Karl Vannieuwkerke: “Ik kijk net zo graag naar de vrouwen- als naar de mannenkoers”
© VRT
Nico Dick
maandag 1 augustus 2022 om 13:45

Karl Vannieuwkerke: “Ik kijk net zo graag naar de vrouwen- als naar de mannenkoers”

Interview Vorige zondag kende de Tour de France zijn eindpunt op de Champs Elysées. Maar dat gold niet voor Vive le vélo. De crew van de talkshow bleef in Frankrijk en breidde er met de eerste Tour des Femmes nog een week extra aan vast. “De logica zelve”, vindt presentator Karl Vannieuwkerke. WielerFlits trok net voor de start van de Tour naar Diksmuide voor een uitgebreid gesprek met een van dé gezichten van de VRT.

Karl Vannieuwkerke kreeg er dit jaar een taak bij op de VRT. Door het – gedwongen – pensioen van Michel Wuyts werd de 51-jarige West-Vlaming gevraagd om in het voorjaar zijn rol als commentator over te nemen. Al ging Vannieuwkerke niet meteen overstag toen hij het aanbod kreeg.

“Ik zag het ook niet aankomen”, doet hij zijn verhaal. “In 2001 was ik wel al commentator, toen samen met Mark Uytterhoeven. Ik was toen nog groen achter de oren. Daarna deed ik nog wat wedstrijden met Michel, maar niet te veel. En ik was een poos co-commentator met Renaat en Michel in een aantal grote rondes. Maar mijn kracht ligt toch in het presenteren, vond ik. Dat was een van de redenen waarom ik niet meteen uit mijn zetel sprong toen Pieter De Windt (hoofdredacteur Sporza, red) me anderhalf jaar geleden het voorstel deed.”

Eén van? 
“Daarnaast had ik al een agenda die redelijk vol zat. Een andere vraag was of mijn beslissing gevolgen had voor wat er met Michel Wuyts zou gebeuren. Dat bleek niet het geval. Michel moést met pensioen en als ik het niet deed, zou Pieter bij anderen aankloppen. Hij had overigens een duidelijk plan: Ruben (Van Gucht) de vrouwenwedstrijden, Renaat (Schotte) de grote rondes. Zij verdelen ook het veldritseizoen. Ik zou dan in de grote eendagskoersen uitgespeeld worden met José. ‘Ik denk dat je dat kan en je zal de enige zijn waarmee de vergelijking met Michel niet gemaakt zal worden‘, klonk het.”

Waarop je dan toch snel hebt ingestemd?
“De vraag kwam in maart 2021. Ik heb het een maand laten bezinken. In april, na een uitzending van Vive le vélo, leve de Ronde, sprak ik erover met José De Cauwer. Die wist nog van niets. Ik deed hem het verhaal en vroeg naar zijn mening. Hij zei in eerste instantie niets, maar pakte me vast en gaf me een pieper (een kus, red). ‘Ge gaat dat toch wel doen, zeker?’ Daarmee wist ik genoeg.”

Het is jullie meegevallen?
“We hebben ons geamuseerd, ja. En veel toffe reacties gekregen, ook van renners. De wisselwerking tussen José en mij bleek in de smaak te vallen.”

Heb je bewust of onbewust dingetjes overgenomen van Michel Wuyts? Of net niet?
“Elke commentator heeft zijn eigen stijl. En je wil niet echt de stempel Michel opgeplakt krijgen, maar onbewust sluipen er toch dingen in. Michel heeft al die jaren kleurrijk commentaar gegeven. Dingen blijven hangen in het collectief geheugen. Persoonlijk heb ik wel een minder dwingende stijl dan Michel, denk ik. Wat ook mijn kracht is aan tafel.”

“Empathie tonen, luisteren en oppikken wat er gebeurt. Ik zit nooit met een uitgeschreven voorbereiding aan tafel. In 25 jaar heb ik nog nooit een autocue gebruikt. Wel trefwoorden en thema’s. Mijn eindredacteur anticipeert dan. Hij merkt dat ik inpik op een gesprek en ik een blok verschuif. Hij schuift dan mee in de regie.”

