Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir Femmes 2023 — Kleine Tour met heel grote namen
foto: Cor Vos
maandag 28 augustus 2023 om 10:00

Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir Femmes 2023 — Kleine Tour met heel grote namen

Met de introductie van de Tour de l’Avenir Femmes gaat een langgekoesterde wens in vervulling voor ‘het vrouwenwielrennen’. Net als bij de mannenversie van deze koers, profileert deze ronde zich niet als grote ronde, maar juist als kraamkamer van toekomstige kampioenen. Benieuwd of die vlieger ook opgaat bij de eerste editie voor vrouwen. WielerFlits gaat in deze voorbeschouwing alvast op zoek naar de antwoorden op de volgende vragen: hoe ziet het parcours eruit en wie zijn de belangrijkste favorieten?

Historie

De Tour de l’Avenir is een instituut. Bij de mannen tenminste. Sinds 1961 hebben heel wat toekomstige grote namen zich op de erelijst gereden. Natuurlijk zitten er ook weleens renners bij die hun wielercarrière uiteindelijk niet helemaal zien slagen, maar het is een mooie indicatie. Van de renners die ‘m in het recente verleden wisten te winnen springen de namen van Tadej Pogačar, Nairo Quintana en Egan Bernal eruit als toekomstige grote rondewinnaars.

En nu dus voor het eerst een wedstrijd voor beloften-vrouwen. En dat werd tijd ook. Dat heeft allemaal te maken met De Kloof™. Bij de juniores rijden rensters soms wedstrijden van een kilometer of tachtig, maar als ze dan goedgemutst beginnen bij de eliterensters wordt tijdens wedstrijden regelmatig de verdubbelaar ingezet. Om nog maar te zwijgen over de hogere gemiddelde snelheid tijdens die koersen. Natuurlijk zijn er lieden die deze overstap goed kunnen verteren, maar veel rensters hebben toch even tijd nodig om zich aan te passen.

Geen renster in of fan van het internationale vrouwenpeloton die het slecht vindt dat dat er de laatste jaren zoveel nieuwe, grote wedstrijden zijn bijgekomen, met de Tour de France Femmes als absolute hoogtepunt. Maar het voelt toch een beetje als van bovenaf een piramide bouwen. Als de fundering niet sterk genoeg is, kan het ook nooit goed zijn voor de toplagen. Daarom klinkt de roep om wedstrijden voor rensters onder 23 jaar steeds luider.

Met name tijdens het wereldkampioenschap, waarin de U23-wedstrijd een bijnummer is tijdens de ‘grote’ wegwedstrijd. Tja. Gelukkig komt daar over een paar jaar verandering in en krijgen we vanaf Rwanda 2025 een aparte beloftenkoers op het WK. Tijdens het EK op de weg was dat al enige tijd het geval. Sterker nog: de Europese Kampioenschappen waren lang alleen voor belofterensters toegankelijk. Vanaf 2005 kwamen daar de junioren bij, sinds 2016 strijden de eliterensters pas om de Europese sterrentrui. Een jaartje werd die titelstrijd gecombineerd met de beloften, vanaf 2017 was het steeds weer een afzonderlijke wedstrijd, zoals het hoort.

De wedstrijd voor beloften was gelijk met die van de eliterensters – foto: Cor Vos

Eendaagse koersen voor beloften zijn mooi, maar er ontbraken nog een paar goede etappekoersen voor het jonge geweld. Het moet gezegd: de Watersley Women’s Challenge levert al sinds 2021 goed werk (zeker omdat het ook een belangrijke koers voor juniores is), waarvoor driewerf hulde, maar er was ook nood aan een koers die iets meer aan de Tour doet denken. De Tour de l’Avenir springt in dit gat, wat inhoudt dat we na de 59e editie voor de mannen direct door kunnen met de eerste editie voor vrouwen. Misschien zien we over een aantal jaar de eerste eindwinnares ook wel het op het palmares van de Tour staan. Met het deelnemersveld dat zich in Frankrijk meldt, kan dat maar zo…


Parcours

Geen erelijst, geen laatste editie, want deze koers is dus nog een onbeschreven blad. Dan maar gelijk over naar de etappes. Vijf in totaal, allemaal korter dan 100 kilometer. Goed voor een afstand van 382 kilometer, met daarin een tijdrit, een vlakke rit, een heuvelachtige etappe en liefst twee bergritten. Net als in de Tour de France Femmes, het grote zusje van de koers, wordt er toegewerkt naar een hoogtepunt, want de koninginnenrit is zonder twijfel de slotrit, met daarin twee Alpenreuzen. Een mooi vooruitzicht dus…


