Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir 2017
Foto: Jan Brychta / TTV sport group
vrijdag 18 augustus 2017 om 10:25

Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir 2017

De finale van de UCI Nation’s Cup U23 – waarin Denemarken aan de leiding staat – vindt de komende week traditiegetrouw plaats in Frankrijk. Hét ijkmoment voor de mondiale wereldtop bij de beloften heet natuurlijk de Ronde van de Toekomst. Wie zijn de kanshebbers en wat mogen we verwachten? WielerFlits neemt de historie, het parcours en de favorieten onder de loep.

Historie
Jacques Marchand was in 1961 chef bij de toen al gerenommeerde Franse sportkrant L’Equipe. Hij kwam op het lumineuze idee om beloftevolle amateurs die openlijk, maar vaak vergeefs, bonkten op de deur van het profwielrennen –  in navolging van hun grote voorbeelden in de Tour de France – tegen elkaar te laten strijden in een meerdaagse wielerkoers. De Tour de l’Avenir was hiermee een feit. In de eerste jaren werd de ronde nog echt in de schaduw van het grote broertje verreden, door de ritten voorafgaand aan de etappes in de Tour te organiseren. Van dit idee werd zeven jaar later afgestapt, waardoor de toekomstronde zijn eigen plek op de kalender en gezicht kreeg.

Van 1961 tot 1980 was de ronde slechts voorbehouden aan amateurs. Het stelde de Russische kroonprinsen van die tijd in staat hun talent de etaleren ten westen van Moskou. En hun talent etaleren, is iets wat ze zonder enige twijfel deden. Zo kroonde Sergueï Soukhoroutchenkov zich in 1978 en 1979 tot eindwinnaar, en bevolkten respectievelijk Said Gusseinov, Yuri Kachirin, Sergueï Mozorov en Ramazan Galaletdinov het eindpodium. De kans om de Tour de France te rijden – laat staan tot het uitbouwen van een (succesvolle) Europese carrière – zouden ze echter nooit krijgen.

Serguei Soukhoroutchenkov won de toekomstronde tweemaal, en is daarmee recordhouder – Foto: Sirotti

Na 1980 besloot de organisatie zijn deuren eveneens te openen voor profs. Onder meer Greg Lemond (1982), Charly Mottet (1984), Miguel Indurain (1986) en Laurent Fignon (1988) profiteerden van deze wijziging. In 1992 besloot de organisatie van de Tour echter om de verantwoordelijkheid voor de toekomstronde te gaan dragen. Dit ging gepaard met opnieuw een koerswijziging: vanaf nu mochten enkel renners (zowel beloften als profs) tot 25 jaar deelnemen. Inmiddels is dit naar beneden bijgesteld met een maximum leeftijd van 23 jaar. De Tour de l’Avenir heeft zich sindsdien ontpopt tot speeltuin voor de grootste beloften, en tot graadmeter welke renners klaar zijn voor die laatste stap naar het professionele metier.

Felice Gimondi liet in 1964 zien al over bakken met talent te beschikken

Naast Lemond, Mottet, Indurain en Fignon zijn er nog legio namen op de erelijst aan te wijzen die duidelijk maken dat een grootste toekomst lonkt voor de winnaar van 2017. Zo zegevierden onder meer Felice Gimondi (1964), Joop Zoetemelk (1969), Gianbattista Baronchelli (1973), Marc Madiot (1987), Johan Bruyneel (1990) en Denis Menchov (2001). Als we de lijst met winnaars van de laatste tien jaar onder de loep nemen, komen we uitsluitend toppers tegen met als grootste namen Nairo Quintana (2010), Esteban Chaves (2011), Warren Barguil (2012) en Miguel Ángel López (2014). In totaal wonnen drie Nederlanders de toekomstronde. Naast Joop Zoetemelk mogen ook de talentvolle maar breekbare Fedor den Hartog (1972) en Bauke Mollema (2007) zich die eer aanmeten. Vorig jaar ging de eindzege naar Fransman en huidig FDJ-coureur David Gaudu, die na een spannende strijd Italiaan Edward Ravasi (inmiddels actief voor UAE Emirates) en de Amerikaan Adrien Costa (tijdelijk gestopt vanwege motivatieproblemen) achter zich hield.

