Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir 2023 – Opnieuw overladen met Jumbo-Visma-sausje?
Staune-Mittet en Archie Ryan zijn opnieuw twee favorieten voor eindwinst - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zaterdag 19 augustus 2023 om 19:45

Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir 2023 – Opnieuw overladen met Jumbo-Visma-sausje?

De tijd tussen het WK voor beloften en de Ronde van de Toekomst is niet ideaal. Toch kan de meest prestigieuze U23-wedstrijd van de kalender ook dit jaar weer rekenen op vrijwel alle toppers uit deze leeftijdscategorie. Er doen veel aanstaande profs mee, een enkeling is dat nu al. Wie treedt in de voetsporen van onder meer Felice Gimondi, Laurent Fignon, Joop Zoetemelk, Greg Lemond, Miguel Indurain, Egan Bernal en Tadej Pogačar? En wie volgt Cian Uijtdebroeks op? WielerFlits blikt vooruit op de Tour de l’Avenir 2023!

Historie

In de laatste vijf jaar zien we twee renners terug die twee jaar na hun eindzege in deze koers, ook de Ronde van Frankrijk op hun palmares schreven. Waar Egan Bernal nog altijd op de weg terug is naar zijn niveau van zijn Tourzege, is Tadej Pogačar uitgegroeid tot een van de beste wielrenners ter wereld. Maar beide verhalen zijn niet representatief voor de gemiddelde belofte. De Sloveen en de Colombiaan mogen zichzelf dan wel in één adem noemen met grootheden als Jacques Anquetil, Eddy Merckx en Bernard Hinault, die ook de Ronde van Frankrijk wisten te winnen. Maar er is slechts één renner geweest die destijds een gelijkaardige (stormachtige) ontwikkeling wist door te maken.

De naam van die renners is Felice Gimondi, de stijlvolle Italiaan die tijdens zijn carrière moest opboksen tegen onder meer Eddy Merckx, Joop Zoetemelk, Raymond Poulidor en Jan Janssen. De Bergamask won de Ronde van de Toekomst in 1964, om één jaar later al de Tour te winnen. Bernal, Pogačar en vooral Gimondi zijn in dat opzicht uniek, al wisten meer renners beide rittenkoersen te winnen. Greg LeMond deed er vier jaar over, terwijl Miguel Induraín zes jaar moest wachten. En dan hebben we nog onze eigen Joop Zoetemelk, die in 1980 eindelijk de dubbel wist te realiseren. Het geeft maar aan dat er veel bij komt kijken.

Joop Zoetemelk – foto: Cor Vos

Sommige coureurs die de Toekomstronde wonnen, zegevierden wel in andere grote rondes (denk aan Denis Menchov en Nairo Quintana). Anderen wonnen dan weer grote klassiekers (Gianbattista Baronchelli en Charly Mottet). Maar er zijn ook enkele voorbeelden te noemen van renners die nooit echt wisten door te breken, zoals Mino Denti, Christian Robini, Régis Ovion, de vermoorde Alfonso Flóres (volgens de legende werd hij uit de weggeruimd door de bekende drugskartelleider Sergio Escobar, omdat Flóres zijn vriendin had ingepikt), Christophe Rinero en Iker Flores. De Tour de l’Avenir is desalniettemin de ideale springplank naar de WorldTour.

De Franse rittenkoers is nu alleen voorbehouden aan talentvolle U23-renners, maar lange tijd was het ook mogelijk voor profs om mee te doen. Hierdoor kon een tweevoudig Tourwinnaar als Laurent Fignon in 1988 de Toekomstronde winnen, en dat op een leeftijd van 28 jaar. Vier jaar later – toen de organisatie in handen kwam van de Société du Tour de France (onderdeel van het huidige ASO) – werd de maximale leeftijd vastgesteld op 25 jaar, en in 2007 werd dat 23 jaar. Sindsdien doet de Toekomstronde zijn naam ook echt eer aan.

