Tour 2020: Voorbeschouwing – Het Parcours
foto: ASO
woensdag 26 augustus 2020 om 19:30

Tour 2020: Voorbeschouwing – Het Parcours

Alles is anders in 2020. Zo ook de Tour de France en zo ook het parcours van de 107de editie van het spektakel door Frankrijk. Alleen de data al zijn opmerkelijk, van 29 augustus tot en met 20 september koersen de beste wielrenners ter wereld doorheen het Franse land. Van Nice tot Parijs. WielerFlits neemt het parcours van drie weken Tour uitgebreid onder de loep.


Tour de France 2020 Het Parcours Rittenschema Etappes

Kort samengevat:
flag-fr 21 etappes
flag-fr Start in Nice
flag-fr Rustdagen op maandag 7 en maandag 14 september
flag-fr Finish in Parijs
flag-fr 1 tijdrit
flag-fr 36 tijdritkilometers
flag-fr 7 aankomsten bergop
flag-fr 1 etappe langer dan 200 kilometer
flag-fr 11 etappes tussen de 120 en 170 kilometer lang
flag-fr 29 beklimmingen van buitencategorie, 1e categorie of 2e categorie

    • 13 daarvan in de Alpen
    • 7 daarvan in het Centraal Massief
    • 5 daarvan in de Pyreneeën
    • 3 daarvan in de Jura
    • 1 daarvan in de Vogezen

flag-fr 21 beklimmingen van 3e categorie
flag-fr 15 beklimmingen van 4e categorie


Een goed begin is het halve werk

Tourbaas Christian Prudhomme tijdens het Criterium du Dauphiné 2020

foto: Cor Vos

Het Grand Départ in Nice is niet een simpele sprintersrit of een individuele tijdrit. Nee, van de klassementsrenners wordt gelijk verwacht dat ze er staan aan de Middellandse Zee. De kuststad ligt aan de voet van de Alpen en dat heeft de Tourorganisatie geweten ook. De openingsetappe gaat direct los met onderweg twee keer de Côte de Rimiez als scherprechter. Er wordt stevig geklommen, maar toch lijken de (sterke) sprinters een kans te maken gezien de laatste vijftig kilometer, die overwegend vlak en in dalende lijn zijn.

De klimmersbenen krijgen direct meer werk voor de kiezen in de tweede etappe, opnieuw met start en finish in Nice. Drie stevige Alpencols worden opgezocht, met de Col de la Colmiane, de Col de Turini en de uit Parijs-Nice bekende Col d’Èze met de top op dertig kilometer van de meet. De finale is allesbehalve makkelijk en met bonificaties op de Col des Quatres Chemins hoopt de Tour op een attractieve finale. En dat in de tweede rit al. De finish ligt na een korte afdaling.

Na het openingsweekend lijken de sprinters een grotere kans te krijgen als het peloton Nice verlaat en landinwaarts trekt richting Sisteron. Het plezier van de rappe mannen is snel weer voorbij want op de vierde dag staat de eerste aankomst bergop al gepland. Na een licht golvende etappe met enkele kleine beklimmingen ligt de slotklim naar Orcières-Merlette te wachten. Een klim van eerste categorie, zeven kilometer lang aan bijna 7%. De volgende krachtmeting bergop is daar. Begin je slecht aan de Tour? Dan kan je een goed klassement al bijna wel vergeten.

Zaterdag 29 augustus, etappe 1: Nice – Nice

Zondag 30 augustus, etappe 2: Nice – Nice

Maandag 31 augustus, etappe 3: Nice – Sisteron

Dinsdag 1 september, etappe 4: Sisteron – Orcières-Merlette

Spektakel in de Pyreneeën

Niet voor niets is het sprintersveld in de Tour de France tegenvallend. Oke, de vijfde etappe van Gap naar Privas biedt enige kansen maar ook deze aankomst loopt behoorlijk op en lijkt geschikter voor klassieke renners en de heuvelspecialisten. Het peloton maakt vaart en trekt richting de Pyreneeën.

In het Massief de l’Aigoual zoekt de Tour de Mont Aigoual op, onder vele wielerfans bekend als de klim uit het boek van Tim Krabbé. De finale van de zesde etappe volgt na een vlakke aanloop, maar het slot mag er zijn met de beklimming van de Col de la Lusette (ruim elf kilometer aan 7%), gevolgd door een korte afdaling en de laatste acht kilometer aan 4% naar Mont Aigoual. Lees de avond voor de rit nog enkele passages uit ‘De Renner’ (en uiteraard onze dagelijkse voorbeschouwing) en je bent helemaal klaar voor deze etappe.

