Mathieu van der Poel klaar voor veldritseizoen: “Ik sta iets verder dan een jaar geleden”
foto: Cor Vos
Nico Dick
vrijdag 11 december 2020 om 14:00

Mathieu van der Poel klaar voor veldritseizoen: “Ik sta iets verder dan een jaar geleden”

Interview “Het grote doel is het WK in Oostende. Ik heb verder geen klassementen te verdedigen. Maar dat betekent niet dat ik niet in elke cross het beste van mezelf zal geven. Zaterdag en zondag al, in Antwerpen en Gavere.” Aan het woord: Mathieu van der Poel. De wereldkampioen wil er dit weekend meteen staan.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Wout van Aert begon twee weken geleden aan zijn winterseizoen. Waarom doe jij dat nu pas?
“Ik kan niet oordelen over Van Aert. Hij voelt ongetwijfeld zelf aan wat voor hem het beste is, maar ik vond hem na een toch wel zwaarbeladen wegprogramma snel hervatten. Ik wilde iets meer tijd nemen, een langere rustperiode inbouwen. Het is nu al op het randje om met een goed gevoel naar die eerste cross af te reizen. Eigenlijk was nog twee weken langer wachten nóg beter geweest. Maar je moet een keer beginnen. En je hebt toch een aantal wedstrijden nodig om dat goede gevoel vast te hebben.”

Van Aert was na Boom ontgoocheld over zijn prestatie. Blijkbaar liep het moeilijker dan verwacht…
“Veldrijden is een heel specifieke sport. En het niveau is hoog. Het is minder evident dan je denkt om tegen die goed gerodeerde jongens uit te komen. Nu zijn ze zelfs nog langer aan het crossen dan een jaar geleden en komen wij – dankzij de coronacrisis – uit een heel andere periode. Bovendien heeft Wout een grote ronde gereden. Hij is nòg meer wegrenner. Je moet ons ook de kans geven om opnieuw in het ritme te komen.”

Zijn onze verwachtingen dan niet realistisch? Vorig jaar in Ruddervoorde won jij meteen bij je comeback.
“Dat hangt van een aantal factoren af. Hoe verloopt de koers? Wat voor parcours krijgen we voor de wielen? Hoe goed voel je je? Maar meedoen om te winnen moeten we wel doen, vind ik. Trouwens, Wout was niet helemaal tevreden, toch vond ik hem wel degelijk rijden. Maar ik begrijp dat de winnaar in hem teleurgesteld was.”

Waarom zou het voor jou zaterdag anders verlopen dan vorig jaar?
“Corona heeft alles wat door elkaar gerammeld, waardoor de opbouw iets anders was. Maar… Eerlijk? Ik denk dat ik nu iets beter voorbereid ben dan een jaar geleden, toen ik hervatte in Ruddervoorde. Puur cross-technisch heb ik nog niet veel gedaan, ik heb amper drie keer op de crossfiets getraind. Maar ik heb in vergelijking met vorig jaar wel meer op interval gewerkt, tijdens de trainingen op de weg dan. Dat wilde ik zelf. Vorig jaar was ik lange tijd niet super, omdat ik in eerste instantie meer aan mijn basis werkte. Pas richting het WK haalde ik mijn normale niveau, toen ik meer cross-specifiek ging trainen.”

Van der Poel in Hoogerheide – foto: Cor Vos

“Dus ja, ik hoop in Antwerpen meteen mee te doen voor de zege, ja. Anders zal ook ik teleurgesteld zijn. De Scheldecross ligt me, al is dat meteen een wedstrijd met veel intensiteit. Gavere (zondag, red.) is lastiger en dan kan je meer op je eigen tempo terugvallen. Dat zag je de voorbije weken al bij Wout. Tempo rijden was voor hem geen probleem. Dat is typisch aan de wegrenner die er bij ons begint in te sluipen. Maar ik hoop zeker mijn ding te kunnen doen. Anders zal ik niet tevreden zijn.”

