Voorbeschouwing: Strade Bianche 2022
foto: Cor Vos
Koen Middendorp
zaterdag 5 maart 2022 om 11:00

Voorbeschouwing: Strade Bianche 2022

Koersen over onverharde wegen, het wint de laatste jaren alleen maar aan populariteit. Toch zijn die heroïsche witte grondwegen nergens zo onlosmakelijk verbonden als met een koers als Strade Bianche. Aankomende zaterdag is het weer stofhappen geblazen in de Italiaanse wielerregio Toscane. Wie volgt de afwezige Mathieu van der Poel op als winnaar? WielerFlits blikt vooruit!

Historie

Wielrennen. In vrijwel geen enkele andere sport worden er zoveel heldenverhalen geschreven. Worden de sporters in kwestie op een voetstuk geplaatst en aanbeden als goden. Worden heroïsche en mystieke verhalen uit het verleden nog eens opgerakeld. Gaat men prat op de krachtsexplosies van de grote kampioenen van weleer. Met name Strade Bianche is een koers die barst van de heroïek, en dat terwijl de wedstrijd dit jaar nog altijd maar aan zijn zestiende editie toe is. Terwijl de renners zich afpeigeren over die verraderlijke Toscaanse grindwegen, wanen wielerfans zich voor een paar uurtjes in een ver verleden. Naar de begindagen van de koers.

De Toscaanse klassieker begon in 2007 nog als experiment, exact tien jaar na de eerste editie van de Eroica-toertocht. In een tijd waarin de mens zich steeds meer moet aanpassen aan een nieuwe, technologische wereld, zijn de Eroica-toertocht en Strade Bianche een ode aan het vergankelijke. Zie het als een sportieve teletijdmachine, waarbij de coureurs teruggaan naar een tijd waarin er nog geen sprake was van treintjesvorming. Van controledrang. Van het sprokkelen naar UCI-punten. Van hoogtestages op een uitgestorven vulkaan. Maar wel van klassieke fietsen zonder versnellingsapparaat, worstenhelmen en wollen truien.

Fabian Cancallara triomfeert op het Piazza del Campo, 2012 – foto: Cor Vos

De allereerste editie van Strade Bianche vond plaats in het najaar en de organisatie moest het doen met een afgeroomd deelnemersveld. Weinig toppers hadden na een zwaar seizoen nog zin om af te zakken naar Toscane om mee te doen aan een wedstrijd over onverharde wegen. Met Alexandr Kolobnev, voormalig profrenner van Rabobank, Saxo Bank en Katusha en vooral bekend vanwege zijn ‘omkopingszaak’ in de finale van Luik-Bastenaken-Luik 2010, kreeg de nieuwbakken koers een Russische winnaar. De Zweed Markus Ljungqvist en de Oekraïner Mikhaylo Khalilov mochten als de nummers twee en drie mee het podium op.

De wedstrijd sloeg aan bij de renners en ook het publiek bleek een bovengemiddelde interesse te hebben in het volgen van een dergelijke, atypische koers. En misschien nog wel belangrijker: na de eerste editie in 2007 werd er geschoven met data. En besloot men de koers niet meer in het najaar, maar in de lente, een paar dagen voor het begin van Tirreno-Adriatico, te organiseren. Het bleek het beslissende zetje voor heel wat toppers om van Strade Bianche hun eerste hoofddoel te maken in het prille voorjaar. De koers won snel aan allure en de eerste lente-editie van Strade Bianche werd dan ook gewonnen door een grote meneer.

Na meer dan vierenhalf uur stofhappen mocht Fabian Cancellara voor de eerste keer het zegegebaar maken op het Piazza del Campo in het centrum van Siena. Het bleef niet bij deze ene overwinning voor Spartacus. De hardrijder uit Bern was ook in 2012, opnieuw na een strakke solo, en zijn afscheidsjaar 2016, na een sprint met Zdeněk Štybar, de sterkste in Strade Bianche. Met drie overwinningen is de inmiddels 40-jarige Cancellara nog altijd recordhouder.

