Dit is wat we nu weten over het parcours van de Tour de France 2022
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
donderdag 14 oktober 2021 om 07:30

Dit is wat we nu weten over het parcours van de Tour de France 2022

Overzicht Donderdag presenteert de ASO het officiële routeschema van de Tour de France 2022. Net zoals alle andere jaren stapelen de geruchten zich in aanloop naar de presentatie op. Velowire.com en La Flamme Rouge bundelen al jaren de meest kansrijke geruchten. Als die allen waar blijken te zijn, dan krijgen we een zeer complete Tour met onder meer twee tijdritten, mogelijk twee kasseienritten en aankomsten op in ieder geval Alpe d’Huez en La Planche des Belles Filles. WielerFlits zet alles wat we nu weten op een rij.

Het overzicht met geruchten in bulletpoints:

Week 1

  • Start in Kopenhagen met een individuele tijdrit van 13 kilometer
  • Kans op waaiers in Denemarken
  • Mogelijk kasseien uit Gent-Wevelgem, op zeker kasseien uit Parijs-Roubaix
  • Eerste aankomst bergop: La Planche des Belles Filles

Week 2

  • Uitstapje naar Zwitserland
  • Bergop aankomsten in de Alpen: Col du Granon & Alpe d’Huez
  • Lastige overgangsetappe naar Mende

Week 3

  • Gevaarlijke heuvelrit naar Foix
  • Bergop aankomsten in de Pyreneeën: Peyragudes & Hautacam
  • Individuele tijdrit op de voorlaatste dag van minstens dertig kilometer

Van Denemarken naar Frankrijk en via België weer terug
Omwille van corona werd de geplande Grand Départ in de Deense hoofdstad Kopenhagen in 2020 uitgesteld en ook 2021 bleek niet haalbaar vanwege het Europees kampioenschap voetbal. Bij WielerFlits kon je toen al lezen dat de havenstad mikte op 2022 en dat is ook het geval. Sterker nog: de ritten in Denemarken zijn al uitgetekend. Op vrijdag 1 juli begint de Tour met een tijdrit van 13 kilometer in en rondom de haven van Kopenhagen. De tweede rit voert het peloton dan over 199 kilometer van Roskilde naar Nyborg. Hier is de kans op waaiers groot, onder meer door de achttien kilometer lange brug tussen Funen en Seeland.

Aan het eind van die brug ligt finishplaats Nyborg, waardoor de finale uiterst nerveus zal zijn. De derde etappe op de zondag brengt de renners over een totale afstand van 182 kilometer van Vejle naar Sønderborg. Ook deze rit is vlak, maar ook hier kan de wind een factor spelen. Op maandag 4 juli vliegen de renners via een extra rustdag naar Frankrijk. Dat zal zijn richting Lille, want de dagen erop blijft het peloton volgens de geruchten in Noord-Frankrijk. De start van de vierde etappe zou in Duinkerke liggen. Daarna trekt het peloton vermoedelijk via het West-Vlaamse heuvelland door België, bekend van Gent-Wevelgem.

Wallers-Arenberg stond anderhalve week geleden nog op het menu – foto: Cor Vos

Die passage zal dan aan het begin liggen (volgens de geruchten met mogelijk de Kasselberg en/of Katsberg), want de finish van die rit zou in havenstad Calais zijn. Een dag later zou dan de start in Lille zijn en die rit zal de renners angst inboezemen. De finish zou liggen in Wallers-Arenberg en dat betekent dat het peloton zich moet opmaken voor een kasseienrit, mits ze die niet een dag eerder al hebben aangedaan in de Moeren. Op 7 juli zouden de renners dan de eerste heuvelrit voorgeschoteld krijgen, die start in het Belgische Binche. Die etappe zou grotendeels over Waals grondgebied gaan met een finish in het Franse Longwy.

Via La Planche des Belles Filles en Zwitserland naar de Alpen
Vier jaar geleden huisveste Longwy – dat op het driepunt Wallonië, Luxemburg en Frankrijk ligt – ook een rit die vanuit België vertrok, gewonnen door Peter Sagan. De dag daarna volgt de eerste bergop aankomst van deze Tour, omdat er waarschijnlijk een kopie volgt van de zevende rit van de 2012-editie. Toen maakte La Planche des Belles Filles zijn debuut in de Tour en tien jaar later lijkt de organisatie dat feit te eren. Het enige verschil zou zijn dat het peloton nu ook het niet-geasfalteerde deel naar de top aandoet, dat we kennen uit de Tour van 2019. Toen hield Dylan Teuns daar Giulio Ciccone af, die dagen in het geel zou rijden.

