foto: Sirotti

Het is mogelijk dat urinestalen uit recente Tour de France en andere wedstrijden worden hertest op het verbonden middel aicar. Dat zegt Peter van Eenoo, hoofd van het dopinglab in Gent tegen Sporza. “Gezien de termijn om stalen te bewaren zou dat totaal geen probleem zijn.”

“Maar ik denk niet dat ze nu bijvoorbeeld ineens alle stalen uit de vorige Tours zullen controleren”, nuanceert de Belg. “Er zijn wel verdachte stalen opzij gezet. Daar zal men nu eerst op focussen.”

Onlangs bracht de Franse krant Journal du Dimanche het nieuws dat aicar eindelijk opspoorbaar is. Maar volgens het hoofd van het Gentse dopinglab is dat al veel langer het geval. “Eind 2013 hebben we informatie gekregen over deze test. Die was toen nog niet volledig gevalideerd, maar de principes lagen al wel vast en de methode was ontwikkeld. In februari is die methode dan voorgesteld op een congres voor antidopinglabs.”

“De test is waterdicht en verloopt volgens hetzelfde principe als bij testosteron. Er wordt in eerste instantie gekeken naar de concentratie aicar in de urine. Als die hoger is dan normaal hebben we een verdachte test. In een tweede fase wordt dan onderzocht of de aicar lichaamseigen is of ingespoten”, aldus de Belgische expert.