Laatste tien eindwinnaars Tour de l’Avenir 
2007: flag-nl Bauke Mollema
2008: flag-be Jan Bakelants
2009: flag-fr Romain Sicard
2010: flag-co Nairo Quintana
2011: flag-co Esteban Chaves
2012: flag-fr Warren Barguil
2013: flag-es Rubén Fernández
2014: flag-co Miguel Ángel López
2015: flag-es Marc Soler
2016: flag-fr David Gaudu

Parcours
In het verleden waren er edities van de Toekomstronde bij van tien dagen. Vervolgens kromp de koers om verschillende redenen naar zeven dagen, maar dat herstelt zich de laatste jaren. Vorig jaar waren er alweer acht etappes en dit seizoen zijn dat er negen. Een tijdrit ontbreekt, maar er is een rustdag toegevoegd voor de verplaatsing van het noordwesten van Frankrijk naar de Alpen in het zuidoosten.

Vrijdag 18 augustus, etappe 1: Loudéac – Loudéac (134 km)

De Tour de l’Avenir begint, net als vorig jaar, met een rit in lijn. Start- en aankomstplaats is Loudéac, gelegen in de regio Bretagne. Over dit bijna tienduizend inwoners tellende plaatsje is weinig noemenswaardigs te vermelden. Het is echter wel de geboorteplaats van de Franse wielrenner Fabrice Jeandesboz, die aan het einde van het jaar zijn fiets aan de wilgen zal hangen. De etappe zelf is verraderlijk met constant op- en aflopende wegen. Het peloton zal in totaal driemaal een lokale ronde in Loudéac moeten afwerken, met een kort klimmetje en een oplopende slotkilometer als kruidige elementen. De sprinter die hier wil winnen, zal tot in de perfectie moeten timen.

Zaterdag 19 augustus, etappe 2: Inzinzac-Lochrist – Bignan (132,4 km)

Ook rit twee naar Bignan kent een op- en af karakter. Opnieuw dienen de renners driemaal een lokale ronde af te werken met daarin twee korte klimmetjes. De laatste tweeduizend meter lopen daarnaast omhoog aan ongeveer 2%, en zal naar alle waarschijnlijkheid opnieuw leiden in een machtsspurt tussen de aanwezige snelheidsduivels.

Zondag 20 augustus, etappe 3: Missilla – Châteaubriant (125,7 km)

De Tour de l’Avenir opteert dit jaar voor een wel erg lange aanloop naar de Alpen. Zondag staat er nog maar eens een kans voor de sprinters geprogrammeerd, met een finale die zelfs nog wat gemakkelijker is in vergelijking met de twee voorgaande ritten. Châteaubriant, de aankomstplaats van deze derde etappe, speelde een belangrijke rol in de Gekkenoorlog (la Guerre folle) van 1485 tot 1488 tussen de Franse monarchie en het rebellerende Bretagne. Welke renner neemt anno 2017 de rol van rebel op zich, en dwarsboomt het dominante peloton met een late aanval?

Maandag 21 augustus, etappe 4: Derval – Samaur (166,6 km)

Na enkele kansen voor de snelle mannen in het peloton, nodigt etappe vier uit tot anarchie. Onderweg naar Saumur, gelegen in de Pays de la Loire, moeten de renners enkele kuitenbijters verwerken alvorens een lokale ronde aan te vatten. In de finale wacht tweemaal de korte beklimming van Saumur. Met een lengte van 700 meter aan een gemiddelde stijgingsgraad van 10% voer voor de puncheurs. Na de laatste passage over deze klim, is het nog een drietal kilometer naar de finish.

