Beckeringh: “Geluk bij een ongeluk dat ik niets breek”
zaterdag 28 juni 2014 om 17:43

Beckeringh: “Geluk bij een ongeluk dat ik niets breek”

Derk-Abel Beckeringh zat in de finale van het NK voor beloften mee in de kopgroep en leek mee te gaan sprinten om de winst. Hij plaatste zichzelf in het wiel van Mike Teunissen. Dat leek de goede keuze, maar niet veel later lag hij ondersteboven. “Ik denk dat Mike iets aantikte of uitgleed op zo’n streep (wegmarkering, red.) toen hij aanzette”, verklaart de Croford-renner na de koers aan WielerFlits.

Direct nadat Beckeringh zijn plasje had ingeleverd bij de dopingcontrole, bekeek hij de sprint terug op de camera van een van onze collega’s. Maar wat gebeurde er nu precies? “Ik focuste mij op het wiel voor me, om op het juiste moment de sprint aan te gaan. Plots glijdt dat wiel dan weg en voor ik het in de gaten heb, lag ik zelf ook op het asfalt. Ik denk dat Mike iets aantikte of uitgleed op zo’n streep toen hij aantzette. Je vizier ligt dan direct op je fiets pakken, maar de ketting lag er helemaal af. Dat werd hem dus niet meer.”

Een dichte eindnotering werd Beckeringh door zijn neus geboord. Logischerwijs heerst er teleurstelling: “Ja, absoluut. Als ik de sprint gewoon kan rijden en je komt op je max over de streep, dan moet je met elk resultaat vrede hebben. Ik reed een goede koers en was ook de hele dag scherp. Als je sprint dan uiteindelijk zo in de soep loopt, dan is dat wel een ontgoocheling, ja.”

“Of ik hem iets verwijt?”, countert de Croford-coureur de vraag. “Nee, dat kan ik niet doen. Hij doet het niet expres. Hij gaat niet voor zijn plezier in winnende positie op het asfalt liggen. Teleurgesteld mag ik wel zijn, zeker gezien mijn wedstrijd.” De 21-jarige inwoner van Amstelveen werd uiteindelijk zevende, op 34 seconden van winnaar Tim Kerkhof.

“Had een andere wedstrijd gereden als ik nog in dienst was van Rabobank”
Beckeringh oogste vorig jaar veel lof na zijn prestaties in de Tour de l’Avenir, de Ronde van de Toekomst. Daar liet hij bergop in dienst van de nationale selectie, als enige niet-Rabobank-renner, mooie dingen zien. Na een eerdere periode bij de opleidingsploeg van Rabobank, kreeg hij opnieuw een contract van het Rabobank Development Team aangeboden. Daar ging hij op in, maar nog voor het seizoen goed en wel gestart was, leverde Beckeringh dat ook alweer in.

De klimmer koos ervoor om – opnieuw kon hij fietsen en school niet combineren – de voorkeur te geven aan zijn studie en terug te keren bij Croford. Hij reed nu een andere wedstrijd: “Rabobank rijdt hier natuurlijk met veel meer renners. Dan had mijn tactiek natuurlijk heel anders geweest. Nu moest ik gewoon zorgen dat ik meeging en scherp bleef. Anders had ik achter de feiten aangereden. Dat had ik in het shirt van Rabobank dan nog kunnen corrigeren, bijvoorbeeld. Toch zie je altijd wel dezelfde renners mee van voren in de finale.”

Ondanks de val, was Beckeringh wel tevreden over zijn koersverloop. “Ja, dat denk ik wel. Normaal gesproken sprint ik gewoon voor de winst. Ik moet mezelf niets verwijten. Ik had ook niet de mogelijkheid om weg te rijden, met drie jongens van Rabobank erbij. Die hadden het te allen tijde dichtgereden. Er moest om gesprint worden en dat liep helaas mis. Als er een fiets voor je ligt, moet je wel een stuntpiloot zijn om daaraan te ontsnappen.”

De uitdrukking ‘als telt niet in de sport’, is bij vele mensen bekend. Speculeren doet de Croford-renner dan ook niet: “Dan blijft het nog meer na zeuren. Ik ga nu een week rusten om te herstellen. Daarna ga ik lekker richting het najaar werken, want anders blijf ik hier te veel in hangen. Aan de andere kant heb ik erg veel geluk gehad vandaag. Dat ik nog nooit iets heb gebroken, is eigenlijk al een klein wonder. Geluk bij een ongeluk”, smeet de jongeling nog maar eens met een cliché. Beckeringh hield aan zijn val een bebloede heup en een dikke bloeduitstorting aan zijn arm over.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.