Dit moet je weten over de Wereldbeker Veldrijden 2021-2022
foto: Cor Vos
Nico Dick
zondag 31 oktober 2021 om 07:15

Dit moet je weten over de Wereldbeker Veldrijden 2021-2022

Special In Overijse is de Wereldbeker veldrijden al zijn vijfde wedstrijd van het seizoen toe. Wat moet je weten over het meest prestigieuze en vorig jaar vernieuwde regelmatigheidscriterium? WielerFlits lijst het voor u op.

Geschiedenis

De Wereldbeker Veldrijden werd in 1993 in het leven geroepen. Het was voor de Internationale WielerUnie UCI een antwoord op het succes van de Superprestige, het oudste regelmatigheidscriterium (sinds ’82) en de GvA-Trofee (sinds ’87, vandaag X2O Trofee). De eerste Wereldbeker bestond uit slechts vijf proeven, weliswaar in vijf verschillende landen. Paul Herygers won drie (Igorre, Eindhoven, Eschenbach) van de vijf proeven en werd zo de eerste eindwinnaar, voor Danny De Bie en Marc Janssens.

Twee jaar later werd het aantal proeven opgetrokken tot zeven. Met België, Nederland, Frankrijk, Zwitserland, Spanje, Tsjechië en Italië waren meteen de belangrijkste Europese crosslanden vertegenwoordigd. Ook de daaropvolgende jaren  – weliswaar met zes of vijf manches – was sprake van een mooie internationale (lees: Europese) mix.

Dieptepunt in 2014
In het seizoen 2002-2003 kregen ook de vrouwen en de beloften en junioren mannen hun eigen Wereldbeker. Daphny van den Brand was de eerste vrouw op de erelijst. Ook in die periode kreeg de Wereldbeker een upgrade in kwantiteit. Het ging plots van zes naar elf manches, waaronder voor het eerst drie Belgische. Daarna was het wisselvalligheid troef. De Wereldbeker werd dan wel het meest prestigieuze klassement en het paradepaardje van de UCI onder het mom van de internationalisering van het veldrijden, maar dat ging niet altijd van harte.

Hanka Kupfernagel en Daphny van den Brand na de eerste WB-manche voor vrouwen in Frankfurt – foto: Cor Vos

Een absoluut dieptepunt noteerden we in het seizoen 2014-2015, toen de UCI amper zes organisatoren bereid vond een wereldbekermanche te organiseren. Bij die zes drie Belgische en twee Nederlandse. De internationalisering was toen wel bijzonder ver weg. Daarna ging het mondjesmaat weer beter. En na veel proberen, werd in 2015 voor het eerst een Amerikaanse manche toegevoegd aan het regelmatigheidscriterium. Intussen zijn manches in de VS vaste prik, maar de internationalisering is daarmee ook in 2021 nog geen feit.

Flanders Classics
Drie jaar geleden besloot de UCI om de Wereldbeker – in het kader van een herstructurering – uit te besteden. Diverse partijen, waaronder Golazo en Flanders Classics, stelden zich kandidaat. Laatstgenoemde won het pleit en krijgt de Wereldbeker voor acht jaar  (2020 – 2028) onder zijn hoede, inclusief de marketing- en sponsorrechten. 2020-2021 zou het eerste seizoen van het hervormde regelmatigheidscriterium worden, maar de coronapandemie strooide roet in het eten: slechts vijf van de oorspronkelijk veertien voorziene wedstrijden konden effectief ook doorgaan. Dit jaar is de echte nieuwe start.

Wout van Aert, vorig jaar eindlaureaat van de ingekrompen versie van de Wereldbeker – foto: Cor Vos

Erelijst
Mannen
2020-2021: flag-be Wout van Aert
2019-2020: flag-be Toon Aerts
2018-2019: flag-be Toon Aerts
2017-2018: flag-nl Mathieu van der Poel
2016-2017: flag-be Wout van Aert
2015-2016: flag-be Wout van Aert
2014-2015: flag-be Kevin Pauwels
2013-2014: flag-nl Lars van der Haar
2012-2013: flag-be Niels Albert
2011-2012: flag-be Kevin Pauwels
2010-2011: flag-be Niels Albert
2009-2010: flag-cz Zdeněk Štybar
2008-2009: flag-be Sven Nys
2007-2008: Geen officieel klassement
2006-2007: Geen officieel klassement
2005-2006: Geen officieel klassement
2004-2005: Geen officieel klassement
2003-2004: flag-nl Richard Groenendaal
2002-2003: flag-be Bart Wellens
2001-2002: flag-be Sven Nys
2000-2001: flag-nl Richard Groenendaal
1999-2000: flag-be Sven Nys
1998-1999: flag-be Mario De Clercq
1997-1998: flag-nl Richard Groenendaal
1996-1997: flag-nl Adrie van der Poel
1995-1996: flag-it Luca Bramati
1994-1995: flag-it Daniele Pontoni
1993-1994: flag-be Paul Herygers

