De slotetappe van de Vuelta Aragón is op naam gekomen van Mikel Bizkarra. De klimmer van Euskadi-Murias was zeer actief op de slotklim van de Alto del Ampiru. Zijn eerste aanval werd nog gecounterd door Jaime Roson (Movistar), maar op zijn tweede demarrage had niemand een reactie. De eindzege gaat wel naar Roson.

Tijdens het eerste wedstrijduur ontstond er een kopgroep van vijf renners. Sylvain Chavanel (Direct Energie), Gatis Smukulis (Delko-Marseille Provence-KTM), Jesús Ezquerra (Burgos-BH), Gotzon Martín (Fundación Euskadi) en Johan Colon (Coldeportes) kregen de zegen van het peloton en vormden de vlucht van de dag. Hun maximale voorsprong was drie minuten.

Onderweg lagen drie beklimmingen, waarvan de laatste de zwaarste was. De Alto del Ampiru (12,3 kilometer aan 5,9%) leidde de renners naar Cerler op bijna 2000 meter hoogte. Vlak voor de voet werden de vluchters gegrepen, waarna de favorieten zich moesten laten zien. Fabricio Ferrari en Ángel Madrazo openden de finale, maar het was Movistar dat alle aanvallen neutraliseerde.

De aanval van Mikel Bizkarra (Euskadi-Murias) had meer succes, maar hij werd overvleugeld door Movistar-kopman Jaime Roson. Aan twee versnellingen had hij genoeg om de rest overboord te gooien. Bizkarra, Rein Taaramae, Javier Moreno, Garikoitz Bravo en Frederico Figueiredo volgden. Het vijftal greep Roson in de kraag, waarna Bizkarra andermaal versnelde. Dit keer wist hij het vol te houden tot de finish, waardoor hij zijn eerste profzege boekte. Achter hem wist Roson de schade te beperken, waardoor hij het eindklassement – dat uitdraaide op een secondenspel – op zijn naam schrijft.