Als de Tour de France ten einde is, is het tijd voor de criteriums. Voor het eerst sinds de coronacrisis zijn veel Nederlandse en Belgische criteriums terug. Mathieu van der Poel was maandagavond de beste in Boxmeer, zijn Alpecin-Deceuninck-ploeggenoot Jasper Philipsen won in Aalst.
Van der Poel versloeg na een wedstrijd van tachtig kilometer Danny van Poppel (BORA-hansgrohe) en Nederlands kampioen Pascal Eenkhoorn (Jumbo-Visma) in een sprint met drie. Het was voor de renner van Alpecin-Deceuninck de eerste ‘koers’ sinds zijn opgave in de voorbije Tour de France. Het criterium in Boxmeer – ook wel Daags na de Tour genoemd – vond vanwege corona in 2020 en 2021 geen doorgang.
De komende dagen zal Van der Poel nog wat criteriums afwerken. Vandaag zal de renner zijn opwachting maken in Surhuisterveen en verder staan er nog criteriums gepland in Chaam (woensdag 27 juli), Heerlen (vrijdag 29 juli) en Roosendaal (maandag 1 augustus). “De criteriums bekijk ik een beetje als training. Het is toch altijd op een technisch rondje optrekken en dat is wel iets wat ik momenteel kan gebruiken”, liet hij gisteren nog weten.
Philipsen triomfeert in Aalst
In Boxmeer was Van der Poel dus de grote blikvanger, in Aalst kon de organisatie uitpakken met de aanwezigheid van Jasper Philipsen en Geraint Thomas. Philipsen won in de voorbije Tour twee etappes, Thomas werd derde in het eindklassement. Ook Yves Lampaert (winnaar van de openingstijdrit van de Ronde van Frankrijk), Florian Vermeersch en Brent Van Moer waren van de partij.
Philipsen kwam in de 85ste editie van het na-Tourcriterium van Aalst als eerste over de streep, door in een sprint met drie af te rekenen met Lampaert en Thomas. Florian Vermeersch won de spurt van een achtervolgende groep van vier, voor Amaury Capiot, Edward Planckaert en Van Moer.