Dinsdag 22 augustus, etappe 5: Montrieul-Bellay – Amboise (157,1 km)

Waar de springveren in rit vier een kans krijgen op dagwinst, zullen de sprinters weer aan zet zijn in de vijfde etappe richting Amboise, sterfplaats van de legendarische alleskunner Leonardo da Vinci. Zijn sterfhuis – Clos Lucé – is nu een museum gewijd aan het leven en werk van het Italiaanse genie. Tijd voor de renners om een bezoekje te brengen aan dit museum is er echter niet. De af te werken lokale ronde kent weliswaar een kort klimmetje, maar de laatste vijf kilometer zijn vlak en daarmee ideaal terrein voor een ziedende sprint.

Woensdag 23 augustus, etappe 6: Montrichard – Saint-Amand-Montrond (139,1 km)

Etappe zes naar Saint-Amand-Montrond is de laatste kans voor de sprinters op succes. Denk echter niet te licht over het parcours. Naast een beklimming van 2,4 kilometer aan een kleine 3% in de absolute finale, kan de wind in deze regio ook flink huishouden. Denk alleen al terug aan de dertiende etappe in de Tour van 2013 met aankomst in Saint-Amand Montrond, toen het peloton in stukken werd geslagen door een coup van Belkin en Tinkoff-Saxo. Waait de wind ook dit keer voldoende om de koers op zijn kop te zetten?

Vrijdag 25 augustus etappe 7: Saint-Gervais Mont-Blanc – Hauteluce-Les Saisies (118,4 km)

Genoeg inleidende treintjes, ellebogenwerk en andere rare capriolen: de komende drie dagen is het de beurt aan de klimmers! Waar de laatste twee etappes geschikt zijn voor een heuse coup, zal het spektakel vandaag naar alle waarschijnlijkheid samenballen op de klim naar Les Saisies. Al zijn de steile beklimmingen van Héry-sur-Ugine en Col du Vorger niet te onderschatten. De Col des Saisies wordt nergens echt steil, maar is met een lengte van goed zestien kilometer uitputtend. In de laatste vijf kilometer zijn de steilste percentages te noteren met 11%. Egan Arley Bernal, Pavel Sivakov of Neilson Powless: wie deelt de eerste tik uit aan zijn concurrenten?

Zaterdag 26 augustus, etappe 8: Albertville – Saint-Foy-Tarentais (120,5 km)

Waar rit zeven al voer was voor de klimgeiten, is de voorlaatste etappe in deze Tour de l’Avenir dat helemaal. De eerste klim van de dag, de Cormet de Roselend (19,6 km aan 6,2%) is al bijzonder lastig. Vooral de eerste twaalf kilometer gaan constant omhoog aan zo’n 7%. De afdaling van de Roselend is in de beginfase dan weer erg technisch. Na de afzink volgt meteen de ongecategoriseerde klim naar Montgirod (6 km aan 6,5%).

Na een korte afdaling doemt Les Arcs 1800 (12,7 km aan 7,2%) op. Een klim die nog niet te vaak in koersverband is opgereden, maar wel het decor van een van de belangrijkste Tour-momenten uit de historie. In 1996 gebeurde hier een voor jaren onmogelijk gehouden iets: het ten onder gaan van Miguel Indurain. Big Mic, die dat jaar op jacht was naar zijn zesde Tourzege op rij, vond zijn waterloo op Les Arcs met een verlies van ruim vier minuten. Het bleek het einde van een tijdperk.

Na de klim naar Les Arcs, wat overigens een loper is met nergens echt steile percentages, wordt de weg naar beneden weer ingezet om de laatste twintig oplopende kilometer aan te vatten. De eigenlijke klim naar Saint-Foy-Tarentaise begint echter op 6,5 kilometer van de meet, waarna de renners aan een gemiddelde hellingsgraad van 6,5% omhoog klauteren.

