Onderzoek naar vernauwing bekkenslagader aan basis nieuwe trainingsmeetmethode
Maar liefst een op de vijf professionele wielrenners heeft last van een beknelling van de bekkenslagader. Een ernstige aandoening die onbehandeld vrijwel altijd einde carrière betekent. Operatieve behandeling is vaak mogelijk, maar vereist speciale deskundigheid. Het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven loopt wereldwijd voorop in de behandeling van deze ‘wielerblessure’. WielerFlits sprak met de specialisten en zag dat hun studies ook openingen op trainingsgebied kennen.
Vanuit de studies naar de beknelling van de bekkenslagader hebben medische specialisten en wetenschappers in de afgelopen twee decennia ook de mogelijkheid ontdekt om training beter te monitoren door via NIRS (near infrared spectroscopy) de doorbloedingsveranderingen van de spieren tijdens inspanning in kaart te brengen. Na het trainen op de hartslag- en vervolgens de wattagemeter zou dit een nieuwe evolutie in de wielersport kunnen brengen.
Met een symposium, twee dagen voor de Amstel Gold Race, hopen onder anderen Goof Schep (sportarts en specialist op het gebied van vaatproblemen bij duursporters) en Maarten Loos (vaatchirurg) meer duidelijkheid te geven richting sportartsen (van onder meer wielerploegen) over het constateren en het verhelpen van een beknelling van de bekkenslagader.
Beide artsen zijn verbonden aan het Máxima MC (MMC), dat wereldwijd een van de drie centra is dat zich op dit gebied heeft gespecialiseerd. Annemiek van Vleuten, Steven Kruijswijk, Sam Oomen en onder anderen Marianne Vos zijn hier de afgelopen jaren aan geopereerd. Volgens Goof Schep is het niet vreemd dat wielrenners tegen deze blessure aanlopen. Een prof maakt miljoenen heupbuigingen per jaar, en het is precies die buiging in combinatie met de diepe zithouding die aan de basis ligt van deze blessure.
In het MMC constateren ze vaak dat profwielrenners de klachten die bij een vernauwing van een bekkenslagader passen, niet meteen in de gaten hebben of onderkennen. Inmiddels heeft men in Veldhoven met een vernieuwde techniek een mogelijkheid om de problemen veel beter in kaart te brengen.
Doorbloeding
In het MMC wordt er tijdens een fietstest met een speciaal licht (NIRS) in de spieren gekeken naar de doorbloeding. Ook wordt er tegelijkertijd pedaalkrachtmeting en een bloeddrukmeting gedaan. Vervolgens worden de bloedvaten nog met een echo-onderzoek in verschillende lichaamshoudingen in rust en na een korte inspanning bekeken. Schep: “Met deze combinatie van technieken kun je een goede diagnose stellen of iemand daadwerkelijk een vaatprobleem heeft.” Er is namelijk een scala aan andere oorzaken (zoals heup of rugproblemen) voor de klachten. Soms is er zelfs een combinatie van oorzaken.
Vaatchirurg Marc Scheltinga vult aan: “Wat mijn collega heel goed kan is herkennen of een vaatprobleem de oorzaak is, ofwel of er andere oorzaken meespelen. Van de wielrenners, verdacht voor een vaatprobleem, blijkt na een analyse twee op de drie daadwerkelijk een vaatvernauwing te hebben. Bij een derde ligt de oorzaak ergens anders. Daarnaast kan Schep ook heel goed identificeren wat de oorzaak van zo’n afknelling van de slagader is. Daar zijn namelijk drie verschillende oorzaken voor en die kunnen ook gecombineerd voorkomen. Dat maakt het een hele puzzel, waarbij het medische team in overleg met de sporter kijkt om de kleinste ingreep te doen, die tot een maximaal resultaat leidt.”
Operatie
Schep: “Niet altijd is een operatie nodig. Soms kunnen we ook een oplossing bieden door de fietshouding te veranderen. Vooral de tijdrithouding is erg provocerend voor een vaatprobleem. Om meer op maat te kunnen behandelen, is goed wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk. Op dat gebied hebben we de laatste jaren enorme stappen gezet, doordat we zicht hebben gekregen op de lange termijn resultaten.”
Met het proefschrift ‘Iliac artery flow limitations in athletes’ van Martijn van Hooff, dat in samenwerking met het MMC en de universiteit Maastricht is gemaakt, wordt aangetoond dat operaties tegenwoordig veilig zijn.
Scheltinga: “Er zijn drie technieken om een vernauwing van de bekkenslagader te opereren. De indicatiestelling wanneer je welke operatie moet doen, is de laatste jaren veranderd. We worden landelijk meer terughoudend met uitgebreide vaatoperaties, de zogenaamde reconstructies. Het proefschrift heeft juist ook de gevolgen voor dit soort operaties op de lange termijn onderzocht, en daar kwamen positieve resultaten uit; het blijkt op de lange termijn veilig.”
De technieken die het MMC in Veldhoven gebruikt voor het aantonen van een vaatprobleem (pedaalkrachtmeting en NIRS) zijn sowieso ook interessant voor wielrenners, omdat je beide metingen ook tijdens trainingen en wedstrijden kunt doen. Die informatie is niet alleen bruikbaar om een mogelijk vaatprobleem te constateren, maar kan mogelijk ook een belangrijke rol spelen bij trainingsaansturing. NIRS is hierbij een heel nieuwe ontwikkeling.
Doorbloedingsmeting
Schep: “Al zo’n twintig jaar maken we als een van de eerste medische centra wereldwijd gebruik van pedaalkrachtmeting. We hebben heel betrouwbare apparatuur waarmee je het krachtsverschil tussen het linker- en rechterbeen vrij nauwkeurig tijdens de fietsbeweging kunt meten.”
“De nieuwste stap is de doorbloedingsmeting in de spieren via NIRS in beeld te brengen. De NIRS kun je op de spieren zetten, waardoor je de doorbloeding tijdens inspanningen en herstel kunt meten. Het is een soort online techniek waardoor je tijdens de inspanning meteen de effecten kunt meten.”
“Vroeger werd er op hartslag getraind. Tegenwoordig wordt er vooral naar de vermogensmeters tijdens trainingen gekeken. De volgende stap is ook NIRS-techniek toevoegen, omdat je dan in beeld krijgt hoe zwaar een spier belast wordt. Ik verwacht dat in de toekomst via NIRS bepaald gaat worden op welke trainingsniveau je een spier belast. Zo kun je trainingen nog beter aansturen.”
Dit zijn zaken waar op vrijdagmiddag 14 april in Maastricht (in de aanloop naar de Amstel Gold Race) tijdens een symposium uitgebreid op wordt ingegaan en dat zich in de breedte richt op iedereen die met dit probleem te maken kan krijgen (trainers, begeleiders, sportartsen, fysiotherapeuten en wielerartsen in het bijzonder).
Meer informatie over het symposium via deze link.
Het symposium is ook online te volgen via deze link op sportgeneeskunde.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.