Vrouwen
2020-2021: flag-nl Lucinda Brand
2019-2020: flag-nl Annemarie Worst
2018-2019: flag-nl Marianne Vos
2017-2018: flag-be Sanne Cant
2016-2017: flag-nl Sophie de Boer
2015-2016: flag-be Sanne Cant
2014-2015: flag-be Sanne Cant
2013-2014: flag-us Katherine Compton
2012-2013: flag-us Katherine Compton
2011-2012: flag-nl Daphny van den Brand
2010-2011: flag-nl Sanne van Paassen
2009-2010: flag-nl Daphny van den Brand
2008-2009: flag-de Hanka Kupfernagel
2007-2008: Geen officieel klassement
2006-2007: Geen officieel klassement
2005-2006: Geen officieel klassement
2004-2005: Geen officieel klassement
2003-2004: flag-de Hanka Kupfernagel
2002-2003: flag-nl Daphny van den Brand


Kalender

Zestien manches, verdeeld over zes landen. En, voor zover mogelijk, altijd op zondag. Die zondagen zijn niet toevallig. “Een bewuste keuze, want dat zijn de beste tv-slots”, zegt Tomas Van Den Spiegel, CEO van Flanders Classics, daarover in een interview in ons magazine RIDE. “Het is onze taak om van de Wereldbeker een Champions League te maken. Ervoor te zorgen dat een renner niet meer twijfelt en op termijn altijd voor de Wereldbeker kiest, met een hoog prijzengeld en belangrijke UCI-punten als inzet.”

In het najaarsnummer van RIDE besteden we ruimschoots aandacht aan het veldritseizoen en lees je het complete dubbelinterview met Sven Nys en Tomas Van den Spiegel. Profiteer nu van onze abonnee-actie en krijg tijdelijk bij het afsluiten van een jaarabonnement ons najaarsnummer gratis. Bestel je RIDE liever los? Bestel dan nu het najaarsnummer van RIDE en krijg het gratis thuisbezorgd.

Minpunt richting de internationalisering, die nog steeds nagestreefd wordt: zes landen is té weinig en zes Belgische manches is in verhouding te veel. Bovendien zijn de drie Nederlandse WB-manches nét over de Belgische grens. “We hebben acht jaar tijd om dat op punt te zetten”, aldus Van Den Spiegel nog. “Zes Belgische manches, dat zal binnen acht jaar sowieso niet meer het geval zijn. Anders zullen we, als Flanders Classics zijnde, niet in ons opzet geslaagd zijn. Het klopt dat we momenteel nog teveel gevangen zitten in Vlaanderen.”

Tomas Van Den Spiegel in gesprek met Sven Nys voor RIDE – foto: Raymond Kerckhoffs

Kalender Wereldbeker seizoen 2021-2022
10 oktober 2021 flag-us Waterloo (Eli Iserbyt & Marianne Vos)
13 oktober 2021 flag-us Fayetteville (Quinten Hermans & Lucinda Brand)
17 oktober 2021 flag-us Iowa City (voorbeschouwing)
24 oktober 2021 flag-be Zonhoven (voorbeschouwing)
31 oktober 2021 flag-be Overijse (voorbeschouwing)

14 november 2021 flag-cz Tabor
21 november 2021 flag-be Koksijde
28 november 2021 flag-fr Bésançon

5 december 2021 flag-be Antwerpen
12 december 2021 flag-it Val di Sole
18 december 2021 flag-nl Rucphen
19 december 2021 flag-be Namen
26 december 2021 flag-be Dendermonde

02 januari 2022 flag-nl Hulst
16 januari 2022 flag-fr Flamanville
23 januari 2022 flag-nl Hoogerheide


Puntentelling

In elke proef van de Wereldbeker worden punten toegekend. De winnaar krijgt 40 punten, de nummer twee 30, de nummer drie 25. De vierde krijgt er nog 22, van dan af gaat het puntje per puntje naar beneden. Van 21 voor de vijfde tot 1 punt voor de 25ste.

40 – 30 – 25 – 22 – 21 – 20 – 19 – 18 – 17 – 16 – 15 – 14 – 13 – 12 -11 – 10 – 9 – 8 – 7 – 6 – 5 – 4 – 3 – 2 – 1 

De leider/leidster in het klassement start de volgende wedstrijd in de bijhorende leiderstrui. Na 16 wedstrijden wordt een eindranking opgemaakt. De eindwinnaar/winnares strijkt 30.000 euro op. De prijzenpot vindt u in de tabel in het onderstaande puntje. Voorts is het eindklassement bepalend voor de startorde op het wereldkampioenschap.