Op de zaterdag erna zouden we dan moeten vertrekken vanuit de Oost-Franse stad Doule, waarna het peloton een uitstapje lijkt te maken naar Zwitserland. De vlakke achtste etappe lijkt namelijk aan te komen in Lausanne. Volgens beide bronnen blijven we in Zwitserland, want op de tweede zondag zou het startschot moeten klinken in Aigle – daar waar de UCI haar hoofdkantoor heeft. De finish ligt dan in het Franse Châtel, amper dertig kilometer verder. Men spreekt daarom over een zuidelijke lus via skistation Les Portes du Soleil, in de buurt van mountainbike-oord Les Gets en tussen het Franse Morzine en het Zwitserse Champéry.

Dylan Teuns was de laatste winnaar op La Planche des Belles Filles – foto: Cor Vos

De tweede rustdag zou daarna moeten plaatsvinden aan de voet van de Franse Alpen, waar de elfde rit volgens Velowire met zekerheid start in Morzine en finisht in Megève. Dat ligt dan weer vlakbij de Mont-Blanc, waar het peloton ook een skistation zou moeten passeren. La Flamme Rouge spreekt daarna op 13 juli pas over de volgende bergetappe. De start zou andermaal zijn in Albertville, waar de Tour de laatste jaren al vaker vanuit vertrokken is. De aankomst van die eerste échte Alpenrit zou liggen op de top van de Col du Granon (2413m). Die klim was tot 2011 de hoogste finish in de Tour ooit. Ze werd alleen in 1986 beklommen.

De Spaanse rittenkaper Eduardo Chozas won die dag op de Granon. Waar het asfalt ophoudt, volgt er nog een gravelweg naar een hoger punt. Daar bevindt zich een militaire basis, maar of de organisatie dat meeneemt in de plannen weten we pas donderdag. Daags nadien staat op de Franse feestdag quatorze julliet een rit vanuit Briançon naar de top van Alpe d’Huez op het programma. Bronnen aan WielerFlits bevestigen dat die beklimming zeker is en dat het een van de sleuteletappes van de komende Tour belooft te worden. Volgens regionale media volgt op donderdag een overgangsrit van Bourg d’Oisans naar Saint-Étienne.

Peyragudes, Hautacam en tijdrit op voorlaatste dag
In het voorlaatste weekend kunnen we de aanvallers aan het werk zien. Vanuit Saint-Étienne krijgen we op zaterdag waarschijnlijk een aankomst op het vliegveld van Mende, waar Omar Fraile de laatste keer in 2018 won. We kennen de aankomst ook van de indrukwekkende zege van Lieuwe Westra in Parijs-Nice 2012. Een dag later zouden we dan weer vertrekken vanuit Rodez, waar Greg Van Avermaet in 2015 zijn eerste ritzege in de Tour wist te boeken. Over de finishplaats zijn Velowire en La Flamme Rouge het daarna eens: beide zetten daar namelijk een vraagteken neer, al zal de finish van die rit volgens de geruchten in Carcassone zijn.

Bocht zeven op Alpe d’Huez kleurt altijd oranje – foto: Cor Vos

In die contreien is het wel vaker zoeken naar de goede weg en daarom plannen ze in de buurt van Carcassone en Narbonne op maandag 18 juli de derde en laatste rustdag. Ook de start van de zestiende rit is nog in nevelen gehuld, maar de finish ligt dan waarschijnlijk in Foix. Zowel in 2019 (Simon Yates) als 2017 (Warren Barguil) leverden die ritten het nodige spektakel op. Vervolgens krijgen we twee aankomsten bergop in de Pyreneeën. De eerste zal zijn op het loeisteile vliegveld van Peyragudes. We herinneren ons allemaal de ritzege van Romain Bardet in 2017 en vooral hoe moeilijk klassementsleider Chris Froome het toen had.

De dag daarna volgt de laatste bergetappe, die naar verluidt op de gevreesde Hautacam ligt. De Pyreneeënklim leverde in de vijf eerdere uitgaves desastreuze verschillen op. Zo reed Lance Armstrong hier in 2000 iedereen de vernieling in en strooide hij met minuten. Hij legde er zijn basis voor de eindzege, zoals ook Miguel Indurain (1994) en Bjarne Riis (1996) dat deden. In 2014 was het voor Vincenzo Nibali een glorietocht, nadat hij al dagen aan een stuk in het geel reed. Na die dag zit het klimwerk erop en kunnen de klassementsrenners zich opmaken voor een finaleproef op de voorlaatste dag van deze Ronde van Frankrijk.

Etappe negentien is naar verluidt namelijk een vlakke rit tussen Castelnau-Magnoac en Cahors, voordat er op de laatste zaterdag een tweede individuele tijdrit volgt. Die zou moeten lopen van Lacapelle-Marival naar Rocamadour en de kortste afstand tussen die twee plekken bedraagt dertig kilometer. Velowire citeert echter France Blue, dat spreekt over een bezoek aan een van de toeristische trekpleisters in de regio Occitanië: de druipsteengrot Padirac. In dat geval zou de tijdrit aanzienlijk langer zijn dan dertig kilometer. De slotrit zou dan beginnen in Thoiry, om traditioneel af te sluiten op de Champs-Élysées in Parijs.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.