De Col du Sabot: de onbekende buurman van de Alpe d’Huez
foto: Ties Wijntjes

De Col du Sabot: de onbekende buurman van de Alpe d’Huez

Pak ‘m beet tien kilometer oostelijker dan de Alpe d’Huez ligt de top van de Col du Sabot. De hoogtemeters, het profiel, de route: in alles lijken de twee beklimmingen op elkaar. Toch is de Col du Sabot qua bekendheid nog geen schim van zijn buurman. Onbegrijpelijk, want de klim is stukken mooier dan de Alpe.

Een doodlopende col met op de top… een parking. Geen luxueus winterresort of een skilift die je nog verder de berg op brengt. De levenloze top van de Col du Sabot roept in eerste instantie de vraag op waarom de weg überhaupt ooit is aangelegd.

Col du Sabot, Vaujany, France

• Distance: 14.6 km, Elevation: 1248 m, Avg. Grade: 8.5 %

Evengoed beantwoordt het ook gelijk een vraag: die over de onbekendheid van de klim. Dat is simpel te verklaren: nog nooit finishte een koers op de top van de Col du Sabot. Enerzijds omdat het praktisch waarschijnlijk niet haalbaar is door een tekort aan ruimte en anderzijds omdat er geen skioord is dat bereid is duizenden euro’s te betalen voor een koerspassage. Voeg daaraan toe dat velen kiezen voor een beklimming van omliggende toppen als de Alpe d’Huez en de Col de la Croix de Fer en je hebt een verklaring voor de onbekendheid.

De klim start aan het meer van Verney, langs de weg die je naar de top van de Col de la Croix de Fer en de Col du Glandon brengt. Vanuit het dorpje Le Verney zet je koers richting Vaujany. Die naam doet wellicht een belletje rinkelen, gezien daar al meermaals etappes van het Criterium du Dauphiné en de Tour Féminin finishte, meest recent nog in de Dauphiné van 2022.

Carlos Verona snelde in Vaujany naar etappewinst in het Criterium du Dauphiné 2022. Het mooiste deel van de Col du Sabot liet het peloton links liggen. – foto: Cor Vos

Zodra je de weg opdraait richting dat skidorp begint de klim direct. De eerste drie kilometer lopen aan een gemiddelde van 9% omhoog. Gelijk aanpoten dus. De weg kronkelt in het begin met een serie haarspeldbochten door het bos omhoog, terwijl het Lac du Verney rap in de achtergrond verdwijnt. Hier heb je op de nodige plekken wat welkome beschutting van de zon, maar warm is het in deze vallei ’s zomers hoe dan ook.

In Vaujany kan je nog één laatste keer je bidons vullen, wat zeker in de zomer geen overbodige luxe is. Als je het dorp verlaat fiets je eerst nog even door de bebouwing, maar het tweede deel van de klim krijgt een compleet ander karakter en is daardoor niet te vergelijken met de eerste helft.

Al snel bevind je je namelijk in een open berglandschap, welke het best als onherbergzaam getypeerd kan worden. Ruwe rotswanden en dorre bergweiden karakteriseren de omgeving waar je tot aan de top in omhoog fietst. Nog meer, typeert rust de klim. Ik fiets er enkele dagen voordat de Tour de France de Alpe d’Huez aandoet, dus het is ongelooflijk druk in de streek, maar ik kom slechts een vijftal andere fietsers tegen op de top. Verder niemand.

Het uitzicht gedurende de klim verveelt nergens – foto: Ties Wijntjes

Normaal vind ik de rust die een dergelijk onbekende klim kenmerkt juist bijzonder fijn, maar bij deze klim kan ik juist een Tourpassage levendig inbeelden. De smalle weg van wisselende kwaliteit die als een slang door het open landschap omhoog kruipt, vol met hordes fans die de koploper tot en met de rode lantaarn omhoog schreeuwen. Ik zie het helikopterbeeld van een kilometerslang lint aan supporters direct voor me.

Zelf zou ik wat aanmoedigingen ook niet erg vinden, want het is hard werken om boven te komen. Met de Col de la Croix de Fer al in de benen is het – zeker in de midzomerse hitte – keihard werken. Naast de omgeving heb ik maar oog voor één ding: het wiel van mijn fietsmaatje voor me.

Vanaf de top kijk je uit op het Lac du Mason en de klim naar de Col de la Croix de Fer – foto: Ties Wijntjes

Ondanks de zware inspanning is de setting betoverend. De beklimming van de Col de la Croix de Fer is hemelsbreed maar een paar kilometer verderop, maar afgaande op de uitzichten had dit evengoed een andere uithoek van de Alpen kunnen zijn. Waar je op de Croix de Fer overal om je heen uitkijkt op met groen bezaaide bergwanden, lijk je hier in een nog woester landschap terecht te komen. De zon heeft hier overduidelijk vrij spel, want regelmatig passeer je plukken totaal uitgedroogde flora.

Nog een opvallende verandering vanaf Vaujany, is de kwaliteit van het wegdek. Niet in positieve zin, want die wordt een stuk minder goed. Slecht is het ook niet echt te noemen, maar regelmatig volgt een korte grindpassage of moet je even door de gaten in de weg slalommen. Bergop niet rampzalig, maar het maakt de afdaling er wel een stuk lastiger door.

Zeker het slot van de beklimming is er één om je vingers bij af te likken. In de laatste kilometers verlaat je de tot dan toe brede vallei en kruip je tussen twee bergwanden verder omhoog. Hier krijg je een paar keer mooi uitzicht in de richting waar je vandaan bent gekomen en kan je zodoende de weg door de open bergomgeving kilometers terug zien slingeren.

Haarspelden genoeg, maar echt leuk dalen is de Col du Sabot niet – foto: Ties Wijntjes

Het voorheen zo uitgestrekte uitzicht wordt in eerste instantie smaller, tot je nabij de top over de bergrug kan kijken waar de top van de klim ligt. Eenmaal aangekomen bij het eindpunt van de weg kijk je uit over een bergweide, met in de verte zicht op het Lac du Mason en de weg die omhoogvoert naar de Col de la Croix de Fer en de Col du Glandon. Hard werken wordt beloond. Dat geldt zeker op de Col du Sabot, door het beeldschone uitzicht.

Een kop koffie en een taartje bij een berghut zou op het eerste gezicht niet misstaan, maar juist de rust en bijbehorende sereniteit die de klim kenmerkt maakt dit een fantastische rit. Onderweg heb je er op deze tamelijk zware klim misschien niet altijd oog voor, maar op de top is er des te meer reden om te genieten van het bijzondere decor van de Col du Sabot.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.