foto: Sirotti (archief)

Albert Timmer was vandaag in de Giro d’Italia een opvallende naam in de top tien van de rituitslag. De renner van Giant-Shimano raakte in de slotfase zijn kopman Luka Mezgec kwijt en besloot vervolgens er alsnog het beste van te maken. Het leverde hem een zevende plek op.

Een valpartij van Tyler Farrar doorkruiste de plannen van de ploeg. “Luka zat net achter de val. Het was echt chaotisch,” vertelde Timmer na afloop aan de NOS. “Op achthonderd meter vielen ze. Ik besliste toen vroeg te gaan en hoopte ze te kunnen verrassen. Maar het was te veel bergop en ik ben misschien weinig te sprinter om dat te kunnen. Maar ik heb het geprobeerd,” kijkt hij terug.

Mezgec raakte in de finale op een klimmetje zijn ploeggenoten kwijt. Toch vond de Sloveen opnieuw de aansluiting. “Luka is tot in mijn wiel gekomen. Doordat het peloton een zwieper raakte, verliest hij mij weer,” aldus Timmer. “Toen was daar die valpartij. Ik zag links achter mij dat Luka er achter zat, ” kijkt hij terug. Timmer ging voor eigen kans en dat leverde hem een zevende plek op. “Maar dat was niet de bedoeling. We zijn hier voor Luka en niet voor mij,” oordeelt hij nuchter.

Volgens Timmer verlopen de finales in Italië hectisch. “Het is veel improviseren. Dat blijkt maar weer. De klassementsmannen zaten ook allemaal voorin, omdat het zo hectisch is. Dan komt het vaak op improvisatie aan. Maar vandaag was het helaas niet aan ons,” kijkt hij terug.