De Belgische bond komt deze week met selectiecriteria naar buiten die moeten bepalen wie als tweede tijdrijder mee gaat naar de Olympische Spelen in Tokio. Wout van Aert laat, als een van de kanshebbers, aan Het Laatste Nieuws weten dat hij mogelijk de Tour de France wil laten schieten. “Als je naar de Spelen wil gaan, is het logisch dat je bepaalde opofferingen doet”, zegt Van Aert.

‘Iedereen start op nul’
Bondscoach Rik Verbrugghe en technisch directeur Frederik Broché weten al dat Remco Evenepoel namens België naar Tokio gaat voor de tijdrit. Hij voldeed met winst op het EK tijdrijden en zilver op het WK tijdrijden aan de criteria. Voor de tweede plaats is nog niemand aangewezen. Eind deze week laat de bond aan de betrokken renners weten wat de criteria zijn.

“Omdat er geen grote kampioenschappen meer zijn vóór de Spelen, kunnen we geen strikte richtlijnen geven. De criteria zullen minder meetbaar zijn dan dit seizoen het geval was. Wat zeker is: wat de voorbije maanden gebeurd is, telt niet meer mee. Iedereen start opnieuw van nul”, zegt Broché tegen HLN. Naast Van Aert worden ook Victor Campenaerts, Thomas De Gendt, Yves Lampaert en Laurens De Plus ingelicht.

Gevoel van Verbrugghe
“Iedereen krijgt gelijke kansen. […] Het aanvoelen van de bondscoach wordt een cruciaal element”, vertelt de technisch directeur van de bond, die ook kijkt naar de bereidwilligheid van de kandidaten. Zo wil Campenaerts alles op alles zetten om naar Tokio te gaan. “Hoe ver zijn ze bereid om te gaan voor hun olympische droom? Hun programma voor 2020 zegt veel over hun intenties.”

Verbrugghe en Broché hakken eind mei of begin juni de knoop door. Dat is een kleine twee maanden voor de Spelen. “We denken dat twee maanden moeten volstaan”, aldus Broché. De timing is belangrijk om de renner in kwestie optimaal te kunnen voorbereiden op de warme omstandigheden in Tokio.