Giro 2023: Paret-Peintre verslaat Leknessund in vluchtersrit, Evenepoel geeft roze weg
foto: Cor Vos
dinsdag 9 mei 2023 om 17:07

Giro 2023: Paret-Peintre verslaat Leknessund in vluchtersrit, Evenepoel geeft roze weg

Aurélien Paret-Peintre heeft de vierde etappe van de Giro d’Italia, met aankomst in Lago Laceno, op zijn naam geschreven. De Fransman maakte deel uit van een vlucht en versloeg in een sprint-á-deux medevluchter Andreas Leknessund. De Noor mag zich echter ook een winnaar noemen: hij neemt namelijk de roze trui over van Remco Evenepoel.

Vandaag kregen we een eerste echte indicatie van de waardeverhoudingen tussen de klassementsrenners in deze Giro d’Italia. In de vierde etappe was het namelijk klimmen geblazen. Na de start in Venosa kregen de renners met de Passo delle Crocelle (13,5 km aan 4,3%), Muro Lucano (5,1 km aan 5,5%) en de Valico di Monte Carruozzo (8,8 km aan 4,9%) meerdere beklimmingen voor de wielen geschoven. En dat was nog niet alles: de finish lag namelijk in skioord Lago Laceno, drie kilometer na de pittige Colle Molella (9,6 km aan 6,2%). Alle ingrediënten waren kortom aanwezig voor een spetterende finale.

Razendsnelle openingsfase
Waar we in de eerste ritten renners nog op hun dooie gemak zagen wegrijden uit het peloton, voltrok zich van bij de start een hevig gevecht om in de vlucht van de dag te komen. Heel wat renners probeerden er vanonder te muizen, maar deze aanvallen werden al even snel weer in de kiem gesmoord. Heel even leek een groep met onder meer Filippo Zana (Jayco AlUla), Ben Healy (EF Education-Easypost), Stefan Küng (Groupama-FDJ), Andreas Leknessund, Harm Vanhoucke (Team DSM) en Einer Rubio (Movistar) weg te rijden, maar Soudal Quick-Step – de ploeg van Evenepoel – had andere plannen.

Brandon McNulty probeerde het, maar raakte niet weg – foto: Cor Vos

De knechten van de rozetruidrager wisten de boel weer bijeen te brengen, maar het bleef bijzonder onrustig in het peloton. Het tempo lag nog altijd onverminderd hoog en dit kostte de meeste sprinters de kop, terwijl ook Soudal Quick-Step een prijs betaalde voor het achtervolgingswerk. De Belgische formatie zag Davide Ballerini en niet veel later ook Josef Cerný lossen uit de eerste groep. In de afdaling naar de Passo delle Crocelle ging het zo hard, dat het peloton in verschillende stukken uiteen brak. Evenepoel en de twee kopmannen van UAE EmiratesJoão Almeida en Jay Vine – lieten zich even verrassen, maar het liep met een sisser af.

Uitputtingsslag 
Na goed vijftig kilometer koers was het nog altijd wachten op de juiste ontsnapping, en dat na een eerste wedstrijduur waarin de gemiddelde snelheid – ondanks een heuvelachtige openingsfase – rond de 47 km/u lag. Door het krankzinnig hoge tempo dunde de eerste groep steeds verder uit: zo ging het ook te snel voor Rudy Molard, een verrassend sterke Pascal Ackermann en – jawel – Bauke Mollema. Nog minder verging het Paul Lapeira. De allereerste bergkoning van deze Giro kwam al zeer snel in de problemen en gaf er zelfs de brui aan. Lapeira kreeg zo de twijfelachtige eer om de eerste uitvaller van de Giro d’Italia 2023 te zijn.

De renners die nog wél in de eerste groep bivakkeerden, waren inmiddels begonnen aan de Passo delle Crocelle (13,5 km aan 4,3%), een beklimming van de tweede categorie. Dit bleek voor Warren Barguil het sein om zijn neus aan het venster te steken, maar het was een andere Fransman – Thibaut Pinot – die er op de top met de volle buit vandoor ging. De renner van Groupama-FDJ sprintte met Santiago Buitrago in zijn kielzog naar achttien bergpunten en wist zo zijn leidende positie in het bergklassement te verstevigen. Met Pinot op kop werd – in zeer mistige omstandigheden – de afdaling van de Passo delle Crocelle aangesneden.

Leknessund had een roze droom – foto: Cor Vos

De aanhouder wint 
In deze verraderlijke afdaling kreeg een vlucht van zeven renners dan eindelijk een vrijgeleide. Vincenzo Albanese (EOLO-Kometa), Aurélien Paret-Peintre (AG2R Citroën), Nicola Conci (Alpecin-Deceuninck), Warren Barguil (Arkéa-Samic), Amanuel Ghebreigzabhier (Trek-Segafredo), Toms Skujins (Trek-Segafredo) en Andreas Leknessund (Team DSM) sloegen de handen ineen en wisten al snel een voorsprong van goed vier minuten bijeen te fietsen. Bruno Armirail probeerde nog de oversteek te maken, maar de Franse hardrijder van Groupama-FDJ kwam er niet bij en werd na een chasse patate weer ingelopen.