Een besmeurde Tiesj Benoot op weg naar een heroïsche zege – foto: Cor Vos

Strade Bianche won in de jaren na zijn eerste editie dus snel aan populariteit, wat ook werd ingegeven door de opwaardering van de klassieker van een UCI 1.1-koers naar de WorldTour. Na de eerste triomf van Cancellara in ’08 ging de zege naar de Zweedse klasbak Thomas Löfkvist, die zijn belofte nooit helemaal wist in te lossen, was er succes voor de Kazach Maxim Iglinskiy en bezorgde Philippe Gilbert in zijn wonderjaar 2011 de Belgen een eerste zege in Toscane. Andere renners op de erelijst zijn de inmiddels gestopte Moreno Moser (2013), Michał Kwiatkowski (2014 en 2017), Zdeněk Štybar (2015), Tiesj Benoot (2018), Julian Alaphilippe (2019) en Wout van Aert (2020).

Komende zaterdag staan er twee oud-winnaars aan het vertrek van de koers. Michał Kwiatkowski kon dit weekend een stukje wielergeschiedenis schrijven, mocht hij de koers naar zijn hand zetten, aangezien hij met een derde zege zijn voet naast die van recordhouder Cancellara kan zetten. De Pool is er alleen niet bij. Tiesj Benoot gaat wel op voor een tweede triomf in Strade Bianche. De naam van Mathieu van der Poel staat helemaal bovenaan de erelijst, maar over zijn zege en afwezigheid komen we nog te spreken.

Laatste tien winnaars Strade Bianche
2021: flag-nl Mathieu van der Poel
2020: flag-be Wout van Aert
2019: flag-fr Julian Alaphilippe
2018: flag-be Tiesj Benoot
2017: flag-pl Michał Kwiatkowski
2016: flag-ch Fabian Cancellara
2015: flag-cz Zdeněk Štybar
2014: flag-pl Michał Kwiatkowski
2013: flag-it Moreno Moser
2012: flag-ch Fabian Cancellara

Wout van Aert, winnaar van Strade Bianche 2020 – foto: Cor Vos


Vorig jaar

De vijftiende editie van Strade Bianche werd, in tegenstelling tot de uitgave in het coronagekke 2020, gewoon weer in het voorjaar verreden. Voor veel klassiekerspecialisten aan de start was de wittewegenklassieker hun eerste grote doel van het seizoen. In de beginfase van de wedstrijd ontwikkelde het peloton een hoog tempo, maar toch slaagden drie renners erin om op de eerste grindstrook weg te rijden. Ex-crosser Philipp Walsleben, Kévin Ledanois en Simone Bevillacqua reden een tijdje voor de meute uit, maar kregen al vrij snel het gezelschap van vijf tegenaanvallers.

Tosh Van der Sande, Samuele Rivi, Samuele Zoccarato, Simone Petilli en Filippo Tagliani wisten op de vierde gravelstrook de oversteek te maken. Een kopgroep van acht was geboren en de avonturiers kregen de ruimte van het peloton. Het verschil liep op een gegeven moment op tot vier minuten. Dit was voor ploegen als UAE Emirates (met Tourwinnaar Tadej Pogačar in de gelederen) en Jumbo-Visma (voor titelverdediger Wout van Aert) het signaal om wat mannetjes op kop te zetten en de boel te controleren. De voorsprong van de acht koplopers smolt zo als sneeuw voor de Toscaanse zon.

Van Aert en Van der Poel voeren de forcing – foto: Cor Vos

Voor de zevende grindstrook van de dag was het verschil tussen de kopgroep en het peloton nog maar een minuut en dit was voor meerdere renners een teken om de sprong naar voren te maken. De vroege vluchters werden zo bij de lurven gegrepen en verdwenen van het sportieve toneel. Na een spervuur aan demarrages werd het peloton stevig gedecimeerd en begonnen we met een favorietengroep van een dertigtal renners aan de 11,5 kilometer lange Monte Sante Marie, een van de kritieke punten op het parcours. Op deze onverharde strook werd het kaf definitief van het koren gescheiden.