Het is niet geheel verrassend dat de Fransen de erelijst domineren, al tellen we ook twaalf Spaanse eindwinnaars. Colombia (zes eindzeges) en Italië (vier) doen het eveneens goed, net als Nederland en België. Joop Zoetemelk (1969), Fedor den Hertog (1972) en Bauke Mollema (2007) zorgden voor Nederlands succes, terwijl Eddy Schepers (1977), Johan Bruyneel (1990) en Jan Bakelants (2008) ooit eens de beste waren namens België. De laatste jaren zien we vooral Colombiaanse, Spaanse, Franse en Noorse winnaars. Vorig jaar ging er met Uijtdebroeks voor het eerst sinds Bakelants weer een Belg met de zege aan de haal.

Tadej Pogacar – foto: Jan Brychta/Vredeskoers 2018

Tour de l’Avenir-winnaars zijn niet de minste namen, want Nairo Quintana, Esteban Chaves, Warren Barguil, Miguel Ángel López en de eerdergenoemden Bernal en Pogačar wisten ook bij de profs uit te groeien tot absolute toppers. Dat geldt ook voor de Franse klimmer David Gaudu, die in 2022 als vierde eindigde in de Tour de France. Tobias Foss en Tobias Halland Johannessen krijgen nog even de tijd om zich te bewijzen. Dat heeft Ruben Fernández wel gehad, maar hij is nooit doorgestoten op het mondiale wielerpodium. Marc Soler wel, maar in hem lijkt tegenwoordig ook niets meer dan een zeer gewaardeerd knecht te schuilen.

Laatste tien winnaars Tour de l’Avenir
2022: flag-be Cian Uijtdebroeks
2021: flag-no Tobias Halland Johannessen
2020: geen editie vanwege corona
2019: flag-no Tobias Foss
2018: flag-si Tadej Pogačar
2017: flag-co Egan Bernal
2016: flag-fr David Gaudu
2015: flag-es Marc Soler
2014: flag-co Miguel Ángel López
2013: flag-es Rubén Fernández
2012: flag-fr Warren Barguil


Vorig jaar

De editie van 2022 begon met een ietwat vreemde constructie. Er werd begonnen met een ploegenproloog van net geen vier kilometer in en rond La Roche-sur-Yon, maar deze telde niet mee in het algemeen klassement. De eerste renner die over de streep kwam van het winnende team, mocht in de eerste etappe in lijn de leiderstrui dragen. Nederland noteerde de snelste tijd en dus vertrok Loe van Belle in het geel. Die eerste etappe werd in de sprint gewonnen door Søren Wærenskjold, die meteen ook de leiderstrui overnam. Een dag later werd er opnieuw gespurt voor de dagzege en won er weer een Nederlander: Marijn van den Berg was de snelste.

De derde etappe beloofde opnieuw een massasprint, maar dat was buiten drie late aanvallers gerekend. Uiteindelijk won Adam Holm Jørgensen voor Jordan Labrosse; die laatste werd wel de nieuwe leider. De dag erna was een zeer vermakelijke etappe, waarbij er in de vlakke finale volop werd aangevallen. Uiteindelijk bleven drie man weg, van wie toenmalig Jumbo-Visma-stagiair Tom Gloag de sterkste bleek. Hij nam ook het geel over. Een dag later raakte de Brit dat kwijt aan Michel Hessmann (ook al Jumbo-Visma), die met Duitsland de ploegentijdrit wist te winnen. De zesde, heuvelachtige rit naar Oyonnax ging daarna naar het Franse toptalent Romain Grégoire.

