Philippe Gilbert flirtte gisteren met de leiderstrui in Parijs-Nice. Uiteindelijk bleek de Col de Turini er teveel aan. Maar de Waalse Monegask zal deze achtdaagse vanavond sowieso met een goed gevoel beëindigen. “Dit is hoopgevend voor de klassiekers”, vertelde hij achteraf aan aan de Belgische media.

Een knotsgekke etappe in Parijs-Nice, gisteren. Met een paar Belgen in de hoofdrol. Zo maakten onder meer Thomas De Gendt, Philippe Gilbert en diens superknecht Tim Declercq deel uit van de vlucht van de dag. De Gendt pakte kostbare punten voor de bollentrui, Gilbert deed – best verrassend – een gooi naar het geel.

“Maar de Col de Turini was er teveel aan”, aldus Gilbert aan Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad. “De klim ligt vlakbij Monaco en ik doe hem af en toe op training. Het is een van de zwaarste in de regio. Eigenlijk heb ik nooit echt geloofd in de leiderstrui. Omdat het niveauverschil tussen mij en de pure klimmers die achterop kwamen enorm is. Ik ben zelf nooit een topklimmer geweest en zal het op mijn 37ste ook nooit meer worden.”

Lastige slotrit
Toch rukt de kopman van Deceuninck-Quick-Step op naar de tweede plaats in het klassement van deze Koers naar de Zon. Een toptienplaats in de eindafrekening is dus mogelijk. “On va voir”, bleef hij rustig. “De slotrit is een lastige klus, met een aantal steile klimmetjes van vijf kilometer en meer. Dat wordt moeilijk. Maar het is een feit dat ik in topconditie uit deze Parijs-Nice zal komen. Hoopgevend voor het klassieke voorjaar dat er straks aankomt.”

Gilbert loofde overigens het werk van superknecht Tim Declercq onderweg. “We hebben dat samen goed gedaan. Beestig, het werk dat Tim voor me heeft geleverd.” Die laatste redde in de slotfase ook nog de toptienplaats van Bob Jungels. “Ik ben redelijk kapot, maar wel tevreden met het resultaat”, besloot de West-Vlaamse hardrijder.