Van Aert en wereldkampioen Julian Alaphilippe deelden op de Monte Sante Marie de eerste speldenprikjes uit en waren de aanstichters van een elitegroepje van negen klasbakken: Van Aert, Alaphilippe, Kevin Geniets, Mathieu van der Poel, Tom Pidcock, Tadej Pogačar, Quinn Simons, Egan Bernal en Michael Gogl. Voor de piepjonge Simmons en Geniets ging het vervolgens te snel in aanloop naar de 800 meter lange Monteaperti, waardoor we met zeven matadoren begonnen aan deze korte maar pittige strook. Op de Monteaperti plaatste de onvermoeibare Alaphilippe nog maar eens een versnelling.

Van der Poel, Alaphilippe en Bernal: de sterkste renners in koers – foto: Cor Vos

De Franse wereldkampioen zag een sterke Van der Poel, Bernal, Pogačar en Gogl snel weer aansluiten, maar Van Aert en Pidcock bleken verrassend genoeg niet in staat om hun wagonnetje aan te haken. De Belg en Brit wisten de scheve situatie wel weer recht te zetten in aanloop naar de belangrijke gravelstrook van Le Tolfe, maar het bleek een teken aan de wand. Op Le Tolfe konden de twee toppers opnieuw niet mee op het moment dat Van der Poel op de pedalen ging staan. Vlak voor de top schudde de Nederlandse kampioen van Alpecin-Fenix op imposante wijze aan de boom en wist zo het favorietengroepje uiteen te ranselen.

De concurrenten zagen alle kleuren van de regenboog in een poging om een ontketende Van der Poel te volgen. Alaphilippe wist op karakter weer aan te sluiten vlak na de klim en ook een sterke Bernal wist in extremis nog de aansluiting te maken. De achtervolgers, Van Aert, Pogačar, Pidcock en Gogl, waren geklopt en slaagden er niet meer in om nog naar de kop van de koers te rijden. Van voren reden Van der Poel, Alaphilippe en Bernal in gestrekte draf naar het Piazza del Campo. Een van hen zou er met de zege in de Strade Bianche vandoor gaan, maar wie beschikte na een zware koers nog over de meeste punch?

Een majestueuze Van der Poel wint in Siena – foto: Cor Vos

In de slotkilometer gaf Van der Poel op weergaloze wijze antwoord op die vraag. Met een indrukwekkende machtsexplosie maakte hij kipkap van zijn overgebleven concurrenten. Zelfs Alaphilippe, die toch bekendstaat om zijn punch bergop, had geen verhaal tegen de Nederlander. Van der Poel reed de Fransman klink uit het wiel en stoof vervolgens onbedreigd naar de zege. Met zijn zegegebaar liet Van der Poel blijken dat hij zielsgelukkig was met zijn zege. Alaphilippe werd tweede, Bernal derde. “Om het zo af te maken is waanzinnig. Ik voelde me vandaag heel goed”, vertelde de winnaar na de aankomst.

Uitslag Strade Bianche 2021
1. flag-nl Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) in 4u40m29s
2. flag-fr Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) op 5s
3. flag-co Egan Bernal (INEOS Grenadiers) op 20s
4. flag-be Wout van Aert (Jumbo-Visma) op 51s
5. flag-gb Tom Pidcock (INEOS Grenadiers) op 54s


Parcours

Waarom iets veranderen wat overduidelijk heel erg goed werkt, moet de organisatie van Strade Bianche hebben gedacht bij het uittekenen van het parcours voor de editie van 2022. De Toscaanse grindklassieker met start en finish in Siena heeft weinig verrassingen in petto, want het parcours is identiek aan dat van vorig seizoen. De mannen werken op zaterdag 5 maart een route af van 184 kilometer. Meer dan een derde van het traject gaat over de typische onverharde wegen van Toscane, ook wel sterrati genoemd. In totaal gaat het om 63 kilometer over grindwegen, verdeeld over elf sectoren.

Om 11.45 uur roept de speaker Andiamo en beginnen de renners aan een nieuwe editie van de Toscaanse klassieker. Na goed achttien kilometer doemt de eerste onverharde strook op, die van Vidritta. Een ‘opwarmertje’ van iets meer dan twee kilometer in licht dalende lijn. Elke onverharde sector heeft overigens zijn eigen verhaal. Sommige stroken zijn relatief kort, anderen dan weer kilometerslang. Sommige grindweggetjes zijn zo goed als vlak, andere sectoren gaan dan weer flink omhoog.