Zondag 27 augustus, etappe 9: Bourg-Saint-Maurice – Albiez-Montrond (107,4 km)

Na acht hectische dagen is het slotstuk van Tour de l’Avenir een korte bergrit naar Albiez-Montrond. Vandaag is ook de laatste kans om het eindklassement op zijn kop te zetten. De aanloopfase is nog geschikt voor renners met de grote plaat. Tot de mythische Col de la Madeleine (24,3 km aan 6,2%) opdoemt, die van de langere maar mindere steile kant vanuit Notre-Dame-De-Briançon wordt beklommen. De eerste zes kilometer stijgen aan een gemiddelde van 7%, gevolgd door een relatief vlak tussenstuk van vierduizend meter. Bij kilometerpaal twaalf stijgt het wegdek weer voor vijf kilometer aan ruim 7% – met pieken tot 12 – om vervolgens weer te worden afgewisseld met tweeduizend meter aan 3%. De laatste vier kilometer stijgen dan weer aan ruim 8%.

Na een afdaling van twintig kilometer en een vallei van een goede vijftien kilometer, beginnen de renners aan de laatste klimopdracht van deze 55e Ronde van de Toekomst: de Col du Mollard (11,3 km aan 7,5%). Vaak een voorgerechtje in een Tour-bergrit, vormt de klim nu het sluitstuk van negen dagen koers tussen de beste wielerbeloften. De beklimming is met een gemiddelde van 7,5% behoorlijk steil. Er zijn zelfs kilometers te noteren waarin het wegdek constant de negen procent aantikt. Wie kroont zich bovenop de Mollard als eindwinnaar?

Favorieten
De Tour de l’Avenir is voor vele beloften de opmaat naar de profs. Een echt titatengevecht in Frankrijk krijgen we niet. Er ontbreken daarvoor twee grote namen. Supertalent Adrien Costa heeft omwille van vermoeidheidsverschijnselen al een punt achter zijn seizoen gezet en het is nog maar de vraag wanneer hij volgend seizoen terugkeert. Ook rasklimmer Mark Padun is er niet bij, omdat zijn land Oekraïne geen uitnodiging van de organisatie kreeg. Wie gaan nu wel de dienst uitmaken?

**** flag-co Egan Arley Bernal

Bernal zou akkoord zijn met Sky – foto: Sirotti

Costa en Padun of niet, de topfavoriet is nog steeds hetzelfde. Egan Arley Bernal is namelijk de te kloppen man. De 20-jarige Colombiaan tekende twee jaar geleden al een profcontract, toen hij vanuit het mountainbiken direct de overstap maakte naar de profs. Onder de vleugels van Gianni Savio laat Bernal in het shirt van Androni Giocattoli heel mooie prestaties optekenen. Hij werd dit jaar alleen al zestiende in Tirreno-Adriatico, negende in de Tour of the Alps en heerste in de door hem gewonnen Le Tour de Savoie Mont Blanc (2.2). Die resultaten kan niemand uit het beloftencircuit weerleggen.

*** flag-ru Pavel Sivakov & flag-au Lucas Hamilton

Sivakov heeft ervaring met geel – foto: Giro Valle d’Aosta

De grootste uitdager van Bernal heet Pavel Sivakov. Na de Tour de l’Avenir, zijn de Ronde de l’Isard, de Giro d’Italia U23 en de Giro Ciclistico della Valle d’Aosta-Mont Blanc de zwaarste en meest bergachtige rittenkoersen voor beloften. Die drie wedstrijden werden dit seizoen allemaal gewoon door een en dezelfde renner: Sivakov. De zoon van voormalig profs Alexei Sivakov en Aleksandra Koliaseva woont aan de voet van de Pyreneeën en lijkt alles in zich te hebben om het te maken als profrenner. Hij gaat nog eenmaal de strijd aan met Bernal, want naar verluidt rijden beide talenten volgend seizoen in het shirt van Sky.