Cian Uijtdebroeks – foto: Cor Vos

Daarna wachtten de Alpen. Meteen was er een aankomst op Saint-François-Longchamp, waar Cian Uijtdebroeks orde op zaken stelde. Hij won met meer dan een minuut voorsprong op zijn naaste belager Davide Piganzoli. Hessmann werd derde en behield daardoor nipt de leiding. Een dag later stond een heel korte rit met aankomst op La Toussuire op het programma, waar de Belg andermaal zijn duivels ontbond. Toch raakte hij pas in de slotkilometer van Archie Ryan en Johannes Staune-Mittet af. Wel reed hij Hessmann definitief uit het geel. De slotrit was er vervolgens eentje voor de aanvallers: Lorenzo Milesi was de beste voor de Belg Alec Segaert.

flag-fr Eindklassement Tour de l’Avenir 2022
1. flag-be Cian Uijtdebroeks in 26u50m12s
2. flag-no Johannes Staune-Mittet +1m23s
3. flag-de Michel Heßmann +2m00s
4. flag-ie Ryan Archie +2m49s
5. flag-it Davide Piganzoli +3m17s
9. flag-nl Loe van Belle +8m46s
Volledige uitslag


Parcours

De organisatie van de Ronde van de Toekomst heeft een schitterend parcours uitgetekend. De beloften zetten koersen vanuit Bretagne naar de Alpen. Er is voor alle renners wat wils: sprinters, aanvallers, puncheurs en pure klimmers komen aan zet. Alleen voor de pure tijdrijders ontbreekt er een mogelijkheid; wel zijn een ploegentijdrit en een individuele klimtijdrit opgenomen in het routeschema. Het is wel duidelijk dat een pure klimmer het meeste kans maakt op de eindzege.

Race poster


Zondag 20 augustus, Etappe 1: Carnac – La Gacilly (142,2 km)

De eerste etappe van de Ronde van de Toekomst 2023 begint in het Bretoense Carnac, dat dankzij haar megalieten (steenpatronen) van enorm historische waarde is. Vanuit die plek is er zicht op het schiereiland van Quiberon, maar daar koersen de renners juist bij vandaan. Onderweg naar La Gacilly liggen in de provincie Morbihan een tussensprint, een klimmetje van de derde en een van de vierde categorie.

Eenmaal aangekomen in La Gacilly, rijden ze een lokaal rondje. In de diepe finale kan je daar na een kort klimmetje snel uit het zicht raken en victorie kraaien op de oplopende finishstraat. Late aanvallers zijn hier in het voordeel ten opzichte van de sprinters.

Start: 13.15 uur
Finish: tussen 16.25 uur en 16.45 uur


Maandag 21 augustus, Etappe 2: Nozay – Chinon (195 km)

De tweede etappe telt weliswaar 1.377 hoogtemeters (77 meer dan de dag ervoor), maar op papier is deze rit een stuk eenvoudiger dan die toch al niet lastige openingsrit. Halverwege de etappe ligt een klimmetje van de derde categorie, maar dat is dan ook het enige obstructiepunt.

Tussen Nozay en Chinon is een 195 kilometer lange rit uitgetekend, meteen de langste van allemaal. In de sterren staat een massasprint geschreven. Positioneren is hier erg belangrijk. De laatste haakse bocht ligt weliswaar op een goede 3,5 kilometer voor het einde, maar in de laatste kilometer zitten nog twee flauwe bochten wegens een spoorwegovergang. 

Start: 12.15 uur
Finish: tussen 17.00 uur en 17.25 uur


Dinsdag 22 augustus, Etappe 3: Vatan – Issoudun (26,5 km, TTT)

Op de derde dag staat er een ploegentijdrit op het programma. Voor de landenteams is het te hopen dat ze de eerste twee ritten ongeschonden zijn doorgekomen, zodat men nog op volle oorlogssterkte is voor de ploegentijdrit. Met name het begin is lastig, omdat de eerste zeven kilometer vervelend omhoog lopen. Daarna gaat de route vooral over dalende wegen.

Opvallend is het dat de eerste bocht pas na 16,5 kilometer volgt. Dat is twee kilometer na het tussenpunt in Saint-Valentin. Het is ook quasi de enige bocht en dus kan de grote plaat erop: rammen. Alleen in Issoudun zelf wachten nog een paar bochten en lopen de laatste 400 meters ook licht omhoog.