De aantrekkingskracht van Strade Bianche is dat het gevaar overal op de loer ligt en op voorhand niet te voorspellen valt waar de beslissing zal vallen. Vaak zien we een eerste échte schifting op de 11,9 kilometer lange Lucignano d’Asso, die vrijwel direct overgaat in de acht kilometer lange Ponte d’Arbia. Wie hier zijn fiets naar de haaien rijdt of ten val komt, zal een paar jasjes uit moeten doen om weer vooraan aan te sluiten. Energie die je vervolgens tekort komt in de finale.

Met nog ruim zeventig kilometer op de koersteller begint dwars door de Crete Senesi de daadwerkelijke finale met de 9,5 kilometer lange sector van San Martino in Grania, waar we wellicht enkele schaduwfavorieten naar voren zien flitsen. Wetende dat ze er onherroepelijk af moeten op de Monte Sante Marie. Deze laatste strook, sinds enkele jaren de Settore Fabian Cancellara – is 11,5 kilometer lang en zal het uiterste vergen van de al afgepeigerde renners.

Op de Monte Sante Marie komt alles samen. Wie hier wil schitteren, zal over een flink portie explosiviteit, stuurvaardigheid en inhoud moeten beschikken. De Monte Sante Marie is berucht vanwege het vele draaien en keren. De afwisseling tussen dalen en klimmen. Een goede techniek is hier zeker vereist, (ex-)crossers zijn hier toch wel in het voordeel. Na het afdraaien van deze strook is het ruim twintig kilometer wachten tot de volgende onverharde sector.

Na de Monte Sante Marie is het spel ongetwijfeld op de wagen, maar we zijn er dan nog niet. In de laatste dertig kilometer volgen nog drie kortere stroken. We kunnen ze inmiddels wel dromen: Monteaperti (800 meter), Strade di Colle Pinzuto (2,4 km) en Le Tolfe (1,1 km). Op deze beklimmingen komt de nodige explosiviteit goed van pas, aangezien de percentages regelmatig in de dubbele cijfers schieten. Na de laatste strook van Le Tolfe wachten nog zo’n tien golvende kilometers naar Siena.

In het schelpvormige kloppende centrum van Siena wacht nog een laatste nijdige helling, op de plavuizen van de Via Santa Caterina. Met nog 1.500 meter te gaan begint het asfalt weer te stijgen, zodra de renners onder de Porta di Fontebranda rijden, richting de vod van de laatste kilometer. De koplopers rijden eerst langs enkele typische Italiaanse huisjes. Dan volgt er een passage onder de middeleeuwse stadspoort en begint de ellende in de nauwe straatjes van Siena richting het Piazza del Campo.

Zodra de renners onder de Porta di Fontebranda rijden loopt het al lekker omhoog, maar op de plavuizen van de Via Santa Caterina is het pas écht afzien, met stroken tot 16%. Na deze muur moeten de renners zich nog door wat nauwe straatjes wringen richting de finishstreep op het Piazza del Campo. Wie de laatste bocht als eerste zonder kleurscheuren doorkomt, mag een zegegebaar naar keuze maken. Als winnaar van Strade Bianche.

Zaterdag 5 maart, Strade Bianche: Siena-Siena (184 km)
Officieuze start: 11.40 uur
Officiële start: 11.45 uur
Finish: tussen 16.14 en 16.44 uur

flag-it Strade Bianche 2022 – Onverharde stroken
Settore Sterrato 1: Vidritta (2,1 kilometer)
Settore Sterrato 2: Bagnaia (5,8 kilometer)
Settore Sterrato 3: Radi (4,4 kilometer)
Settore Sterrato 4: La Piana (5,5 kilometer)
Settore Sterrato 5: Lucignano d’Asso (11,9 kilometer)
Settore Sterrato 6: Pieve a Santi (8 kilometer)
Settore Sterrato 7: San Martino in Grania (9,5 kilometer)
Settore Sterrato 8: Monte Sante Marie (11,5 kilometer)
Settore Sterrato 9: Monteaperti (0,8 kilometer)
Settore Sterrato 10: Colle Pinzuto (2,4 kilometer)
Settore Sterrato 11: Le Tolfe (1,1 kilometer)
Totaal onverharde stroken: 63 kilometer