Lucas Hamilton is geen familie van Sunweb-renner Chris – foto: Sirotti

Het eerste jaar van de Orica-opleidingsformatie Mitchelton-Scott is een groot succes. De Australische talenten van die ploeg waren op meerdere fronten succesvol, maar vooral in het rondewerk zijn zij uitermate getalenteerd. Lucas Hamilton is een van die ruwe diamanten. Deze 21-jarige Australiër kenmerkt zich door zijn klimmersbenen, maar beschikt eveneens over een uitstekende tijdrit. Ook in de zwaardere eendagskoersen als Luik-Bastenaken-Luik U23 (dit jaar tweede) komt hij goed voor de dag. De Oceanisch kampioen op de weg bij de profs won onlangs nog de Tour Alsace, nadat hij tweede werd achter Sivakov in de Giro.

** flag-be Bjorg Lambrecht, flag-au Jai Hindley & flag-us Neilson Powless

Lambrecht komt per 1 juli 2018 uit voor de profploeg van Lotto Soudal – foto: Giro Valle d’Aosta

België lijkt zich op te kunnen maken voor een volgende klimmer. Bjorg Lambrecht is klein van stuk, maar groots van daden. De 21-jarige Gentenaar boekte de laatste twee seizoen goede resultaten in de zwaarste rittenkoersen van het U23-circuit. In april wist hij bovendien de beloftenversie van La Doyenne naar zich toe te trekken. In de Ronde de l’Isard won hij de bergrit naar Plateau de Beille, maar in het eindklassement moest hij Sivakov – net als in de Ronde van de Aostavallei – voor laten gaan. In de Tour de Savoie Mont Blanc was alleen Bernal hem te vlug af. Zonder die twee aan de start, wist Lambrecht wel de Vredeskoers te winnen.

Hindley reed al verdienstelijk tussen de profs – foto: Sirotti

In Australië hoeven ze zich geen zorgen te maken om de erfenis van Richie Porte. Bij de profs heb je al mannen als Robert Power en Jack Haig, maar ook in het beloftencircuit is er genoeg aanwas. Hamilton was al genoemd, maar ook Jai Hindley mag daarbij. Vorig jaar werd hij al heel sterk vijfde in de Ronde van de Toekomst, op een dikke drie minuten van eindwinnaar Gaudu. Zijn knapste prestatie van het seizoen boekte hij al in februari, toen hij als tweede eindigde in het eindklassement van de Herald Sun Tour. Hij liet daar onder meer Chris Froome en Johan Esteban Chaves achter zich, al begon voor hun het seizoen pas net.

Ook Powless stapt over naar de profs – foto: Axeon Hagens Berman

Bij afwezigheid van Costa, rekent de selectie van de Verenigde Staten op dat andere rondetalent uit de stal van Axeon Hagens Berman. Neilson Powless (20) won vorig jaar de zware slotrit en werd achttiende in het klassement. Deze editie jaagt hij op meer en dat mag ook, gezien zijn recente vorm. Na uitermate succesvolle nationale kampioenschappen – zilver (weg) en brons (tijdrit) bij de profs, de Stars and Stripes (U23 weg) en nogmaals brons (U23 tijdrit) – werd Powless vierde in de Tour of Utah. Binnenkort tekent hij volgens de geruchten een lucratieve deal bij Cannondale-Drapac. Ook LottoNL-Jumbo wilde hem er graag bij hebben.