Hoe belangrijk was het voor jou dat De Cauwer aan boord bleef?
“Wellicht had ik het zonder José niet gedaan. We zijn twee dezelfde, hé. We zien snel iets, weten waar het naartoe gaat, begrijpen elkaar. En de interactie werkt. Dat merken we ook aan de reactie van de kijkers. José heeft meer ruimte gekregen dan voorheen omdat ik meer getraind ben in luisteren door aan tafel te modereren. Er is een grotere wisselwerking.”

Wat zijn voor jou de grootste capaciteiten van De Cauwer?
“Eerst en vooral zijn geheugen. Dat valt enorm op. Je zou denken, hoe ouder je wordt… Maar hij laat niets liggen. Zowel zijn lange – als korte termijngeheugen is bijna intact. Ik ben er zelfs jaloers op. De schijf van mijn korte termijngeheugen zit soms iets te rap vol. Hij heeft ook een uitgesproken mening, maar doet dat zonder iemand onderuit te schoffelen. Hij wordt daarvoor gerespecteerd. Hij was als sportdirecteur een people manager, hé. Die ervaring heeft hij meegebracht in zijn rol als co-commentator.”

Soms wordt jullie een overdreven chauvinisme verweten…
“Daar heb ik geen probleem mee. Betrokkenheid is toch belangrijk? Als de Rode Duivels tegen Frankrijk spelen, waarom zou de commentator niet voor de Duivels mogen zijn? Als Wout van Aert in de Tour voorop rijdt met Mathieu van der Poel, dat is iets anders. Maar als hij op pad is met Benoît Cosnefroy, dan moet je toch supporteren? Je moet die beleving bij de mensen krijgen.”

“Dat is trouwens relatief. Fans horen wat ze willen horen over hun renner. Ik herinner dat ik tennismatchen tussen Kim en Justine becommentarieerde. Achteraf kreeg ik mails vanuit het kamp Clijsters dat ik teveel Justine-fan was, maar kreeg ik quasi gelijkaardige berichten vanuit het Hénin-kamp.”

Karl Vannieuwkerke tijdens zijn Tour-voorbereiding met ons RIDE-magazine in de hand – foto: © Nico Dick

Houden jullie rekening dat een deel van jullie publiek Nederlands is?
“Jawel. Als er Belgen en Nederlanders mee voorop zijn, focussen we op beide. Dat geldt ook in Vive le Vélo trouwens. Er komen best veel Nederlanders aan bod.”

Het is dat je er zelf over begint. Moét dat? Niets tegen Marijn de Vries of Bram Tankink bijvoorbeeld, maar zijn er geen Vlaamse alternatieven?
“We zijn steeds op zoek naar chemie aan onze tafel. Eddy Merckx stelde me onlangs ook die vraag tijdens een etentje. We hebben dit jaar 28 afleveringen, dat betekent 84 gasten. Ik vroeg Eddy om de namen in te vullen. Echt ver kwam hij niet. Zo evident is het niet hoor, terwijl we open staan voor nieuwe namen.”

“In plaats van twee gasten, zijn we al een tijd geleden overgeschakeld op drie, waarvan altijd iemand écht als analist. Als je twee gasten hebt die niet onmiddellijk een link met de koers hebben, is het moeilijk de etappe te analyseren en dat beperkt me als presentator in mijn vragen. Je wil immers je gasten niet in diskrediet brengen.”

Aan welke criteria moeten de analisten en andere gasten voldoen?
“We moeten vier weken lang een breed publiek bereiken,  maar zonder echt van de koers weg te gaan. Eigenlijk zijn Marijn de Vries en Bram Tankink goede voorbeelden. Bram is super charmant en af en toe grappig, Marijn straalt op het scherm. Ze kunnen het mooi verwoorden, hebben een mening en zorgen voor interactie, ook niet onbelangrijk. Ze snappen ook hoe het werkt.”

“Daarnaast moeten analisten ook toegewijd zijn, de koers het hele jaar door volgen. Ook iets wat je niet bij iedereen vindt. Kortom, het zijn veel facetten die samenkomen en er zijn weinig mensen die dat allemaal bundelen. Eddy Planckaert? Je kan zeggen van Eddy wat je wil, maar ik blijf fan. Soms wordt hij te enthousiast, maar hij doet dat toch goed.”

