Kai Reus zette drie jaar geleden een punt achter zijn carrière, maar de Nederlander is klaar voor een comeback. De voormalig wereldkampioen bij de junioren wil namelijk het werelduurrecord aanvallen van Victor Campenaerts. “Het record kan scherper, het plafond is nog niet bereikt”, zo vertelt hij in een interview met het AD.

“In de maanden na mijn val in de Vierdaagse van Duinkerke begon ik me steeds meer af te vragen of ik het nog wel kon opbrengen om me in het gevaar van het peloton te storten. Ik merkte dat ik in mijn remmen kneep als het link werd. Dat ik dacht: jullie doen maar, jongens. Mijn gezin is belangrijker dan mijn sport.”

Dat waren de woorden van Kai Reus na zijn besluit om te stoppen als profwielrenner. De Nederlander ging zich onder meer richten op zijn studie, maar zijn wielerhart bleef toch kloppen. Drie jaar na zijn pensioen maakt Reus weer een comeback, en dat allemaal om het uurrecord van Campenaerts aan te vallen.

Eigen team 
Opvallend: Reus zal zich niet aansluiten bij een wielerploeg. De voormalig renner van onder meer Rabobank en UnitedHealthcare heeft een heel team om zich heen verzameld, bestaande uit onder meer Louis Delahaye (voormalig trainer bij Rabobank en opvolgers), schaatscoach Kosta Poltavets en oud-ploegleider Theo de Rooij. Wanneer de 34-jarige Reus zijn poging gaat doen, is nog niet bekend.

Kai Reus kroonde zich zestien jaar geleden tot wereldkampioen – foto: Cor Vos

“Volgend jaar zal nog te vroeg zijn”
“Maar de poging zal waarschijnlijk in Mexico plaatsvinden. Volgend jaar zal nog te vroeg zijn, het zal eerder in 2021 gebeuren. Maar ik wil me nergens op vastpinnen, aangezien ik alles weer moet opbouwen. In het begin zal dat met horten en stoten gaan. Maar aan de andere kant: je verleert het ook niet zomaar.”

“Het talent is nog niet verdwenen.” En talent zal Reus nodig hebben, aangezien het huidige record staat op 55,089 kilometer. “Het record kan echter nog scherper”, gelooft hij. “Ik ben een rare renner en kan soms rare dingen doen op een fiets. Als ik zo’n rare dag heb op die ene dag, dan geloof ik dat het kan.”