* flag-gb Scott Davies, flag-au Michael Storer, flag-it Giovanni Carboni & flag-dk Niklas Eg

Scott Davies kan net als James Knox meedoen voor een topnotering – foto: Sirotti

Net als bij de Australiërs, hebben ook de Britten een sterke ploeg afgevaardigd naar Frankrijk. Zij kunnen op meerdere vlakken goed uit de voeten, waaronder in de bergen. Hoewel het voor viervoudig Brits U23-tijdritkampioen Scott Davies jammer is dat er geen tijdrit in deze Tour de l’Avenir zit, staat hij ook als klimmer zijn mannetje. Dat liet hij eerder dit seizoen al zien in de Giro, waar hij als vijfde eindigde. Onlangs behaalde hij datzelfde resultaat in de Tour Alsace, waarmee hij bevestigde. Davies heeft ook de nodige ‘ervaring’: de renner van Wiggins begint aan zijn derde Toekomstronde.

Michael Storer hoopt beter te doen dan in 2016 – foto: Sirotti

Hamilton en Hindley zijn de revue al gepasseerd, maar er is hier nóg een Australiër die kan winnen. Michael Storer is de naam. De 20-jarige Australiër – ook al uit de stal van Mitchelton-Scott – is vooral een renner die het goed doet in heuvelachtige eendagskoersen. Dat is ook terug te zien in zijn resultaten van dit jaar. Ten opzichte van vorig seizoen, zijn die prestaties onder aan de streep beter. Dat belooft veel goeds, want vorig jaar wist Storer na die goede eendagskoersen als zevende te eindigen in deze rittenkoers. Hoewel de concurrentie binnen de selectie van de Aussies dus moordend is, zal iedereen bergop op zichzelf zijn aangewezen.

Rond Carboni is het nog stil voor komend seizoen – foto: Sirotti

Spanje is verrassenderwijs niet afgereisd naar de Ronde van de Toekomst. Het beloftencircuit is daar de laatste jaren al wat magertjes qua talent. Bij Italië is dat niet het geval. Ondanks dat de grootste pareltjes de laatste de overstap naar de profs maakten, kan de Squadra Azzurra in Frankrijk rekenen op een sterke selectie. Giovanni Carboni lijkt de aangewezen man om met de beste klimmers te wedijveren. Vanwege een operatie aan zijn onderarm, kwam de 21-jarige Italiaan van april tot en met juli niet in actie. Desondanks was hij in de Aosta alweer in vorm, getuige een ritzege en een vijfde plek in het eindklassement.

Niklas Eg – Foto: Jan Brychta/Závod Míru

De Scandinavische landen doen het in de regel de laatste jaren heel goed bij de beloften. Vooral de jeugdopleiding in Noorwegen en Denemarken lijkt haar vruchten af te werken. In dat laatst land lijken ze bovendien een klimmer klaar te stomen voor een overstap naar de profs. Na een aantal mindere jaren komt Niklas Eg er dit seizoen helemaal doorheen. De inmiddels 22-jarige Deen kon in de Vredeskoers bergop opvallend lang bij springveer Lambrecht blijven. Eg liet in de Giro della Valle d’Aosta vervolgens zien dat die prestatie in Tsjechië geen toevalstreffer was. In het Noord-Westen van Italië werd hij uiteindelijk vierde.

Outsiders

Stannard was tot voor dit jaar Nieuw-Zeelander – foto: Sirotti

Australië is al eerder aanbod gekomen tijdens deze voorbeschouwing, ook nu weer. Robert Stannard – die dit seizoen aanvankelijk voor Delta Cycling Rotterdam zou rijden – ontwikkelt zich snel en kan zo maar eens een hoge ereplaats noteren. Bij Oostenrijk mikken ze vooral op Benjamin Brkic en Markus Freiberger, die beide goed kunnen klimmen. Ondanks de blessure van Harm Vanhoucke, hebben onze zuiderburen nog een pion tot hun beschikking. Stef Crass voelt zich ook als een vis in het water. Volgens de geruchten ligt Sunweb goed in de markt om het Belgische talent over te nemen van het stoppende BMC Development. Nederland heeft geen renner voor het klassement meegenomen. De ploeg hoopt vooral in de eerste vlakke etappes te scoren met etappezeges. KNWU-coach Peter Zijerveld selecteerde Julius van den Berg, Pascal Eenkhoorn, Fabio Jakobsen, Jan Maas, Joris Nieuwenhuis en Hartthijs de Vries. Die laatste is met keelontsteking thuis gebleven. Lars van den Berg vervangt hem.

