Pim Ronhaar maakt dit seizoen stap richting veldrittop: “Vaste waarde worden in top tien”
foto: Cor Vos
zondag 17 oktober 2021 om 19:45

Pim Ronhaar maakt dit seizoen stap richting veldrittop: “Vaste waarde worden in top tien”

Interview Veldrijder Pim Ronhaar heeft zijn start niet gemist dit seizoen. De pas 20-jarige Nederlander wist in de Superprestige van Gieten en de Wereldbeker van Fayetteville meteen naar plaats zes en vijf te rijden bij de profs. Al is hij eigenlijk nog belofte. “Misschien beland ik dit seizoen op een goede dag wel op het podium”, zegt de renner van Baloise Trek Lions.

Vanavond (Belgisch-Nederlandse tijd) staat in Iowa al de derde Wereldbeker-wedstrijd voor veldritprofs op het programma. Nederlanders mogen er een goede prestatie verwachten van Ronhaar, de huidige wereldkampioen U23 die afgelopen seizoen overstapte van Pauwels Sauzen Bingoal naar de ploeg van Sven Nys, Baloise Trek Lions. Hij mag vanop de eerste rij van start gaan.

Wat een start van het seizoen. Eerst zesde in Gieten, afgelopen woensdag vijfde in Fayetteville. Verras je jezelf?
“Het seizoen verloopt heel goed. Toch is het misschien niet heel verrassend. Vorig jaar kon ik me op het einde van het seizoen ook al een paar keer goed laten zien in verschillende crossen. Ik heb heel de zomer hard gewerkt en hoopte dat ik de stap kon maken naar een vaste waarde worden in de top tien. Dat is de afgelopen crossen goed gelukt.”

Door die goede resultaten is het ook een voordeel dat je vooraan mag starten.
“Ja, ik sta nu zevende in de UCI-ranking, dat scheelt heel veel kracht aan het begin van de wedstrijd.”

De zesde plaats in de superprestige van Gieten was een eerste mooie prestatie dit seizoen. Toch klopte je op je stuur terwijl je over de finish bolde. Waarom deed je dat?
“Dat deed ik, inderdaad. Ik was aan het rijden voor plek vijf en baalde dat ik een foutje had gemaakt in de laatste halve ronde, waardoor ik zesde werd. Maar uiteindelijk is dat niet heel erg.”

Zesde, vijfde… Wat zit er dit seizoen nog in qua resultaat?
“Ik ben blij dat ik in Gieten zesde werd en in Fayetteville vijfde. Maar misschien kan ik dit seizoen met een erg goede dag en een parcours dat mij ligt, wel richting het podium gaan. Eventueel, maar ik zal nog geen vaste waarde op het podium zijn.”

In de eerste cross in Amerika, Waterloo, werd je een week geleden negentiende. Had je daar pech?
“Ik startte er op de eerste rij en reed constant rond plek zeven-acht. Tot ik op een bepaald moment van fiets wisselde. Van die fiets bleek het zadel niet goed afgesteld te zijn. Ik kreeg erg veel last van mijn rug en kon bijna geen kracht meer zetten. Zonder dat voorval had ik waarschijnlijk ook top tien gereden.”

foto: Cor Vos

Daarna kwam Fayetteville afgelopen woensdag. Op televisie was vooral de top vier te zien, die in eerste instantie erg ver van de rest was weggereden. Toch kwam jij nog flink opzetten.
“Op het laatste kon ik nog een heel snelle ronde rijden. Mijn laatste was zelfs mijn snelste ronde in de hele wedstrijd. Ik kwam redelijk dicht bij plek vier, maar de wedstrijd was helaas iets te vroeg gedaan.”

Opmerkelijk. De overstap van de beloften naar de profs verloopt normaal moeilijk door de langere wedstrijden, terwijl jij aan het eind nog kon versnellen. Is het dan een voordeel dat je als belofte in coronatijd ook al tussen de profs moest rijden? Er waren namelijk geen aparte wedstrijden voor beloften.
“Dat was wel een voordeel om te leren hoe je een wedstrijd bij de profs het beste aanpakt. Ik weet nu hoe ik zo’n cross moet indelen. Hoe ik mijn krachten moet verdelen over zo’n wedstrijd.”