Start: 14.30 uur (eerste ploeg)
Finish: rond 16.36 uur (laatste ploeg)


Woensdag 23 augustus, Etappe 4: Aigurande – Evaux-les-Bains (150,1 km)

De vierde etappe biedt mogelijkheden aan verschillende type renners. Zo zou een vroege vlucht met sterke renners best kans van slagen kunnen hebben en anders zijn de klassiekerspecialisten in de finale aan zet. In totaal werken de beloften 150 kilometer af tussen Aigurande en Evaux-les-Bains, met daarbij in de tweede helft een klimmetje van de derde categorie en twee van de vierde categorie.

Vooral de hellende aankomststrook is spek naar de bek voor renners als Per Strand Hagenes, Gil Gelders, Francesco Busatto en meer van dat soort kaliber. Er zijn meer dan 2.000 hoogtemeters te overwinnen.

Start: 12.00 uur
Finish: tussen 15.30 uur en 15.50 uur


Donderdag 24 augustus, Etappe 5: La Tour-de-Salvagny – Lac d’Aiguebelette (138,3 km)

De vijfde etappe geldt voor de beloften als opwarmertje richting de Alpen. De start is net ten noordwesten van Lyon en de rit brengt het peloton vervolgens tot vlakbij Chambéry. De eerste 120 kilometer is er weinig aan de hand, maar daarna volgen twee lastige beklimmingen: de Col de la Cruzille en de Côte du Terreau.

Je kunt daar de Tour de l’Avenir als klassementsman niet winnen, maar wel verliezen. Zien we hier de eerste weerspiegelingen in het water van de strijd om het geel tussen de beste klimmers? De finish is in ieder geval aan het adembenemende Lac d’Aiguebelette.

Start: 12.30 uur
Finish: tussen 15.45 uur en 16.10 uur


Vrijdag 25 augustus, Etappe 6: Méribel – Col de la Loze (68,5 km)

Méribel is het decor voor de eerste Alpenrit in deze Ronde van de Toekomst. Die plek was voor veel teams een tussenstop tijdens de recente Tour de France, toen de finish op het vliegveld van Courchevel lag. Die klim laten we nu rechts liggen. Wel ronden de renners na bijna 22 kilometer koers de top van de Montée de Champagny-en-Vanoise (tweede categorie).

Bijna een derde van de rit zit er dan op, want die is een ultrakorte bergetappe en dus vuurwerk gegarandeerd. Het slotstuk van de rit is de mythische Col de la Loze, die pas enkele jaren begaanbaar is. Deze klim van de buitencategorie was in de jongste Tour de France de beslissende factor en ook nu kan-ie dat zijn in de Tour de l’Avenir. In 2019 zat deze col ook al in deze ronde: toen won Alex Evans.

Start: 14.00 uur
Finish: tussen 16.10 uur en 16.30 uur


Zaterdag 26 augustus, Etappe 7A: Montricher-Albanne – Les Karellis (11,1 km, ITT)

Daags na die zware etappe met aankomst bergop op Col de la Loze, wacht opnieuw een klassementsopdracht. Een ochtendetappe dwingt de renners namelijk tot het uiterste op Les Karellis (11,1 km aan 8,1%), waarop de organisatie een klimtijdrit van ruim elf kilometer heeft uitgetekend.

Het is pas de tweede keer dat deze klim in een wielerkoers zit. De eerste keer was in de Tour de Savoie-Mont Blanc 2019, toen Chris Harper er zijn profcontract bij Jumbo-Visma verdiende. Krachtpatsers kunnen hier uit de voeten, want de klim is – weliswaar aan gemiddeld ruim 8% – heel gelijkmatig. Goed indelen is de opdracht; een goed pacingplan kan iemand ver brengen.