Favorieten

Aan toppers geen gebrek in deze zestiende editie van Strade Bianche, maar zoek niet naar de laatste twee winnaars van deze koers. Wout van Aert en Mathieu van der Poel zijn er om verschillende redenen niet bij in Siena. De Belgische kampioen, die in 2020 zijn naam op de erelijst wist te plaatsen, wil dit jaar opperbest aan de start verschijnen van Milaan-San Remo en (met name) de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Een deelname aan Strade Bianche past niet in de planning, de kersverse winnaar van Omloop Het Nieuwsblad wil in deze periode vooral koershardheid opdoen in Parijs-Nice.

Dat Van der Poel er zaterdag ook niet bij is, is dan weer geen keuze uit vrije wil. De titelverdediger sukkelt nog altijd met de rug, al gaat het wel de goede kant op. De renner van Alpecin-Fenix vertoeft inmiddels alweer enkele weken in Spanje, waar hij al trainend aan zijn basis werkt voor een terugkeer in het peloton. Op dit moment valt er echter nog weinig zinnigs te zeggen over een eventuele rentree van de Nederlandse alleskunner. Geen Strade Bianche dus, een tegenvaller voor Van der Poel en de mensen die de koers een warm hart toedragen.

Wint Julian Alaphilippe zaterdag zijn tweede Strade Bianche? – foto: Cor Vos

Wie dan wel, is de vraag die we onszelf moeten stellen. Nou, de winnaar van 2019 en nummer twee van vorig jaar zal zaterdag wel gewoon het startblad tekenen. Op basis van de voorbije wedstrijden kunnen we wel concluderen dat Julian Alaphilippe nog niet in topvorm verkeert, maar dat wil niet zeggen dat de Franse springveer van Quick-Step Alpha Vinyl ook kansloos is voor de zege in Siena. Verre van, want ook vorig jaar moest Alaphilippe het in de weken voorafgaand aan Strade Bianche doen met ereplaatsen, maar was er vervolgens een buitenaardse Van der Poel voor nodig om Flipke van de overwinning te houden.

Alaphilippe weet dus als geen ander hoe je moet pieken naar een koers als Strade Bianche. Met zijn koersinzicht, explosiviteit, stuurvaardigheid en grinta vindt hij in Toscane een parcours op zijn maat. En vergeet ook niet dat hij de opperwolf is van een bijzonder sterke ‘Wolfpack-roedel’. De Belgische sterrenformatie heeft met Kasper Asgreen nog een topper in de gelederen. De Deen is naar eigen zeggen nog niet in topvorm na een coronabesmetting, maar we vonden zijn optreden in Kuurne-Brussel-Kuurne toch al behoorlijk indrukwekkend. Wat kan de oersterke Asgreen in een semi-klimkoers als Strade Bianche?

Het geheim van Quick-Step Alpha Vinyl? De kracht van het collectief. En dus moeten we straks niet raar opkijken mochten Mikkel Honoré en Mauro Schmid een dijk van een koers rijden. De Deen liet zich vorig jaar geregeld zien in het eendaagse werk, de jonge Zwitser Schmid won vorig jaar de ‘Strade Bianche-etappe’ in de Giro d’Italia.

Boekt Tadej Pogačar opnieuw een prestigieuze klassiekerzege? – foto: Cor Vos

Alaphilippe zal als oud-winnaar en regerend wereldkampioen de nodige aandacht trekken, net als tweevoudig Tourwinnaar Tadej Pogačar. De Sloveen van UAE Emirates was ook vorig jaar een van de publiekstrekkers bij uitstek en met een zevende plaats liet hij zien dat hij ook zijn streng kan trekken in een atypische wedstrijd als Strade Bianche. Pogačar maakte toen deel uit van het elitegroepje dat zich al vrij vroeg wist af te scheiden van de rest, maar kwam in de finale wel wat explosiviteit en brute kracht tekort om de beste renners, Van der Poel, Alaphilippe en Egan Bernal, te volgen.

