foto: Sirotti

Wilco Kelderman trad vorig jaar als groot talent toe tot het profpeleton. In de Tour Down Under eindigde hij al op een knappe 21ste plaats. Dat was een voorbode voor een sterk seizoen van de 21-jarige Barnevelder. WielerFlits sprak met hem over zijn debuutjaar, keek vooruit naar de Giro d’Italia en vroeg hem naar de situatie bij Blanco Pro Cycling.

Vorig seizoen
Als gezegd hield Kelderman zich opvallend goed staande in Australië vorig jaar, werd hij een aantal weken later tiende in de Ruta del Sol, totdat een val in de Ronde van Catalonië roet in het eten gooide. Anderhalve maand later ging het echter weer stukken beter met de jongeling en liet hij in de Ronde van Californië zijn talent zien. ”Vooraf had ik voor mezelf bepaald in die periode goed te willen zijn. Naar verwachting ging het ook redelijk goed en was ik ook tevreden met de goede uitslag”, vertelt de Blanco-coureur. Hij werd in de Amerikaanse rittenkoers – die gewonnen werd door ploeggenoot Robert Gesink – zevende in de eindrangschikking en nam de jongerentrui mee.

Na zijn succesvolle campagne in de Verenigde Staten, volgde twee weken later het Criterium du Dauphiné. Daar baarde de Nederland opzien door achtste te worden in het eindklassement, en wederom het jongerenklassement voor zich op te eisen. Met name zijn vierde stek in de lange individuele tijdrit (53km) richting Bourg-en-Bresse viel op: ”Ook ik was verrast. Dat kwam mede door het feit dat het zo’n lange tijdrit was, terwijl ik toch meestal beter presteer in de kortere races tegen de klok.”

”Ik dacht: ‘wat heb ik hier nu gedaan?’ Erik Dekker riep in mijn oortje dat ik de snelste tijd had bij het eerste tussenpunt. Meestal klokken de ploegleiders alleen de tijd van de ploeg, dus dacht ik de eerste tijd van de ploeg te hebben. Erik werd steeds enthousiaster en ik kreeg door dat ik tien tellen sneller was dan Rogers. Ik had dat niet verwacht. Ik verbaasde me al over het feit dat ik na vijftien kilometer al een gerenommeerd tijdrijder als Haimar Zubeldia passeerde. Ik dacht: ‘Rij ik nu zo hard of rijden zij niet door?’ Dat was echt een super dag! De volgende morgen kwamen er een paar mannen van Sky, zoals Richie Porte, me feliciteren. Ook David Millar complimenteerde me met m’n goede uitslag. Die erkenning is leuk”, bevestigt Kelderman.

foto: Sirotti

Later in het jaar, eind augustus, was de jongeling dicht bij zijn eerste profzege: in de derde etappe van de Ronde van Denemarken moest hij het in een sprint afleggen tegen Lars Petter Nordhaug. In die ronde werd hij weer de beste jongere. Hoe kijkt Wilco terug op zijn eerste seizoen? ”Op zich ben ik wel tevreden. In de wedstrijden bij de profs waaraan ik mee deed als belofte, eindigde ik weleens kort, dus ik wist dat ik het niveau aan moest kunnen. Met name over Californië en de Dauphiné ben ik tevreden. Vooraf wilde ik in die periode goed zijn en dat was ik ook. Dat is super! Door mijn leeftijd kan ik een vormpiek nog niet heel lang volhouden, dus wat dat betreft was ik erg tevreden”, spreekt de jongeling. ”Ik hoop en denk de komende jaren ook nog beter te worden, al duurt dat natuurlijk nog even. Voor mijn lengte ben ik vrij licht, wat voordeel oplevert bij het klimmen. Aan het begin van vorig seizoen was mijn tijdrit beter dan mijn klimmerscapaciteiten, nu zijn ze redelijk gelijk”, voegt hij toe.

Giro d’Italia
Na een geslaagd eerste jaar, volgt in zijn tweede jaar als beroepsrenner zijn eerste grote ronde. In mei zal de geboren Amersfoorter de Ronde van Italië aan doen. Blanco reist met een sterke selectie af naar Napels, met onder meer ook Robert Gesink en Steven Kruijswijk in de gelederen. Gesink zal het kopmanschap invullen, Kruijswijk de schaduwkopman. Daarnaast kreeg Kelderman te horen dat hij een vrije rol krijgt in de drieweekse rittenkoers.

”We gaan met een goede ploeg naar de Giro. Robert is voor mij de kopman, maar Steven heeft hier ook al eens een top tien plaats genoteerd. Zij zullen dat samen goed invullen. Zelf heb ik een redelijk vrije rol, zolang het kan. Als Robert mij nodig heeft, zal ik voor hem op kop rijden. Als hij daar bijvoorbeeld podium kan rijden, is dat een heel mooi resultaat om dat als ploeg te kunnen bereiken”, aldus Bever.

Zoals Kelderman zelf al zegt, krijgt hij een vrije rol van de ploegleiding. Door zijn vrije rol kan hij kijken waartoe hij in staat is in een grote ronde: ”Ik kijk echt uit naar de Giro, heb er ontzettend veel zin in. Van de ploegleiding mag ik voor het jongerenklassement gaan en dat heb ik mezelf dan ook ten doel gesteld. Ik wil er in ieder geval om strijden. Wat voor plaats me dat oplevert in het eindklassement weet ik nog niet. Het is mijn eerste grote ronde, dus dat wordt nog even aftasten, maar ik wil er wel wat moois van maken. In principe is dit mijn hoofddoel van mijn seizoen. Maar ik zou met alle plezier voor Robert (Gesink, red.) op kop rijden als hij er goed voor staat, dat is namelijk erg goed mogelijk.” Na de Giro, mits hij deze goed doorkomt, zou het talent van het NK tijdrijden een doel willen maken.

