Na zeven etappes in de Giro d’Italia staat Bauke Mollema er prima voor. In het klassement staat hij voorlopig twintigste en hij wordt in de rangschikking omringd door collega-klassementsrenners. So far, so good dus. Het maakt dat de kopman van Trek-Segafredo tevreden terugkijkt op het eerste deel van de Giro. Toch zijn er ook nog twijfels, zegt hij tegen De Telegraaf.

“Ik heb een goede week achter de rug”, zegt de man die bezig is aan zijn derde Giro. Het zit de Groninger voorlopig ook mee, zelfs als tegenslag zich aandient: “Ik ben een keer gevallen, toevallig in de crash waar Roglic ook op de grond lag. Ik belandde op twee andere coureurs en ik raakte niet eens de grond, dus dat was een goede valpartij voor mij.”

Het enige wat er aan ontbreekt is de wetenschap wat hij nu echt waard is ten opzichte van zijn concurrenten. Daarvoor had Mollema liever een keer volle bak een berg opgeknald in de openingsfase van de drieweekse rittenkoers. “Dat vind ik gewoon lekker. Dan heb je ook een indicatie van wat je kunt. Deze Giro gebeurt dat pas over een kleine week. Waar ik dan maar op reken is dat iedereen al een beetje vermoeid is door de lange ritten.”

“Tijdrit daags voor rustdag is voordeel”
Morgen zal in de tijdrit naar San Marino ook al een en ander duidelijk worden over hoe Mollema ervoor staat. “Ik beschouw het als een voordeel dat de tijdrit daags voor de rustdag wordt verreden en niet net erna, want dan ben ik doorgaans niet op m’n best”, blikt de 32-jarige vooruit. Op de vraag wat voor klassering hij voor zichzelf in gedachten heeft antwoordt Mollema dat hij hoopt op een ‘dikke top tien-klassering en veel tijdwinst op concurrenten’. “Waarom niet?”