Bepaal jij de keuze van de gasten?
“Ik heb er mijn zegje in, maar onze kernredactie bestaat uit zes mensen: twee eindredacteurs, drie redacteurs en ikzelf. We maken elk onze lijsten en gaan dan brainstormen. Bij elke analist moet een tweede en derde gast zijn, die niet noodzakelijk veel met koers hebben. Van daaruit groeit het verder en proberen we ideale combinaties te maken. Daar heb ik dan wel weer een belangrijke stem in. Wie zie ik aan mijn tafel, in functie van mogelijke thema’s. Al moet je weten dat we slechts in 40 procent van de gevallen de ideale combinatie hebben. Dat heeft dan weer te maken met vakantieplannen of professionele agenda’s van onze gasten.”

Nieuw dit jaar: de Tour des Femmes. Knap dat VRT meegaat in dat verhaal en ter plekke blijft voor nog een week extra Vive le vélo. Jij lijkt me sowieso een voorvechter van de vrouwensport.
“Die credits wil ik me niet toe-eigenen. Ik heb dat wel wat gepusht, eerst met het tennis, dan in het wielrennen. Maar dat ging mondjesmaat. Zelf heb ik het altijd logisch gevonden, maar het heeft zijn tijd nodig gehad om te groeien. Ik had wel snel door dat, hoe meer aandacht het vrouwenwielrennen kreeg, hoe professioneler er gewerkt zou worden en hoe meer geld er zou in omgaan. Vandaag zijn we zo ver dat ik net zo graag naar een vrouwen- als naar een mannenwedstrijd kijk.”

“Kijk, wielrennen is een sport waarbij het fysieke verschil niet zo tot uiting komt wanneer je de mannen en de vrouwen apart ziet rijden. Het gaat over het tactische spel. Ik verwijs graag naar de Ronde van Vlaanderen dit jaar, waar Lotte Kopecky de finale rijdt zoals de mannen hun finale zouden hebben gereden. Dat het dan een paar kilometer per uur trager gaat, merk je op dat moment niet.”

Vannieuwkerke tijdens de presentatie van Dwars door Vlaanderen – foto: Cor Vos

Dat geldt niet voor alle vrouwensporten?
“Het is een kwestie van tijd. Ik heb een dochter die in eerste klasse voetbalt. Als ik kan, ga ik supporteren, maar dat is omdat het mijn dochter is. Het niveau is nog niet wat het moet zijn. Maar zo’n EK voetbal dat – zoals deze zomer – rechtstreeks op tv komt, dat helpt. Meisjes beginnen zich te vereenzelvigen.”

Hoe is dat geëvolueerd bij de VRT? 
“Ook dat is een proces geweest. Maar ik mag zeggen dat het huidige management daar volop in mee is. Het besef dat we zondagavond na de rit op de Champs Elysées niet meteen naar huis konden, dat had iedereen. Dat gaat nu niet meer. Nee, de VRT kan zeker niets verweten worden in het vrouwenverhaal. Mits het over kwaliteit gaat. Zoals ik daarnet zei, de Super League in het Belgische vrouwenvoetbal is er nog niet klaar voor. Sommige sporten zijn het aan zichzelf verplicht om de toplaag eerst breder te maken.”

Even over jou. Ik heb begrepen dat je vorig jaar een aantal aanbiedingen kreeg buiten VRT. 
“Dat kan ik niet ontkennen, al hoeft dat niet meteen een item te zijn. Maar ik was 24 jaar in dienst bij de openbare omroep en ben vorig jaar veranderd naar een zelfstandig statuut. Zo was ik inderdaad beschikbaar op de markt en zijn een aantal andere grote mediapartijen – zonder namen te noemen – met mij komen praten.”

Maar je bleef VRT trouw. Uit financieel oogpunt?
“Eerlijk? Ik kon ergens anders een pak meer verdienen dan bij de VRT, maar ik wilde vooral een inhoudelijke keuze maken. Vive le Vélo is mijn kind. Dat heb ik vanop een wit blad mee uitgetekend. Dat wilde ik niet zomaar opgeven. Ook inhoudelijk: als ik de omkadering van een voetbalmatch presenteer, wil ik tijdens de rust niet beperkt zijn tot drie minuten door de grote blokken publiciteit. Nu duurt die dertien minuten. Dan kan je al een keer dieper op iets ingaan.”

Vive le Vélo, vanavond om 21u15 op Eén. 

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.