Geen schande, maar een eergierige renner als Pogačar is het natuurlijk niet gewend om zomaar uit de wielen te worden gereden. Dat is zijn eer te na en reken er maar op dat hij uit is op sportieve revanche. Met eindwinst in de UAE Tour liet hij zien dat hij klaar is voor een glansprestatie in Italië. Binnen het kamp van UAE Emirates kunnen we ook nog zo drie schaduwfavorieten aanwijzen voor de overwinning. Wat te denken van Diego Ulissi, dit seizoen al goed voor meerdere ereplaatsen, de beloftevolle Alessandro Covi en de Spaanse klimmer Marc Soler. Schrijf ze toch maar op, met potlood of viltstift.

Alejandro Valverde is als goede wijn – foto: Cor Vos

Bij het afstruinen van de startlijst komen we ook al snel de naam van Tom Pidcock tegen. Vijfde in 2021, achter winnaar Van der Poel, Alaphilippe, Bernal en Van Aert. De nummers één, drie en vier schitteren dit jaar door afwezigheid en volgens de logica schuift Pidcock dan een paar plekjes op in de pikorde. Voor de Britse duizendpoot, de regerende wereldkampioen in het veld en olympische kampioen op de mountainbike, heeft Strade Bianche iets weg van een speeltuin. Op de steile hellingen is de coureur van INEOS Grenadiers met zijn gewicht in het voordeel, op de gravelstroken kan hij dan weer zijn sublieme techniek demonstreren.

Het maakt van Pidcock een zeer gevaarlijke klant, zo niet de topfavoriet, voor de overwinning. En laat u niet misleiden door zijn recente uitslagen op de weg: in het Vlaamse openingsweekend deed hij zijn tegenstanders meer dan eens pijn op de steile klimmetjes. Wat ook niet onbelangrijk is, is dat Pidcock zaterdag kan rekenen op een sterke ploeg. Wat mogen we verwachten van de Ecuadoraanse klimmer Richard Carapaz? Carapaz stond in 2017 en 2019 al eens aan de start van Strade Bianche, maar zonder succes. Ook de jonge Spaanse klimmer Carlos Rodriguez en Jhonatan Narváez zijn zeer gevaarlijke klanten voor een goede klassering.

Update: Tom Pidcock moet Strade Bianche missen door maagproblemen

Een andere renner die in het verleden al goed wist te presteren in Strade Bianche is Alejandro Valverde. De Spanjaard viert later dit jaar zijn 42ste verjaardag, maar is still going strong. De tijd lijkt maar geen vat te krijgen op de kopman van Movistar. Zo staat de zegeteller van Valverde in 2022 alweer op drie. In januari was hij de beste in de Trofeo Pollença-Port d’Andratx en afgelopen weekend won Valverde een etappe en het eindklassement van de gloednieuwe rittenkoers Gran Camiño. Kan de Murciaan de goede lijn doortrekken en ook meedingen voor de zege in Strade Bianche? Valverde stond in 2014 en 2015 al eens op het podium. Je weet wat ze zeggen over een oude vos: die verliest dan wel zijn haren, maar zeker niet zijn streken.

Tiesj Benoot is uitstekend op dreef – foto: Cor Vos

Jumbo-Visma zal het zaterdag dus moeten rooien zonder zijn talisman Wout van Aert, maar Tiesj Benoot staat te trappelen om zijn rol als kopman over te nemen. We scharen de Belg als oud-winnaar ook zonder nadenken in het rijtje van absolute topfavorieten, al helemaal na zijn recente optredens in Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne. Benoot was misschien wel de sterkste renner van het Vlaamse openingsweekend. In de Omloop brak hij de koers volledig open en speelde vervolgens een cruciale rol voor zijn ploeggenoot en latere winnaar Van Aert en ook in Kuurne maakte hij indruk toen er gekoerst moest worden.

Hebben we nog niet genoemd, maar verdienen zeker een sterretje op basis van de voorbije weken en/of behaalde prestaties uit het verleden: Sergio Higuita (BORA-hansgrohe), Tim Wellens (Lotto Soudal), Romain Bardet (Team DSM) en Pello Bilbao (Bahrain Victorious). Colombiaans kampioen Higuita heeft al twee overwinningen op zak in 2022, met zijn ritzege in de Volta ao Algarve op de Alto do Malhão als sportieve uitschieter. Higuita staat voor zijn vuurdoop in de koers over gravelwegen, maar lijkt over het takenpakket te beschikken om een rol van betekenis te spelen op weg naar Siena.