Maandag 28 augustus, Etappe 1: Saint-Vallier – Saint-Vallier (14,8 km)

Aan Saint-Vallier, in het departement Saône-et-Loire de eer om de etappekoers af te trappen. Dat doen ze met een listige tijdrit. 188 hoogtemeters over een afstand van nog geen vijftien kilometer betekent dat we kunnen spreken van een behoorlijk heuvelachtige chronoproef. De eerste 1200 meter lopen in dalende lijn, maar dan begint de eerste gecategoriseerde klim van de ronde: die naar Saint-Romain-Gourdon. Gemiddeld 3,4%, maximaal een goede vijf procent; allemaal niet heel lastig dus, maar toch.

De afdaling, met daarin één listige terugdraaier, brengt de rensters een voor een richting het dorpje Pouilloux. Veel hoef je niet over deze nederzetting te weten, behalve dan het bestaan van de Rue de la Vaivre, nogmaals een goede kilometer klimmen aan een gemiddelde van zo’n drie procent. Maar omdat er enkele vlakkere stukjes inzitten, komt het klimwerk dichter in de buurt van vier à vijf procent. Na de passage door de dorpskern wacht er een plateau van goed twee kilometer, met daarin nog een klein hupsje omhoog, alvorens een snelle afdaling aanvangt.

Saint-Vallier is aan het einde van de afzink weer in zicht, maar zoals u op het profiel ook al kunt zien, zullen de laatste kilometers ook niet eenvoudig worden. Afgezien van een goede honderdvijftig meter die naar beneden lopen, loopt de weg namelijk omhoog tot aan de streep. Met name het stuk naar het dorpje toe is nog venijnig, met een maximaal stijgingspercentage van goed negen procent. Kortom: geen tijdrit waarin de rensters de kans krijgen om lekker in een ritme te komen.

Start eerste renster: 16.00 uur
Finish laatste renster: rond 18.20 uur


Dinsdag 29 augustus, Etappe 2: Charolles – Louhans Châteaurenaud (91,8 km)

Even ten zuiden van Saint-Vallier ligt Charolles. Een belangrijke stad voor diverse hertogen van Bourgondië, een stuk minder belangrijk in het Frankrijk van vandaag. Ook in deze Tour de l’Avenir Femmes is de rol van de plaats niet heel groot, behalve dat de start van de eerste rit-in-lijn er plaatsheeft. Vanuit Charolles rijden de rensters de hele dag in oostnoordoostelijke richting. Het golft wat tijdens de eerste vijftien kilometer, maar daarna is het parcours overwegend vlak.

In Cormatin ligt niet alleen een juweel van een renaissancistisch château, ook de eerste tussensprint wacht er op de rensters. Het luidt een korte heuvelzone in die de rensters naar Tournus brengt — naar verluidt de stad met het grootste aantal Michelinsterren per inwoners in Frankrijk. De Col de Brancion is zonder meer de lastigste klim, met een stijgingspercentage van 3,7% over een afstand van 2,9 kilometer. Kinderspel vergeleken met wa ter nog wat komen deze Tour de l’Avenir Femmes.

Eenmaal in Tournus moet de Saône worden overgestoken. Wat rest is nog de tocht richting Louhans-Châteaurenaud. Daar lijkt een sprint het meest waarschijnlijke scenario. Finish niet op de steentjes van de fraaie Grande Rue, maar op de nabijgelegen Rue des Dodanes. De laatste kilometer is met vier bochten en een passage over een rotonde nog best technisch. Benieuwd wie hier na iets meer dan 90 kilometer fietsen als eerste over de streep komt…

Start: 13.40 uur
Finish: tussen 15.50 en 16.10 uur


Woensdag 30 augustus, Etappe 3: Saint-Didier-sur-Chalaronne – Val-d’Épy (97,3 km)

Na de enige vlakke etappe in de ronde, is het op dag drie tijd voor de eerste rit met een serieuze beklimming. Daar kunnen de rensters zich wel bijna 80 kilometer (en met de neutralisatie erbij 95) kilometer mentaal op voorbereiden, want het voornaamste obstakel ligt aan het einde van de etappe. In de buurt van Belleville-en-Beaujolais, waar we Ion Izagirre niet lang geleden de twaalfde etappe van de Tour zagen winnen, vertrekt de karavaan. Het gaat opnieuw in noordoostelijke richting, waarin de vlakte van de Saône een hoofdrol speelt.