Ontwikkeling
De tijdrit- en klimcapaciteiten van de voormalig Nederlands kampioen tijdrijden bij de beloften zijn volgens hemzelf ongeveer gelijk. Om meer aan zijn klimmersbenen te werken, is Kelderman samen met Paul Martens, Tom-Jelte Slagter en Stef Clement tijdelijk ingetrokken in Spanje. ”Ik wilde meer trainen in een omgeving waar ik meer kan klimmen. In Nederland is dat natuurlijk minder het geval. Dit is ideaal zo. Over anderhalve week trek ik er weer naar toe en kan ik weer een volle week trainen voor Parijs-Nice (zijn eerste doel, ook met een vrije rol, red.). Of we altijd met z’n vieren trainen? Dat hangt van het programma af, het komt niet zo heel vaak voor. Maar er wonen ook andere renners in de buurt, zoals Bauke (Mollema, red.) bijvoorbeeld”, zegt Kelderman.

Ook binnen de Blanco-ploeg zijn zijn prestaties niet onopgemerkt gebleven. De jongeling merkt dat hij een paar treedjes hoger staat in de hiërarchie: ”Ik heb laten zien wat ik kan. Daardoor krijg ik het vertrouwen van de ploegleiding. Soms word ik nu bij wedstrijden al aangekruist als kopman, zoals afgelopen Tour Down Under waar ik het kopmanschap deelde met Tom-Jelte (Slagter, red.). Ook krijg ik in grotere wedstrijden, zoals Parijs-Nice en de Giro, een vrije rol. Daardoor kan ik voor eigen kansen rijden en dat geeft vertrouwen.”

”#Dauphine gekeken, probeer de komende tijd wat koersen te winnen, komende jaren rijden we met z’n allen op kop voor Wilco Kelderman! #TOP”, schreef Robert Gesink op Twitter na Keldermans vierde plaats in de tijdrit in de Franse voorbereidingskoers op de Tour de France. Maar zou de jongeling de Tour volgend jaar willen rijden? ”Dat zou ik op zich wel willen, als de ploegleiding me vraagt daar te rijden. Maar dat maakt me niet zo heel veel uit, ik rij net zo lief de Giro of de Vuelta. Ik vind de Tour niet echt speciaal, maar het is natuurlijk wel de grootste wedstrijd van het seizoen. En de planning is wel om daar in de toekomst kort te rijden”, klinkt het ambitieus.

foto: Sirotti

Rabobank en Blanco Pro Cycling
Vorig seizoen debuteerde Kelderman in het tenue van Rabobank. ”Ik wilde sowieso naar Rabobank en zij wilden mij, dus daar waren we snel uit”, zei de Nederlander vorig jaar nog tegen WielerFlits. Spijtig genoeg trok de bank de stekker uit de ploeg, maar van ploeg wisselen was voor de Nederlander niet aan de orde: ”Ik ben daar niet mee bezig geweest. Het was vrij vlot bekend dat we met z’n allen doorgingen. Ik heb het dan ook super naar mijn zin binnen deze ploeg en ik zou het enorm jammer vinden mocht deze ploeg na dit seizoen ophouden te bestaan. Maar daar ga ik niet van uit.”

”Binnen de ploeg is er deze winter veel veranderd. Er zit veel meer structuur in, mede door de komst van Merijn Zeeman. Die overgang is goed gegaan, veel dingen zijn nu duidelijker geworden. We zijn nu meer één ploeg, veel hechter dan afgelopen jaar. Dat kwam tot uiting op het trainingskamp op Fuerteventura, dat was super leuk. We doen veel meer met elkaar en hebben meer contact. Daardoor gaan we meer voor elkaar door het vuur, wat van invloed is op de prestaties. Kijk maar eens naar de Tour Down Under”, klinkt Kelderman enthousiast.

Ook stak hij de loftrompet voor Marc Goos en Moreno Hofland. Hij kent de twee neoprofs nog uit hun gezamelijke tijd bij Rabobank Continental. Van wie mogen we het meeste verwachten? ”Ik denk dat Moreno het dit seizoen al goed gaat doen. Hij is een hele sterke jonge met veel potentie voor de klassiekers. Daarnaast heeft hij nog veel groeimarge en beschikt hij over een sterke sprint. Ik denk dat hij in een vrije rol al goede resultaten kan boeken dit seizoen. Hij kan door zijn bouw en doorzettingsvermogen in de toekomst top tien in de Vlaamse klassiekers en de Amstel rijden”, spreekt de jongeling.

Ook in Goos ziet hij het zitten: ”Marc is een heel ander type dan Moreno. Hij heeft een hele grote motor, waardoor hij in de toekomst in grote rondes en lastige wedstrijden zeker zijn mannetje zal staan. Als hij zich nog meer gaat richten op zijn tijdrit, kan hij op dat vlak ook goed voor de dag komen. Marc rijdt nagenoeg het zelfde programma als ik vorig jaar, met een paar mooie wedstrijden. Het zijn ook goede wedstrijden om Marc zijn kwaliteiten te laten groeien.”

Met de toekomst van het Nederlandse wielrennen zit het dus wel snor. Iets wat ook Kelderman beaamt: ”Dat denk ik ook. Niet alleen bij onze rijden grote talenten, maar met bijvoorbeeld Danny van Poppel, Barry Markus en Tom Dumoulin beschikken ook Vacansoleil-DCM en Argos-Shimano over goede talenten. Met de toekomst van het Nederlandse wielrennen komt het denk ik wel goed”, besluit het grote talent.