Fabbro werd vorig jaar dertiende, maar brak in 2017 twee keer zijn sleutelbeen – foto: CT Friuli

Victor Lafay en Valentin Madouas moeten het mooie weer namens thuisland én titelverdediger Frankrijk maken. Italië heeft met Katusha-Alpecin-aanwinst Matteo Fabbro en in wat mindere mate Nicola Conci twee stand-ins voor Carboni achter de hand. Ook Sivakov kan rekenen op deftige steun, want hij heeft derdejaars prof Artem Nych en Nicolay Cherkasov aan zijn zijde. Ook bij Tsjechië zijn er twee renners die niet te veel ruimte mogen krijgen: CCC Sprandi Polkowice-renner Michal Schlegel en veldrijder Adam Ťoupalík. James Knox kan hier ook zeker top-10 rijden, getuige zijn vele dichte ereplaatsen in rittenkoersen dit jaar. Als laatste outsiders blijven Daniel Felipe Martinez (Colombia), Takeaki Amezawa (Japan), Kevin Geniets (Luxemburg), Tobias Foss (Noorwegen), Tiago Antunes (Portugal), Aliaksandr Riabushenko (Wit-Rusland) en Patrick Müller (Zwitserland) over.

Sprinters

Halvorsen is de sprintbom deze ronde – foto: Sirotti

Omdat er in de eerste dagen een aantal kansen voor sprinters liggen, staan er dit jaar opvallend veel snelle mannen aan de start. De beste sprinter in het U23-circuit is op dit moment wereldkampioen Kristoffer Halvorsen. Onze landgenoot Fabio Jakobsen heeft reeds bewezen dat hij de Noor kan vloeren en zal dat in het rood-wit-blauw maar al te graag doen. Met Europees kampioen Casper Pedersen, Christopher Lawless, Jacob Hennessy, Alan Banaszek, Imerio Cima en de nog vrij onbekende Quick-Step Floors-stagiair Álvaro José Hodeg, is de concurrentie in de vlakke etappes tamelijk interessant.

Zorgt Jakobsen voor Nederlands succes? – foto: Léon van Bon / Topcompetitie

Favorieten volgens WielerFlits
**** Egan Arley Bernal
*** Pavel Sivakov, Lucas Hamilton
** Bjorg Lambrecht, Jai Hindley, Neilson Powless
* Scott Davies, Michael Storer, Giovanni Carboni, Niklas Eg

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)

Weer en tv
De Ronde van de Toekomst trapt vrijdag af met een regenachtige dag in Bretagne. De rest van de week is het zonnig: de temperatuur schommelt de 25 en 30 graden Celsius. Alleen de eerste twee dagen is het iets frisser, met 21 á 22 graden. Wind staat er nauwelijks.

De koers is de komende week in ieder geval twee dagen live te volgen op Eurosport 1. De eerste twee etappes zijn rechtstreeks te zien en afhankelijk van de programmering volgen er in het slotweekend nog eens twee. WielerFlits zorgt iedere dag voor een Volg Hier en een ritverslag.