Update: Romain Bardet moet door ziekte passen voor Strade Bianche

Bardet en Wellens zijn inmiddels al gepokt en gemazeld als wielrenner en hebben ook voldoende ervaring met het koersen op onverharde wegen. Beide renners stonden bovendien al eens op het podium van Strade Bianche. Wellens werd in 2017 derde achter Kwiatkowski en Greg Van Avermaet, Bardet eindigde een jaar later als tweede op respectabele afstand van Benoot. De vraag is alleen of Wellens alweer volledig is hersteld van zijn maagproblemen, waardoor hij niet kon starten in Omloop Het Nieuwsblad. De Spaanse klimmer Bilbao, vorig jaar tiende in Siena, heeft nergens last van en werd vorige week knap derde in een sterk bezette editie van de UAE Tour.

Wat kan Tim Wellens laten zien in Toscane? – foto: Cor Vos

Er staan verder nog de nodige toppers aan de start. Denk aan Jakob Fuglsang en Simon Clarke (Israel-Premier Tech, in 2019 nog tweede), Matej Mohorič (Bahrain Victorious), Gianni Moscon (Astana Qazaqstan), Michael Valgren en Ruben Guerreiro (EF Education-EasyPost), Benoît Cosnefroy en Greg Van Avermaet (AG2R Citroën), Stefan Küng (Groupama-FDJ), Andreas Kron (Lotto Soudal), Warren Barguil (Arkéa-Samsic), Gianni Vermeersch en Michael Gogl (Alpecin-Fenix), Diego Rosa (EOLO-Kometa), Lorenzo Rota (Intermarché-Wanty-Gobert), Thibaut Pinot (Groupama-FDJ) en Quinn Simmons (Trek-Segafredo).

Ook Patrick Konrad (BORA-hansgrohe) en Gianluca Brambilla (Trek-Segafredo) kunnen eventueel verrassen. En om nog even terug te komen op Jumbo-Visma. De Nederlandse ploeg kan, naast Benoot, ook nog terugvallen op Tom Dumoulin, Tobias Foss en Milan Vader. We zijn vooral nieuwsgierig naar de prestatie van Dumoulin, na een toch ietwat tegenvallende UAE Tour, en Vader, die zich als mountainbiker als een vis in het water moet voelen.

Update: Tom Dumoulin mist Strade Bianche door positieve coronatest

De kans dat een vroege vlucht het haalt in Siena, is bijzonder klein, maar met Victor Campenaerts en Taco van der Hoorn aan de start weet je het maar nooit. Campenaerts werd na een beresterke koers vijfde in Omloop Het Nieuwsblad en maakte ook indruk in Le Samyn, Van der Hoorn was een van de hoofdrolspelers in Kuurne-Brussel-Kuurne.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Julian Alaphilippe
*** Tom Pidcock, Tadej Pogačar
** Tiesj Benoot, Sergio Higuita, Alejandro Valverde
* Jhonatan Narváez, Tim Wellens, Benoît Cosnefroy, Pello Bilbao

Website organisatie
Deelnemerslijst (WielerFlits)


Weer en TV

De kans is groot dat het niet alleen stof-, maar ook modderhappen zal worden op weg naar de finish. Rond het middaguur is de kans op regen namelijk vrij groot in Siena en omgeving, waardoor het weleens een atypische Strade Bianche kan worden. In de laatste koersuren blijft het waarschijnlijk wel droog. De wind waait zwak tot matig en zal normaal gesproken geen rol van betekenis spelen. Als er dan toch een beetje wind is, blaast die aan windkracht 1 vanuit het zuidoosten.

Strade Bianche is ook dit jaar weer live te volgen op Sporza (eerst op Eén, vervolgens op Canvas) en Eurosport 1. Ook via de Eurosport Player is het mogelijk om de wedstrijd te bekijken. De uitzendingen beginnen rond 13.50 uur. Geen tijd om de koers op je beeldscherm te volgen? Geen nood, WielerFlits komt zaterdag uiteraard ook met een Volg Hier.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.