De bergen van de Jura komen naarmate de rit vordert steeds scherper in beeld. Vanaf het plaatsje Saint-Amour moet er geklommen worden. Het routeboek geeft 4,6 km à 5,2% aan, VeloViewer maakt gewag van 6,4 km à 4,6%. Het steilste stuk van de klim in Les Trois-Châteaux gaat even aan maximaal tien procent, maar verder is het een vrij gelijkmatige bedoening. Het is beslist geen overdreven moeilijke klim, maar het zal voor de beste klimsters vermoedelijk genoeg zijn om de boel uit elkaar te ranselen.

Eenmaal boven is het nog veertien kilometer tot aan de finish in Val d’Épy. De afdaling richting dit petieterige plaatsje, vindt plaats over twee schuifjes. De laatste afzink begint op iets meer dan drie kilometer van de finish, na twee laatste, nog behoorlijk venijnige stroken bergop. Ook de laatste 150 meter lopen nog iets omhoog.

Start: 13.15 uur
Finish: tussen 15.50 en 16.20 uur


Donderdag 31 augustus, Etappe 4: Challes-les-Eaux – Megève (79,8 km)

Startplaats Challes-les-Eaux, even buiten Chambéry, voldoet aan zowat alle clichés van een Frans kuuroord. Kasteeltje? Check. Ingeklemd tussen de bergen? Check. Afschuwelijk casino in een mooi pand? Check. Die kunnen we weer van de bingokaart afvinken. In de koers kunnen we na de vierde etappe ook een klim van eerste categorie afvinken, al volgt die wel een einde na de start. Het begint allemaal redelijk gezapig, tot na 35 kilometer koers in de buurt van Albertville de eerste hindernis van de dag opdoemt: de Col du Vorger. Vooral de eerste helft van deze klim is echt lastig, met hele stukken tegen de tien procent aan.

Na een snelle en bochtige afdaling komt al snel het hoofdgerecht van de etappe in beeld. De Montée du Cernix is een akelig ding, waar de koers volledig op zal ontploffen (als het al niet was ontploft). Gecombineerd met de circa vier kilometer lange, ongeclassificeerde ‘uitloper’ komen we aan een gemiddeld van 5,5% over 15 kilometer. En dat is inclusief een zone van twee kilometer waarin het vlak is of naar beneden gaat. Kortom: afzien maar.

In het parcours van deze rittenkoers is Megève vermoedelijk de eerste plaats die wielerliefhebbers echt iets zal zeggen. De stad is al verscheidene keren aankomstplaats geweest in het Critérium du Dauphiné en ook de Tour de France kwam er al tweemaal op bezoek. Geen aankomst op het vliegveld echter, maar gewoon een finish in het stadje, bij het plaatselijke sportcomplex. Als de rensters op negen kilometer van de meet de Arly oversteken, gaat het steeds lichtjes oplopend richting de finish. Die wordt bereikt na net geen tachtig kilometer koers, met tweeduizend hoogtemeters in de benen. Kortom: een etappe die, ondanks de bescheiden afstand voor doorgewinterde Women’s WorldTour-profs, ook in het grote zusje van deze koers niet had misstaan.

Start: 13.30 uur
Finish: tussen 16.00 en 16.30 uur


Vrijdag 1 september: Etappe 5: Saint-Gervais-les-Bains – Sainte-Foy-Tarentaise (98,3 km)

De laatste rit van de ronde is tevens de zwaarste en de langste rit. Het begint aan de voet van de Mont Blanc in Saint-Gervais-les-Bains en via twee Alpenjoekels komen de rensters een voor een uit in Sainte-Foy-Tarentaise. Het zegt genoeg over de zwaarte van de rit als de Col des Saisies kan worden beschouwd als het opwarmertje. Want met 13,7 km à 5,1% zijn de statistieken van deze klim toch ook al indrukwekkend.

We volgen tijdens de koninginnenrit van deze Tour de l’Avenir Femmes de facto het tracé van de eerste helft van de Touretappe waarin Jonas Vingegaard Tadej Pogacar definitief de nek omdraaide. De rensters krijgen de Col de la Loze niet voor de kiezen, desondanks zal het zwaar genoeg zijn. Want na lange en soms steile afdaling van de Col des Saisies wordt er vrijwel direct begonnen aan de Cormet de Roselend. Gecombineerd met de Col de Meraillet, zoals het eerste deel van de klim eigenlijk heet, is de tweetrapsraket goed voor 20,3 kilometer klimvertier aan 6,1% gemiddeld.