Start: 09.30 uur (eerste renner)
Finish: rond 12.13 uur (laatste renner)


Zaterdag 26 augustus, Etappe 7B: Les Karellis – Val-Cenis Col du Mont-Cenis (69,6 km)

’s Middags staat er vervolgens opnieuw een korte bergrit op het programma. De start is bij de finish van dezelfde morgen. Daarna dalen de renners af tot in Villagondran, om daar – vlakbij Saint-Michel-de-Maurienne – de koers officieel te starten. Meteen volgen een klim van derde en tweede categorie, maar eigenlijk loopt vrijwel heel de etappe omhoog.

De streep is getrokken op het plateau van Val Cenis, nadat de renners vijf kilometer daarvoor de top gerond hebben van de Col du Mont-Cenis, een klim van tweede categorie. Daar kan het eindklassement vorm krijgen.

Start: 14.45 uur
Finish: tussen 17.15 uur en 17.30 uur


Zondag 27 augustus, Etappe 8: Val-Cenis – Sainte Foy Tarentaise (99,6 km)

Toch kunnen renners er op de laatste dag nog helemaal doorzakken. Vanuit Val-Cenis staat namelijk de koninginnenrit op het programma. Die voert de renners eerst over de Col de la Madeleine (tweede categorie) en daarna zoeken ze de Col de l’Iseran op. Met de top op een hoogte van 2.770 meter boven zeeniveau, is dit de hoogste bergtop van deze Ronde van de Toekomst.

Na een heel lange afdaling volgen in de diepe finale vervolgens nog twee beklimmingen, die uiteindelijk zullen uitwijzen welke renner zich de eindwinnaar mag noemen.

Start: 13.00 uur
Finish: tussen 15.35 uur en 15.50 uur


Favorieten

De Ronde van de Toekomst brengt vrijwel alle topklimmers uit het huidige beloftencircuit samen. Eigenlijk ontbreekt alleen Darren Rafferty, die in de Giro Next Gen U23 nog als tweede eindigde en vervolgens wel de loodzware Giro Valle d’Aosta-Mont Blanc op zijn naam schreef. De laatste paar jaren zit er een behoorlijk Jumbo-Visma-sausje over deze ronde heen. In 2019 won Tobias Foss, die toen al een akkoord had met de Nederlandse ploeg. Na geen editie in 2020 vanwege corona, eindigde Jumbo-Visma-renner Gijs Leemreize in 2021 als vierde. Vorig jaar stonden er twee renners van de Nederlandse ploeg op het eindpodium en droeg Michel Hessmann lang het geel.

Staune-Mittet boekte zijn eerste profzege in de Czech Tour – foto: Cor Vos

De andere renner op het podium was Johannes Staune-Mittet; hij werd tweede. Het 21-jarige rondetalent uit Noorwegen geldt nu als de absolute topfavoriet. Nadien won de jongeling de Ronde de l’Isard en eerder dit seizoen was hij al de beste in de Giro, door daar de koninginnenrit op de Stelvio te winnen. Vorig maand boekte hij in de Czech Tour ook zijn eerste profzege en lijkt hij dus klaar voor een eindzege in de Tour de l’Avenir. Kleine kanttekening: na die gewonnen etappe in Tsjechië werd Staune-Mittet ziek, waardoor hij ook het WK in Glasgow aan zich voorbij moest laten gaan. Zet hij de puntjes op de i voordat hij volgend jaar prof is bij Jumbo-Visma?

De grote uitdager voor de Noor komt uit de Verenigde Staten. Eerstejaarsprof Matthew Riccitello had net zo goed vier sterren kunnen hebben. De 21-jarige pocketklimmer van Israel-Premier Tech heeft dit jaar al erg sterke prestaties neergezet. Zo werd de jonge Amerikaan negende in de Vuelta a San Juan, zeventiende in de UAE Tour, zestiende in de Tour of the Alps en veertiende in de Mont Ventoux Challenge. Bovendien reed hij in mei de Giro uit. Al bij al genoeg ervaring dat voor Riccitello het verschil kan maken. Met de piepjonge Artem Shmidt bij zich, hebben de Amerikanen ook nog iemand in de gelederen die bergop lang iets kan betekenen voor kopman Riccitello.

