullen stijgen, staat vast. Groot drama in het voetbal, maar ook het wielrennen ontsnapt niet aan de maatregel. Het is afwachten tot alles wat concreet wordt, maar zeker is dat de hoogste lonen niet buiten schot zullen blijven. De toppers, met andere woorden. “Zij zullen voor ons duurder worden dan voor buitenlandse ploegen”, zegt John Lelangue in Het Laatste Nieuws. “Als die renners evenveel willen verdienen als vandaag, zullen wij ze meer moeten betalen. In het buitenland geldt dat niet. Ik vrees dat we minder toppers zullen kunnen halen.”

Patrick Lefevere wilde voorlopig niet reageren. “We willen eerst de details kennen”, klinkt het. Deceuninck-Quick-Step heeft dan wel een Belgische licentie, maar heeft zijn maatschappelijke zetel in Luxemburg. Dus gelden wellicht andere wetten dan  voor Lotto Soudal, Intermarché-Wanty-Gobert, Alpecin-Fenix en Sport Vlaanderen-Baloise. Al is ook daar onduidelijkheid. Wellicht kunnen renners die in België wonen, sowieso niet ontsnappen aan de strengere regels.

Belgian Cycling
“Er heerst nog heel veel onduidelijkheid over wat precies de gevolgen gaan zijn”, vertelde Marc Leroy van de sportvakbond United Athletes gisteren aan WielerFlits. “Ook ik heb de vrees dat renners in buitenlandse dienst gaan rijden. De toppers gaan volgens mij niet persoonlijk getroffen worden, de teams zullen ervoor opdraaien. Maar wat met de renners van de tweede, derde rij? Daar gaan de ploegen wellicht minder moeite voor doen, dus bestaat de kans dat zij de dupe worden.”

Ook wielermakelaar Dries Smets en de Belgische wielerbond kregen al heel wat ongeruste telefoontjes, maar wachten af. “We gaan alle teams die profs in dienst hebben, begin november wel al uitnodigen in Tubeke voor een informatieronde”, zegt Nathalie Clauwaert, algemeen directeur van Belgian Cycling. “We volgen dit dossier van heel nabij op en hebben daarover ook contact met andere sportfederaties. Volgende week is er overleg met de politieke instanties.”

Clauwaert bevestigt in Het Laatste Nieuws ook wat Leroy ons vertelt: “We moeten er over waken dat de kleinere coureurs niet de dupe worden. Hoewel zij financieel minder bedreigd worden, bestaat de vrees dat de ploegen net in die categorie zullen snoeien om met dat budget hun toppers te kunnen houden. Dit is een dossier dat onze hele sport aangaat.”