Michael Vanthourenhout vorig jaar in de herkenbare leiderstrui in Namen – foto: Cor Vos

Nog dit: ook de beloften en junioren mannen en junioren vrouwen hebben een eigen wereldbekerklassement, maar voor hen tellen slechts vijf wedstrijden: Tabor, Namen, Dendermonde, Flamanville en Hoogerheide. De vier beste resultaten van deze vijf worden in rekening genomen. Concreet betekent dit dat in deze vijf WB’s de U23-mannen als Ryan Kamp, Pim Ronhaar, Thibau Nys, etc… niet zullen starten in de elitewedstrijden.


Start- en prijzengeld

In het profveldrijden is doorheen de jaren het startgeld een enorme bron van inkomsten geworden. Tenminste, voor de toppers, diegenen die het publiek naar het veld lokken of ervoor zorgen dat de kijkers voor het scherm gekluisterd blijven zitten. Maar daar willen de organisatoren van de Wereldbeker komaf mee maken. En dat doet de UCI/Flanders Classics met een grotere prijzenpot.

In onderstaande tabel vindt u de bedragen terug die de renners kunnen verdienen in de 16 wereldbekermanches. In elke wedstrijd krijgt de winnaar en winnares (mannen verdienen sinds kort evenveel prijzengeld als de vrouwen, de ronde som van 5.000 €). Opmerkelijk: ook de nummer 40 in het dagklassement strijkt nog 300 € op. Goed voor een prijzenpot van 39.500 €. Ter vergelijking, de winnaar van bijvoorbeeld de Superprestigemanche in Gieten of Gavere moet het doen met 1.400 €. Maar daar pakken de toppers uiteraard meer startgeld. Daarbovenop voorziet de Wereldbeker ook nog een overall-prijzenpot van 155.000 € voor mannen én vrouwen. 30.000 € voor de winnaar, 20.000 voor de tweede enzovoort.

“Geen goede zaak”, zegt Sven Nys in het RIDE-interview waarvan hierboven al sprake. “Toppers als Van der Poel en Van Aert, die veel volk op de been brengen, mogen daarvoor vergoed worden. Maar ook voor renners als Iserbyt, Aerts en Sweeck blijft startgeld cruciaal. Het is de helft van hun jaaromzet. Als dat verandert, vrees ik dat veel renners gaan afhaken.”

Nys is ook overtuigd dat renners wel eens zouden kunnen gaan kiezen voor het startgeld van een niet-WB cross op zaterdag in plaats van het prijzengeld in de Wereldbeker. Tomas Van Den Spiegel: “Dat wedstrijden door middel van hoge startgelden een wereldbekercross kunnen wegduwen, toont dat er fundamenteel iets schort aan de veldritsport.”


Deelnemers

Moeilijke materie, want de selectieprocedures zijn opnieuw gewijzigd in vergelijking met de voorbije jaren. Niet elke renner kan van start in de Wereldbeker. De basisregel is de volgende: De beste vijftig renners en rensters van de UCI-ranking zijn startgerechtigd, weliswaar met een maximum van acht renners per land, namelijk de eerste acht in de ranking. Daarnaast mogen alle landen die minder dan acht startgerechtigde renners hebben, hun team aanvullen tot acht renners en krijgen de toplanden nog – maximum, afhankelijk van land tot land – vier wildcards.

Voorts mag elk land dat minstens 8 renners inschrijft, ook nog twee U23-renners afvaardigen in de manches waar geen aparte U23-wedstrijd is. Belangrijk: een startplek van een top 50-renner is persoonlijk en mag niet worden ingevuld door een andere landgenoot. Bijvoorbeeld Wout van Aert en Laurens Sweeck passen voor de de Amerikaanse manches, dat betekent dat België twee plekjes minder kan invullen. Zij worden niet vervangen.

Voor de volledigheid nog dit: in de elitewedstrijden wordt gereden in merkentruien, In de vijf wedstrijden waar ook jongeren hun WB afwerken, rijden de jeugdcategorieën in hun nationale shirts. In alle categorieën mag het organiserende land van een WB-manche vier extra renners inschrijven, mits het maximum van twaalf renners per land niet wordt overschreden. Dit geldt bijvoorbeeld niet voor België.

De startvolgorde van een wereldbekerwedstrijd:

  1. Top 8 wereldbekerklassement (uitgezonderd de eerste manche)
  2. Top 50 UCI-ranking
  3. Startplekken 25-32 zijn gereserveerd voor rijders uit de top 50 van de weg- of  MTB-ranking.
  4. Niet gerangschikte renners (buiten top 50 UCI-ranking)

 TV

Zowel de vrouwen- als de mannenwedstrijden worden gecoverd door Telenet Play Sports, Sporza en Proximus in België. De wedstrijden zijn in Nederland ook live te volgen via Eurosport en de NOS. 

Overzicht: Veldrijden op TV

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.