Kijk je al uit naar het moment dat Wout van Aert en Mathieu van der Poel opnieuw zullen meedoen?
“Ja, maar dat gaat me wel weer twee plekjes schelen, denk ik. Laat ze nog maar eventjes wegblijven. (lacht) Al is het wel mooi om met hen rond te rijden.”

Waar liggen je grote doelen dit seizoen? De afgelopen crossen was je een paar keer beste Nederlander, kijk je uit naar dat Nederlandse kampioenschap?
“Het is vooral het EK en het WK voor beloften waar ik goed wil zijn. Zo’n NK komt daar een beetje tussendoor. Natuurlijk probeer je daar wel de trui te pakken, maar daar hoop ik dit seizoen niet echt op. Op het wereldkampioenschap voor beloften hoop ik wel op meer.”

Afgelopen seizoen werd je al wereldkampioen in de beloftencategorie in Oostende. Een verrassing, omdat je landgenoot Ryan Kamp vooraf als topfavoriet was aangeduid. Die wist je te kloppen. Hoe ging dat in zijn werk?
“Het was natuurlijk moeilijk om te weten hoe je dat tactisch moet aanpakken. We hadden als beloften al een tijd niet meer tegen elkaar gereden in een aparte wedstrijd. Maar algauw merkte ik dat ik heel sterk was. Ik kon vooral ook heel relaxed blijven. In het begin heb ik bijna geen kopbeurten gedaan. Daarna nam ik de kop en bleef ik mijn eigen tempo rijden. En zo kon ik winnen.”

Hoe anders was het om toen plots opnieuw bij de beloften te rijden?
“Dat is een heel andere manier van crossen. Bij de profs is het de hele tijd volle gas. Bij de beloften hou je een keer je benen stil, je kijkt een keer rond en plaatst een aanval. Je kan het eigenlijk bijna niet met elkaar vergelijken.”

Deze zomer maakte je de overstap van Pauwels Sauzen-Bingoal naar Baloise Trek Lions. Ben je ondertussen gewend geraakt aan je nieuwe ploeg?
“Het valt me heel goed mee. Het ploeggevoel is hier voor mij gewoon fijner. Het is een rustige omgeving en alles is goed geregeld en relaxed. De jongens waarmee ik samenwerk zijn ook super. Om voor deze ploeg rond te rijden, voelt heel fijn.”

Op het wereldkampioenschap voor beloften bleef Ronhaar afgelopen jaar Ryan Kamp en Timo Kielich voor – foto: Cor Vos

Sven Nys is de manager van de ploeg. Wat verwacht hij al van jou?
“Hij creëert niet heel veel verwachtingen, omdat ik echt nog jong ben. Dan is het tussen de elites nog niet evident. Maar hij probeert me vooral rustig te houden in zo’n profwedstrijd. Hij vraagt me om rustig op te schuiven en niet te overhaasten. Dat zijn wel tips waar ik veel aan heb.”

Daarnaast heb je je deze zomer in het mountainbiken getest. In de wereldbeker U23 in Les Gets was je bezig aan een inhaalrace toen je op je knie viel en de wedstrijd moest verlaten. Ook werd je achtste in de 3 Nations Cup in Beringen en won je het Nederlands kampioenschap U23. Hoe ging dat?
“Beringen was net als Les Gets niet zo’n succes. Ik had er materiaalpech in het begin van de wedstrijd. Ik heb de wedstrijd nog wel uit kunnen rijden, maar het was niet ideaal. Het NK was wel super. Ik was heel tevreden over mijn waardes en mijn gevoel over dat anderhalf uur op de mountainbike. Ik kon steeds blijven versnellen en mijn tempo blijven aanhouden. Ook won ik er met een redelijk grote voorsprong, 2.40 minuut. Dat dat een week was voor het veldritseizoen begon, gaf me vertrouwen voor de eerste cross.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.