In de groep daarachter ging het blok erop: Soudal Quick-Step vond het welletjes en liet het tempo bewust zakken, waardoor het verschil snel opliep. Dit gaf veel geloste renners de gelegenheid om weer aan te sluiten. Het flink uitgedunde peloton werd in de afdaling overigens nog opgeschrikt door een valpartij van onder meer Diego Ulissi en Stephen Williams. De Italiaan kon zijn weg wel weer vervolgen. Voor Williams zag het er aanvankelijk minder goed uit, maar de Britse klimmer van Israel-Premier Tech kwam eveneens met de schrik vrij.

Leknessund virtueel aan de leiding 
De renners konden in de daaropvolgende kilometers even op adem komen, nadat de koers in een eerste plooi was gevallen. Soudal Quick-Step besloot op een gegeven moment weer zijn verantwoordelijkheid te nemen in de achtervolging op de kopgroep en hield het verschil (vier minuten) binnen de perken. Leknessund mocht zich in deze situatie echter wel de nieuwe virtuele leider noemen. De Noor begon de dag als de nummer achttien in het klassement, op 1:40 van Evenepoel, en was dus de best geplaatste renner in de kopgroep.

foto: Cor Vos

Leknessund, Albanese, Paret-Peintre, Conci, Barguil, Ghebreigzabhier en Skujins reden en groupe over de top van de Valico di Monte Carruozzo (8,8 km aan 4,9%), de tweede gecategoriseerde klim van de dag. Hier kwam Ghebreigzabhier als eerste boven, voor Barguil. Het peloton kwam vier minuten later over de top van deze klim. Vervolgens ging het in gestrekte draf naar de voet van de Colle Molella, waar het allemaal moest gebeuren. In aanloop naar de slotklim liep de voorsprong van Leknessund en co. weer wat op, waardoor de koplopers met een op het oog geruststellende voorsprong van vier minuten begonnen aan de klim.

Kopgroep spat uiteen op Colle Mollela
Leknessund deed in aanloop naar de slotklim nog goede zaken door de tussensprint – en dus drie bonificatieseconden – te pakken, maar op de flanken van de Colle Mollela werd er met nog meer seconden gesmeten. Het was wachten op een eerste aanval en die kwam er met nog vier kilometer te klimmen. Conci gooide de knuppel in het hoenderhok en deze versnelling bleek de doodsteek voor Barguil. De Fransman voelde zich duidelijk niet opperbest en moest al snel laten lopen. Conci kreeg intussen het gezelschap van Skujins en de Let ging niet veel later alleen verder. Was dit een beslissend moment in de koers?

Nee, want Leknessund bleek nog iets in de benen te hebben. De Noor reed op twee kilometer van de top naar de eerder ontsnapte Skujins en kreeg Paret-Peintre en Ghebreigzabhier met zich mee. Leknessund was echter niet van plan om met deze twee renners naar de streep te rijden en trok nog maar eens door. Het bleek de versnelling te veel voor Ghebreigzabhier en ook Paret-Peintre moest zich volledig uit elkaar trekken om bij te blijven. De Fransman was taai, bijzonder taai, maar leek vlak voor de top toch te kraken. Leknessund sloeg een mooie bres, maar Paret-Peintre kwam op karakter toch weer terug.

Leknessund gaat door de pijngrens – foto: Cor Vos

Leknessund en Paret-Peintre reden uiteindelijk zij aan zij over de top van de Colle Mollela en dus konden we ons opmaken voor een sprint met twee voor de overwinning. Paret-Peintre was op papier de snelste en de Fransman maakte zijn favorietenstatus waar, ook al omdat Leknessund in de laatste kilometer vooral bezig was met de roze trui. De Noor won dan wel niet de etappe, maar nam wel de roze trui over van Evenepoel. De sprint voor de derde plaats werd niet veel later gewonnen door Skujins, voor Albanese. Conci vervolledigde de top-5.

Favorieten voor eindzege houden kruit droog
In de achtergrond baarde de strijd om de roze trui een muis. Geen enkele klassementsrenner bleek bereid, of bij machte, om aan te vallen. INEOS Grenadiers reed nog wel een strak tempo en wist zo de groep der favorieten ook stevig uit te dunnen, maar daar bleef het ook bij. Evenepoel, Roglic, Almeida en Thomas finishten uiteindelijk in dezelfde tijd, denkend aan de tweede en vooral derde week.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.