In een interview bij Ziggo Sport vertelde je dat je met een andere ingesteldheid aan het seizoen begint. Omdat je alles al gewonnen hebt.
“Klopt. Ik wil vooral niet arrogant overkomen, maar ik heb ooit doelen gesteld in het veldrijden en ik heb die allemaal gehaald. Dat zorgt dat de druk verdwenen is. Vroeger was de winter het seizoen waarin ik me moest bewijzen. Het was mijn hoofdactiviteit. Nu liggen mijn doelen in de zomer. Maar dat wil niet zeggen dat ik minder enthousiast of minder scherp aan de start zal staan. Ik weet van mezelf dat, eenmaal ik een rugnummer opgespeld krijg, ik gemotiveerd ben. Zeker in zo’n kort seizoen. Ik zal dertien of veertien crossen rijden. Het waren er ooit dertig of veertig.”

Wat zijn je grote doelen deze winter?
“Het wereldkampioenschap in Oostende. Dat is het enige. Ik heb geen klassementen te verdedigen. Dus buiten de kampioenschappen moét niets. Maar ik herhaal: ik start in elke cross om te winnen. Zonder druk.”

Kijk je uit naar je eerste duel met Van Aert, dat er wellicht in Namen al komt?
“Niet per se. De crossen die ik heb gezien (Merksplas, Kortrijk, Tabor en Boom) waren spannend en attractief. Ik heb er met plezier naar gekeken en ik kijk ernaar uit om er opnieuw bij te zijn. Al miste ik wel het publiek.”

Zegt de tribunespeler, om het in voetbaltermen uit te drukken…
“Ik vind het bijzonder motiverend als er veel publiek is. Daarom ook is de decembermaand mijn favoriete periode om te crossen. Op de weg was er toch nog altijd een beetje volk. Behalve op de hellingen in de Ronde van Vlaanderen. Een veldritparcours kan perfect afgebakend worden en staat amper iemand aan de kant. Best deprimerend.”

Hoe schat je de concurrentie in? Geloof je dat die de kloof heeft verkleind?
“Het lijkt er in elk geval op dat het niveau heel hoog ligt. Dat zag je in Boom toen Iserbyt een ronde doortrok en iedereen moest passen. Vanthourenhout was in Tábor ook sterk. Maar dat kan je pas met honderd procent zekerheid zeggen als je er zelf weer tussen rijdt. Trouwens, vorig jaar reed ik die eerste wedstrijden ook niet zomaar weg waar ik wilde. Het was tot op de streep afzien. Na het weekend zal ik beter op die vraag kunnen antwoorden.”

Met Vanthourenhout en Iserbyt in het wiel in Brussel – foto: Cor Vos

Laten we ook al even vooruitblikken. Tour de France en Olympische Spelen, een haalbare combinatie?
“Het is in elk geval de bedoeling dat ik de combinatie maak. Het probleem is dat er niet veel keuze is. En ja, ik ga er ook van uit dat ik in de Ronde van Frankrijk van start ga met als doel Parijs te halen. Ik heb niet de intentie om er vroeger uit te stappen. Maar ik besef dat het geen ideale combinatie is.”

Het wordt, ook al dankzij corona, geen gemakkelijk aanloop naar Tokio. Je reed dit jaar amper op de mountainbike.
“Ik ben er een beetje bang van. Ik heb er lang over gedaan om naar de top van het mountainbiken door te stoten en ik ben daar vooral in geslaagd door veel op die mountainbike te rijden en er specifiek op te trainen. Nu die hele kalender is weggevallen, heb ik het gevoel dat ik een jaar verloren heb. Er is een voorlopige planning om in 2021 twee, drie Wereldbekers te rijden om wat punten te pakken en de schade te beperken. Maar ook dat is uiteraard allemaal onder voorbehoud.”

“Maar mountainbiken is wel, zeker qua training, mijn favoriete discipline geworden. Het is ook de zwaarste van de drie. Nooit zag ik meer af dan op de mountainbike. Pas het laatste jaar, toen ik de aansluiting met de top had gemaakt, is dat afzien geëvolueerd in genieten. De euforie bij een wereldbekerzege is ook groter. Wellicht net omdat ik er langer over heb gedaan om de top te bereiken.”

Zijn er in de Tour andere ambities dan ritwinst? We denken spontaan aan de groene trui?
“Nee. Een rit winnen is het doel. Dat groen zal wel ergens in het achterhoofd aanwezig zijn. Stel dat er zich plots een gelegenheid voordoet… Maar het is zeker niet een van mijn doelen vooraf.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.