RIDE Magazine
13 Reacties
Sorteer op:
18 augustus 2017 10:28
Hoop dat Lambrecht het goed gaat doen. Hoop dat België ook weer een beetje mee gaat doen op rondegebied.
18 augustus 2017 10:29
Mooie winnaars heeft deze koers al gehad. Dienen zich hier soms magere jaren aan wat betreft Nederlandse klassementsrenners?
18 augustus 2017 10:50
Is er nou echt geen talent voor de bergen, of wordt er gewacht dat de huidige
lichting met " pensioen" gaat, en dan pas weer kijken.
Waarom moeten er alleen sprinters mee, geef de talenten op ronde gebied
een kans.
18 augustus 2017 11:04
@mare er zijn wel andere klimkoersen voor beloften. Als ze daar niet boven komen drijven kunnen ze zich in kleinere wedstrijden ook prima ontwikkelen. Waarom moeten klimmers de grootste koers rijden?
18 augustus 2017 11:08
@marehoek
Er is op dit moment niet echt talent voor de bergen. Wat mij betreft had Kevin Inkelaar hier een selectie verdiend, maar na het afvallen van Hartthijs de Vries ben ik nieuwsgierig om te zien waar piepjonge Lars van der Berg staat.
18 augustus 2017 11:33
Mooi parcours! Eigenlijk wel een beetje raar dat je als prof (Bernal) gewoon mee mag doen aan dit soort koersen. Net als toendertijd Ciolek op het WK....

Zou wel een fantastisch feest zijn deze maand: Sivakov die de Tour l'Avenir wint, en Zakarin de Vuelta. Ik zet voor de zekerheid alvast de champagne in de koelkast.
18 augustus 2017 11:42
Het kan zijn dat het een of twee jaar minder is met de klimtalenten. Maar het is niet logisch dat dat langer duurt. In Nederland rijden jongens (en meisjes) die kunnen klimmen, tijdrijden, sprinten en het klassieke werk aankunnen. De crux is ze te ontdekken en ze op een professionele manier naar hoger niveau te begeleiden. Jarenlang ging dat vooral via de Rabobank. Maar die selecteerde met name op het klim- en tijdrittalent. Dat hebben we geweten, doordat Nederland jarenlang geen goede sprinters en klassieke renners had. Terwijl we die 'altijd' wel hebben gehad. Terpstra kwam bijvoorbeeld niet bovendrijven via de Rabo's. Nu de Rabobank verdwenen is, is het de vraag wie de talenten gaat scouten en begeleiden. De KNWU heeft er het geld en de professionals niet voor. De continentale ploegen ook niet. Geld is in Nederland vooral het probleem. We hebben bedrijven met geld zat, maar helaas geen Sky dat de nationale bond steunt. Ik zie het somber in, alhoewel er altijd wel enkele talenten zelf hun weg zullen vinden. Maar misschien heeft iemand hier er een betere en zonnigere kijk op.
18 augustus 2017 12:16
Geen klimtalent? Wij hebben Sam Oomen toch. Daarachter valt het inderdaad tegen qua talent. Maar vergeet niet dat Tom en Wilco ook nog relatief jong zijn.
18 augustus 2017 12:22
@ Bart, niemand hierboven heeft het over deze generaties. Het gaat echt om de opvolging.
18 augustus 2017 13:18
Met de l'avenir wordt het weer duidelijk hoe jammer het is dat Rabo development er nier meer is. Ik had destijds echt lol in het volgen van de jonge talenten die door de ploeg werden opgepikt, begeleid en opgeleid. Ik ben bang dat de generaties Gesink-Mollema-Kruijswijk en die van Dumoulin-Kelderman en Oomen niet opgevolgd gaan worden.
18 augustus 2017 15:06
@horsm Zover ik me kan herinneren heeft Dumoulin nauwelijks het traject-Rabobank gevolgd. Volgens mij zat hij maar 1 jaar bij het developmentteam.
18 augustus 2017 15:17
Sivakov.. Wat een renner! Hopelijk zit er nog wat rek op want dit seizoen belooft heel veel goeds.

Altijd mooi om deze koers mee te pikken. Leuke voorbeschouwing ook weer!
18 augustus 2017 15:24
@platteprijs
Een Dumoulin komt maar eens in de 20 jaar voor. Dit is geen referentie voor de anderen. Bij Dumoulin druipt het talent er af. Hij is intelligent en heeft fysiek alles mee. Zo'n jongens geraken er bijna altijd, ongeacht van waar ze komen.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.