De Peyresourde in de Tour 2016: Froome won na een aanval in de afdaling – foto: Cor Vos

De zevende rit naar Lavaur kan er een zijn voor de ontsnapping, zeker gezien de beklimmingen in de eerste helft van de etappe. Maar mochten de aanwezige sprinters hun treintjes op gang krijgen, dan is een sprint hier niet uitgesloten. De Caleb Ewans en Sam Bennetts van het peloton moeten pakken wat ze pakken kunnen, want veel sprintkansen zijn er niet. Kijk maar naar etappe acht naar Loudenvielle, slechts 141 kilometer met drie loodzware beklimmingen: de Col de Menté, de Port de Balès en de Col de Peyresourde. Met de top van de Peyresourde op twaalf kilometer van de meet én bonificaties op de top, lokt het uit tot aanvallen. Spektakel gegarandeerd.

Ook de tweede zondag van de Tour kan voor vermaak zorgen. De rit van Pau – dat al jaar en dag het circus van de Tour de France ontvangt – naar Laruns lijkt in eerste instantie uitermate geschikt voor de aanvallers. Halverwege ligt de Col de la Hourcère van eerste categorie en in de finale lijkt de beslissing te vallen op de Col de Marie Blanque, waar ook boni’s te verdienen zijn. Daarna is het nog een kleine twintig kilometer in dalende lijn.

Woensdag 2 september, etappe 5: Gap – Privas

Donderdag 3 september, etappe 6: Le Teil – Mont Aigoual

Vrijdag 4 september, etappe 7: Millau – Lavaur

Zaterdag 5 september, etappe 8: Cazères-sur-Garonne – Loudenvielle

Zondag 6 september, etappe 9: Pau – Laruns

Door het Centraal Massief naar de Jura

Na de eerste rustdag op maandag 7 september krijgen de renners aan de Franse westkust twee relatief makkelijke etappes voorgeschoteld. Van Île d’Oléron (na Corsica het grootste eiland van Frankrijk in Europa) gaat het via het vaste land naar een ander eiland, namelijk het iets noordelijker gelegen Île de Ré. Aangezien het peloton de hele dag dicht bij de Atlantische kust blijft rijden, is het altijd oppassen voor waaiers. Zeker nu de Tour later in het jaar verreden wordt. Voor rit elf naar Poitriers geldt hetzelfde: als de sprintersploegen de koers controleren, zijn twee koninklijke massasprints op rij niet tegen te houden.

Etappe twaalf lijkt dan weer een tikkeltje te zwaar voor de pure spurters. De laatste vijftig kilometer van deze langste Touretappe naar Sarran, de enige die langer is dan 200 kilometer, zijn heuvelachtig. Renners als Julian Alaphilippe en Wout van Aert zullen de rit met rood omcirkeld hebben. Eenmaal in Sarran kan het Centraal Massief al geroken worden. De rit naar Puy Mary is dan ook typisch een etappe door het middengebergte, met onderweg zes beklimmingen en een aankomst op een klim van eerste categorie. Een gevaarlijke rit voor het klassement, met kansen voor de aanvallers.

Primož Roglič won in de Tour de l’Ain op de Grand Colombier – foto: Cor Vos

De oversteek naar de Jura wordt vervolgens gemaakt met een overgangsetappe naar Lyon. De Col du Béal biedt al vroeg in de rit kansen voor de ontsnapping en ook daarna blijft het nauwelijks vlak. De finale, in de stad waar de Rhône en de Saône elkaar vinden en waar voetballer Memphis Depay furore maakt, is nog listig met twee kleine heuveltjes.

Het slotstuk van de tweede week volgt op de Col du Grand Colombier, een klim van 17 kilometer aan ruim 7% die niet voor niets is aangemerkt als col van de buitencategorie. De finale begint na honderd kilometer met twee stevige beklimmingen van eerste categorie. Reken maar dat de favorieten uit hun hok moeten komen. De deelnemers van de Tour de l’Ain (waaronder Primož Roglič, Tom Dumoulin en Egan Bernal) hebben een groot voordeel: de finale van de slotrit van die voorbereidingskoers was identiek aan de finale van deze Touretappe. Roglič won, overigens.

