Roger De Vlaeminck: “Pogacar die Van Aert lost op de Poggio? Onmogelijk!”
© Nico Dick
Nico Dick
zaterdag 19 maart 2022 om 06:15

Roger De Vlaeminck: “Pogacar die Van Aert lost op de Poggio? Onmogelijk!”

Interview “Met hoeveel ze gaan sprinten op de Via Roma? Het hangt er vanaf hoe hard Tadej Pogačar en Wout van Aert de Poggio oprijden. Want de Poggio, dat is geen berg, hé. Als ze een stevig tempo rijden, nemen ze de betere sprinters mee. Alleen als ze op dat steile stukje demarreren, zijn ze weg.” Aan het woord, Roger De Vlaeminck.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Roger De Vlaeminck, die Milaan-San Remo drie keer op zijn naam schreef in de jaren ’70, blijft honderd procent zichzelf als we hem bellen voor een vooruitblik op de Primavera van dit jaar. Hij geeft ongezouten zijn mening, en af en toe durft hij al een keer een zijsprongetje te maken. Daar begint hij overigens mee, want De Vlaeminck heeft zich vorige woensdag geërgerd aan de vele valpartijen tijdens Nokere Koerse.

“Wreed hé, vent. Doe mij alsjeblief een plezier en schrijf dat eens op. Hoeveel keer zijn ze daar nu gevallen in die vrouwenkoers in Nokere? Dat is door een gebrek aan stuurmanskunst! En dan kom ik weer bij de cross terecht. Waarom rijden die in de winter niet een aantal veldritten? Een stuk of vijf, zes, meer moet dat niet zijn, als ze dat niet graag doen. Maar ze gaan er zoveel voordeel uit halen. Ik bedoel dat goed, hé. Ik hoop dat ze het lezen.”

En nu naar Milaan-San Remo, Roger. Tadej Pogačar en Wout van Aert zijn de topfavorieten. Akkoord?
“Jawel. Maar met een kanttekening. Ik vrees dat de Poggio niet lastig genoeg is om het verschil te maken. Eigenlijk is dat geen berg hé. Dat is een aantal minuten tempo rijden, met een passage van twee-, driehonderd meter waar het wat steiler is. En dat is de enige plek waar de niet-klimmers afzien. Als Pogačar daar voluit gaan, kan alleen Van Aert volgen.”

Zoals Pogačar de voorbije weken de koers domineerde, ben je zeker dat Van Aert gaat kunnen volgen?
“Maar natuurlijk. Zoals ik daarnet zei, de Poggio is geen échte berg. Dat moet Wout altijd kunnen. Als hij daar moet lossen van Pogačar, dan ga ik zwaar ontgoocheld zijn. Nee, mijn gevoel zegt dat dat onmogelijk is. En als ze vol demarreren, rijden ze met hun tweeën naar de finish. Dankzij hun technische vaardigheden moeten ze in de afdaling ook niet bang zijn.”

In tegenstelling tot vorig jaar, ging Van Aert in de voorbereiding niet voluit. In Parijs-Nice liet hij het een dag lopen. Dat zou hem extra frisheid opleveren in de rest van het voorjaar. Wellicht denk jij daar…
“Zwijg! Ik snap het niet. En ja, ik kan me daar nerveus in maken. Hoe meer je afziet, hoe beter je wordt. Vorig jaar te diep gegaan? Ik spreek uit ervaring, toch? Ik trainde vroeger 350 kilometer, drie dagen voor de Ronde van Vlaanderen. Wel, dan kun je nog eens demarreren op het einde van een koers. Allez, van mij moeten ze niets, hé. Maar ik geloof niet in dat verhaal van frisheid. Rusten, dat telt niet.”

Wat Pogačar betreft. Als hij Van Aert niet kan lossen op de Poggio, moet hij dan niet proberen op de Cipressa?
“Nee, dat heeft geen zin. Daar gaan de helpers van Van Aert een hard tempo rijden en ook de kopman zelf zal alert zijn. Zo zou ik het toch doen in zijn plaats. En daar gaat hij nooit lossen, wegens niet steil genoeg.”

De twee topfavorieten, ook volgens Roger De Vlaeminck – foto: Cor Vos

Hoe belangrijk kan Primož Roglič zijn in functie van Van Aert?
“Hij moet op de Poggio zo lang mogelijk tempo maken met Van Aert in het wiel. Maar dan mag hij geen slechte dag hebben, zoals tijdens de slotrit in Parijs-Nice. Een ander scenario is dat hij mee springt met Pogačar en dan aan het wiel blijft plakken en zegt dat Wout achter komt. Maar ik herhaal: het is ‘maar’ de Poggio. Pogačar gaat Wout daar geen pijn doen.”

Quick-Step-Alpha Vinyl neemt Fabio Jakobsen mee. Een goede keuze, nu Alaphilippe out is?
“Volgens mij wel. Wie kan sprinten, moet meedoen in Milaan-San Remo. Nog eens, als ze tempo rijden en er blijft dertig, veertig man over, dan moet hij daartoe in staat zijn. Dat geldt ook voor andere sprinters, zoals bijvoorbeeld Jasper Philipsen. En Jakobsen is toch in vorm? Hij moet niet in vorm zijn voor Luik-Bastenaken-Luik, hé. Die moet nu top zijn.”

Er gaan stemmen op dat ze bij Quick-Step misschien wel Evenepoel hadden moeten meenemen…
“Maar nee gij… Remco moet Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije rijden. De afdaling van de Poggio, met al dat draaien en keren, dat is – voorlopig – niets voor hem. Daarvoor moet hij eerst nog de angst voor het dalen overwinnen. Dat gaat volgens mij nog even duren.”

Tot slot: in extremis geraakte bekend dat ook Mathieu van der Poel aan de start staat. Geef je hem een kansje?
“Ik heb net iemand uit zijn dichte entourage aan de lijn gehad. Hij heeft de voorbije weken goed gewerkt, heb ik begrepen. Ik heb hem verteld dat hij zich tot aan de voet van de Poggio moet verschuilen in de buik van het peloton. Geen trap teveel geven, zodat hij met reserves aan de klim kan beginnen om dan te zien hoe ver hij komt. Benieuwd of hij het ook zo gaat aanpakken.”

Roger De Vlaeminck weet wat winnen is in San Remo – foto: Cor Vos © 2020

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.