Matthew Riccitello – foto: Cor Vos

Profervaring speelt vaak een cruciale rol in de Ronde van de Toekomst, hoe gek dat misschien ook klinkt. Nog zo’n renner die in dat kader heel gevaarlijk is voor de eindzege, is Davide Piganzoli. Als eerstejaarsbelofte maakt hij in 2021 al indruk en inmiddels is de 21-jarige Italiaan in dit soort wedstrijden bij de allerbesten in koers. Vorig jaar eindigde Piganzoli – die sinds dit jaar prof is bij EOLO-Kometa – al als vijfde in de Ronde van de Toekomst. Dit seizoen bevestigt de Italiaan met een zesde plek in de Istrian Spring Trophy, een negende plek tussen de profs in de Ronde van Hongarije en daarna werd Piganzoli tweede in de Nations Cup U23-koers Orlen GP.

Dat laatste rondje was normaal gesproken altijd ten prooi gevallen aan António Morgado. De 19-jarige Portugees blijft zijn stijgende lijn vanuit de junioren voortzetten bij Hagens Berman Axeon dit seizoen en intussen verdiende hij ook een transfer naar UAE Emirates voor volgend jaar. Aan het begin van dit seizoen won hij meteen de Tour of Rhodes op het Griekse vakantie-eiland en daarna werd Morgado vierde in het Circuit des Ardennes. Een val in de vierde etappe van de Orlen GP maakte hem daar kansloos voor de eindzege (Morgado werd zesde). In de Giro U23 viel hij daarna tegen, maar WK-zilver van vorige week toont aan dat de Portugees in goede vorm is.

António Morgado – foto: Cor Vos

Een van de meest degelijke ronderenners in het huidige beloftencircuit, is Hannes Wilksch. De 21-jarige profrenner van het Zwitserse Tudor verzamelde de laatste twee seizoenen mooie ereplaatsen. Zo veroverde hij vorig jaar een zevende plek in zowel de Giro als de Tour de l’Avenir en dit seizoen was Wilksch goed voor een derde stek in zowel de Orlen GP als de Giro. Daarmee is hij ook een kandidaat voor het eindpodium in de Toekomstronde. Duitsland heeft ook een niet te onderschatten ploeg, met sterke klimmende ondersteuners als Pierre-Pascal Keup en Moritz Kretschy. Daarmee kunnen ze wedijveren tegen sterke blokken als Noorwegen en Italië.

Thuisland Frankrijk brengt ook een kandidaat eindwinnaar aan het vertrek en heeft haar ploeg opgebouwd rondom Antoine Huby. Met zijn 22 jaar is hij een van de oudere jongens in koers, maar dat kan tegelijkertijd een kracht zijn. Huby heeft een achtergrond uit het veldrijden en is inmiddels zeker van een profcontract bij Soudal Quick-Step. Daar zien ze in hem vooral een sterke puncheur. Logisch ook gezien tweede plekken in Luik-Bastenaken-Luik U23 en Flèche du Sud. Maar in de Orlen GP (zevende) en zijn eindzege in de Vredeskoers toonde Huby aan veel meer te kunnen. In de Tour Alsace werd hij bovendien derde op La Planche des Belles Filles. Met klimmers Mathys Rondel, Louis Rouland en Pierre Thiery is Huby sterk omringd.