Dinsdag 8 september, etappe 10: Île d’Oléron – Île de Ré

Woensdag 9 september, etappe 11: Châtelaillon-Plage – Poitiers

Donderdag 10 september, etappe 12: Chauvigny – Sarran

Vrijdag 11 september, etappe 13: Châtel-Guyon – Pur Mary

Zaterdag 12 september, etappe 14: Clermont-Ferrand – Lyon

Zondag 13 september, etappe 15: Lyon – Grand Colombier

Alle ogen op die tijdrit naar La Planche des Belles Filles

Dertigvoudig Touretappewinnaar Mark Cavendish noemde dit al het zwaarste parcours dat hij in zijn loopbaan heeft gezien. En waarschijnlijk heeft hij nog gelijk ook. Na al het klimgeweld dat al achter de rug is, volgen in de slotweek nog drie aankomsten bergop. Te beginnen met etappe zestien die volledig door het departement Isère trekt en finisht in Villard-de-Lans. Onderweg: vijf beklimmingen, waaronder de Col de Porte en de Côte de Revel halverwege. De Montée de Saint-Nizier-du-Moucherotte van eerste categorie leidt de zware finale in. De laatste twintig kilometer gaan over een plateau, waarna de beslissing valt in Villard-de-Lans op een stevige heuvel van twee kilometer.

Is het dan klaar met al die bergen? Nee hoor. De TomTom van de renners wordt weer ingesteld op de Alpen. Vanuit Grenoble gaat het in volle vaart richting de Col de la Madeleine (buitencategorie) en na de afdaling van die Alpenreus wacht de zware slotklim van de Col de la Loze. De finish ligt op liefst 2.304 meter hoogte in Méribel. De Col de la Loze, overigens de zevende hoogste bergpas van Frankrijk, is dit jaar het dak van de Tour. Hij wordt vergeleken met ‘drie of vier keer de Muur van Huy’.

Tourbaas Christian Prudhomme noemde de Col de la Loze ‘het prototype van de col van de 21e eeuw’. Maar liefst 21 kilometer lang en in de laatste vier kilometer komt het stijgingspercentage niet onder de 9%. Hier gaat met minuten gestrooid worden. Wie in de derde week tegenvalt, kan hard door het ijs zakken.

De achttiende etappe zal alle bellen doen rinkelen bij de rasaanvallers of de toppers die eventuele klassementsambities al hebben laten varen. Tussen Méribel en La Roche-sur-Foron wachten vijf zware gecategoriseerde beklimmingen en nog enkele niet-gecategoriseerde klimmen. Het is ook een kans om het klassement op zijn kop te zetten gezien de constante opeenvolging van cols. De finish ligt na een afzink van tien kilometer. De sprinters die op dat moment nog meedoen, verdienen applaus. En ze verdienen nog een kans op de ritzege. Mogelijk kan dat in rit negentien naar Champagnole. Maar ja, het blijft een rit door de Jura en ook in deze etappe zitten stiekem veel hoogtemeters verstopt. De ontsnapping kan hier zomaar winnen.

De beslissing valt op de loeisteile La Planche des Belles Filles – foto: Cor Vos

De klassementsrenners zullen die rit hun krachten sparen, want etappe twintig, daar is het hen om te doen. De enige tijdrit van deze Tour, oftewel, de klimtijdrit naar La Planche des Belles Filles. De eerste 30 kilometer lijken vlak maar zijn dat allesbehalve, en dan wacht nog de Vogezencol. De cijfers van de slotklim? 5,9 kilometer aan 8,5% met uitschieters tot 20% en de finish op 1.035 meter hoogte. Sinds 2012 is dit de vijfde keer dat de Tour finisht op La Planche, vorig jaar nog met Dylan Teuns als overwinnaar uit de vroege vlucht. Wat ook een discussiepunt wordt: fietswissel of niet?

In de Vogezen gaat de Tour de France beslist worden, maar gezien het loodzware parcours dat de ASO uitgestippeld heeft kan elk moment bepalend zijn. Een slechte dag in het openingsweekend en je kan je klassementsambities zo goed als zeker in de prullenbak mikken. De 122 kilometer lange slotrit van Mantes-La-Jolie naar Parijs is er daarna alleen nog voor de champagne, de foto’s en de koninklijke massasprint op de Champs-Élysées voor de dappere sprinters die drie weken door een hel zijn gegaan.

Dinsdag 15 september, etappe 16: La Tour-du-Pin – Villard-de-Lans

Woensdag 16 september, etappe 17: Grenoble – Méribel (Col de la Loze)

Donderdag 17 september, etappe 18: Méribel – La Roche-sur-Foron

Vrijdag 18 september, etappe 19: Bourg-en-Bresse – Champagnole

Zaterdag 19 september, etappe 20: Lure – La Planche des Belles Filles (ITT)

Zondag 20 september, etappe 21: Mantes-La-Jolie – Parijs


WielerFlits komt tijdens de Tour de France dagelijks met een voorbeschouwing op de 21 etappes. In die vooruitblik wordt het parcours extra geduid en wijzen we, zoals jullie van ons gewend zijn, tien favorieten voor de dagzege aan.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.