Nerurkar won de witte jongerentrui in O Gran Camiño – foto: Cor Vos

Dat geldt tevens voor de kopman van Groot-Brittannië: Lukas Nerurkar. De 19-jarige klimmer heeft een achtergrond in het mountainbiken en breekt dit seizoen enorm door. Fun fact: zijn vader Richard werd vijfde op de marathon tijdens de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta. Tegenwoordig maakt Richard Nerurkar koffie, samen met marathonlegende Haile Gebreselassie. Terug naar zijn zoon. Nerurkar junior werd dit jaar tussen de profs zesde in O Gran Camiño en onlangs negende in de Czech Tour. In de Orlen GP won hij een rit en stond hij tweede, tot pech in de slotrit hem ver weg wierp. In de Giro kwam Nerurkar niet uit de verf, maar won hij wel een rit. Komend jaar is hij ook prof: EF Education-EasyPost ligt voor hem in pole position.

Hoewel de selectie van Zwitserland op het moment van schrijven nog niet uit is, is wel duidelijk dat Jan Christen zijn opwachting maakt. Sinds 1 augustus is de 19-jarige allrounder prof bij UAE Emirates. Dan kun je wel wat, anders doen ze dat niet. En dat is ook het geval. De eerstejaarsbelofte werd eerder dit jaar in het shirt van Hagens Berman Axeon tweede in de Trofej Umag, achtste in Luik-Bastenaken-Luik en verrassend zevende in de Giro Next Gen. Daar won Christen de koninginnenrit naar Pian del Cansiglio, door Staune-Mittet los te rijden in de diepe finale. Ondanks dat de concurrentie moordend is, kan Christen een heel eind komen in het klassement.

Jan Christen – foto: Cor Vos

Colombia heeft een rijke historie in het wielrennen en in het bijzonder de laatste pak ‘em beet vijftien jaar. Vooral bij de beloften werden grote wedstrijden gewonnen, maar slechts een enkeling slaagt erin om de koers ook op dat niveau naar zich toe te trekken. In de bergen kunnen ze misschien wel het meeste druk van alle landen zetten, met pure klimmers als Jhonatan Stiven Chaves, Diego Pescador en Edgar Andres Pinzon. Zij vormen een ideale trein voor kopman Germán Dario Gómez. De 22-jarige klimmer won begin mei de Colombiaanse variant van de Ronde van de Toekomst en hij eindige in de Giro Next Gen op een sterke vierde plaats. 

Een van de revelaties van vorig najaar was zonder twijfel Archie Ryan. De 21-jarige Ierse pocketklimmer van de opleidingsploeg van Jumbo-Visma werd toen onder andere vierde in deze Ronde van de Toekomst, maar ook zesde tussen de profs in zowel de Ronde van Tsjechië als die van Slowakije. Hij wees naderhand aanbiedingen van Team DSM en Trek-Segafredo af, omdat hij voor zijn kans bij de geelzwarten wilden gaan. Die ploeg twijfelde vanwege een hardnekkige knieblessure waar Ryan al jaren mee kampt. EF Education-EasyPost twijfelt daar echter niet aan en heeft hem voor de komende jaren vastgelegd. Bijzonder, want afgelopen weekend reed de Ier pas zijn eerste koers van 2023. Ryan werd wel meteen vierde en zijn basis lijkt goed voor meer.

Ryan was vorig jaar de beste in een rit in Slowakije – foto: Cor Vos


Outsiders

Naast de reeds genoemde namen is er een heel resem outsiders. Laten we beginnen met de Lage Landen. Zo brengt België onder meer William Junior Lecerf en Alec Segaert een het vertrek. Eerst genoemde werd vorig jaar verrassend vierde in de Giro en dat bevestigde de gedrongen klimmer dit seizoen met een derde plaats in de Tour du Rwanda, een achtste plaats in de Giro en een vierde plaats in de Tour Alsace. Segaert is op zijn beurt echt niet het stereotype van een klimmer, maar hij werd wel knap elfde in de jongste Giro Next Gen. Met Segaert, Gil Gelders en Lars Craps is Junior Lecerf in ieder geval ook goed omringd mocht dat in koers nodig blijken.

Nederland heeft ook meerdere troeven in hand voor een goed eindklassement, maar winnen lijkt wel uitgesloten. Toch mogen Loe van Belle en vooral Tijmen Graat ons ongelijk bewijzen. Die eerste werd vorig jaar na een puike ronde immers al negende in het eindklassement. Behoudens derde plekken in zowel de Ster van Zwolle als de Giro del Belvedere, is Van Belle nog niet aan een overtuigend jaar bezig.

Dat geldt wel voor de 20-jarige Graat. Hij won meteen in maart de Istrian Spring Trophy. Dat werd opgevolgd door een elfde plek tussen de profs in Coppi e Bartali, een dertiende plaats in de Alpes Isère Tour, een negende plaats in de Giro Next Gen en onlangs een vijfde plek in de Czech Tour (tussen de profs). Graat had eigenlijk ook wel een ster verdiend.

Tijmen Graat: Nederlands volgende ronderenner? – foto: Cor Vos

Maar ook in buitenlandse dienst rijden sterke renners rond. Zo beschikt Colombia ook nog over Santiago Umba, de ex-prof die al tiende werd in de Giro. Denemarken leunt dan weer op Simon Dalby, tweede in de Vredeskoers U23. Noorwegen heeft met het 19-jarige klimtalent Johannes Kulset en Embret Svestad-Bårdseng meerdere ijzers in het vuur naast Staune-Mittet.

Slovenië mikt op Orlen GP-winnaar Gal Glivar, terwijl Italië met Giulio Pellizzari en vooral Alessandro Pinarello ook nog twee uit te spelen pionnen heeft. Een sterk Spanje rekent dan weer op Fernando Tercero, prof bij EOLO-Kometa en altijd goed voor een sterk eindklassement. Maar ook Jorge Gutiérrez is niet te onderschatten. Tot slot zijn ook de Britten sterk in de breedte, met naast Nerurkar ook nog Max Walker, Joseph Blackmore en man in vorm Jack Rootkin-Gray.


Sprinters

Hoewel er slechts in de eerste twee dagen kansen voor sprinters liggen, hebben veel landen toch ruimte ingebouwd voor een snelle man. De absoluut te kloppen spurter in deze ronde zal Luke Lamperti zijn, vanaf 1 januari 2024 prof bij Soudal-Quick-Step. Zijn voornaamste concurrenten heten Stian Fredheim, Tim Torn Teutenberg, Oded Kogut en Joshua Gudnitz.

Vlad Van Mechelen – foto: Cor Vos

Maar op een goede en chaotische dag, kunnen ook jongens als Riley Pickrell, Travis Stedman, Colby Simmons, Sakarias Koller Løland, Roel van Sintmaartensdijk, Brody McDonald, Anders Foldager, Vlad Van Mechelen, Robert Donaldson en Aklilu Arefrayne voor een goed sprintresultaat gaan.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Johannes Staune-Mittet
*** Matthew Riccitello, Davide Piganzoli
** António Morgado, Hannes Wilksch, Antoine Huby
* Lukas Nerurkar, Jan Christen, Germán Dario Gómez, Archie Ryan

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en tv

In Frankrijk is het de komende week gigantisch warm, met temperaturen die best weleens de 40 graden Celsius kunnen aantikken. Het waait daarbij vrijwel iedere dag uit een andere windrichting, maar wel steeds aan windkracht drie. Dat is niet veel. Daarnaast blijft het vrijwel de gehele week droog, behalve in de Alpen. Op vrijdag en zaterdag is er neerslag voorspeld en dus kan het dan weleens gaan spoken in de bergen. 

Er is goed nieuws voor wie niets van de actie in deze koers wil missen. Voor het eerst zijn alle etappes live te zien. Eurosport en GCN (met co-commentaar van de Nederlander Jens Dekker) zenden de koers online dagelijks uit. Houd ons overzichtsbericht Wielrennen op TV in de gaten voor de exacte uitzendtijden.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.