Die klim dankt zijn naam aan de vele bloeiende rododendrons aan het begin van de zomer, die de groene vlakte op de top roze doet kleuren. Maar de kans is groter dat de rensters hier sterretjes zullen zien. De afdaling is overigens misschien wel net zo berucht, vanwege het aartsgevaarlijke karakter. Onder meer Johan Bruyneel, David Arroyo en Mathias Frank vielen hier in verschillende edities in het ravijn door de onoverzichtelijke haarspeldbochten. Laten we hopen dat het jeugdige peloton gespaard blijft van dit soort ellende.

En eenmaal beneden, zijn de rensters er nog niet. Want de Montée de Villaroger moet nog beklommen worden. Ach ja, 4,8 km à 5,1%, na het klimgeweld dat de karavaan al achter de rug heeft, zal dat aanvoelen als een toetje. Maar wel een toetje waarop nog wel het een en ander kan gebeuren. Na een korte afzink gaan ook de laatste zeven honderd meter richting de finish trouwens nog omhoog aan bijna zeven procent gemiddeld. Als er eventueel nog gesprint moet worden om de dag- dan wel eindzege, zal dat nog een verdraaid lastige sprint blijken te zijn…

Start: 12.15 uur
Finish: tussen 15.20 en 16.00 uur


Favorieten

Noot: deze favorietenlijst is gebaseerd op de voorlopige startlijst. Er kunnen dus nog wijzigingen worden aangebracht.

Hoog tijd om de voorlopige startlijst erbij te pakken, en die staat bomvol talent. Sterker nog: de twee wittetruiwinnaressen in de grote Tour staan op de rol, net als iemand die dit jaar al twee keer op het eindpodium stond in een grote ronde. Om met die laatste te beginnen: Gaia Realiniheeft al bewezen dat ze in staat is om tijdens de grootste wedstrijden te kunnen wedijveren met de allerbesten ter wereld. Eindwinst leverde dat nog niet op, maar dit lijkt met een gezonde dosis opportunisme slechts een kwestie van tijd te zijn.

De Italiaanse klimgeit op zakformaat is bezig aan haar eerste jaar in de WorldTour, maar ze tekende twee jaar geleden al bij haar huidige ploeg Lidl-Trek. Met een ritzege in de Vuelta, podium in de Vuelta, podium in de Giro en podium in de Waalse Pijl en nog diverse andere straffe stoten doet ze het bepaald niet slecht. Benieuwd of ze het tijdens de Tour de l’Avenir eens kan afmaken tijdens een etappekoers. Als ze in de tijdrit niet te veel moet toegeven, gaat de rest er een geweldige kluif aan hebben.

Wie doet Realini wat? – foto: Cor Vos

Het mag dan een etappekoers zijn voor rensters van onder de 23, maar er zijn wel heel veel getalenteerde rensters jonger dan 23. Denk maar aan Shirin van Anrooij, in het dagelijks leven ploeggenote van Realini en tijdens de Tour de France Femmes van 2021 winnares van de witte trui. Dat maakt haar bijna automatisch ook een kanshebster voor deze wedstrijd, al heeft Realini echter wel een flinke streep voor op als het gaat om het meest pure klimwerk.

Haar Giro was wel een tikje anoniem, maar voor de rest doet Van Anrooij het dit wegseizoen gewoonweg geweldig, met de monumentale zege in de Trofeo Alfredo Binda als absolute klapper. Maar ook verder heeft ze laten zien dat ze in topvorm met de allerbesten mee kan doen. Op het WK deed ze het onlangs ook weer meer dan behoorlijk. En in de Ronde van Burgos wist ze op Lagunas de Neila het langst gelijke tred te houden met Demi Vollering, een prestatie op zich. Als ze dat niveau weer kan aantikken, of zelfs nog iets beter kan zijn, kan dit een prachtkoers voor haar worden. Dan zou podium mogelijk moeten kunnen zijn, net als een of misschien wel meerdere ritzeges.

Landgenote Fem van Empel moeten we ook opschrijven. Het crossseizoen nadert alweer met rasse schreden, maar de Brabantse kan in deze wedstrijd nog eens bewijzen dat ze ook op asfalt een goede indruk kan maken. Dat deed ze na een wat mindere periode al tijdens haar eerste grote ronde, de Giro d’Italia Donne, waarin ze knap elfde werd in het eindklassement. En relevant voor deze wedstrijd: ze werd er tweede in het jongerenklassement. Weliswaar op dik zes minuten achter Realini, maar toch, voor een eerste optreden in een grote ronde was het absoluut niet gek. Dit is een mooie nieuwe test voor haar. De 19-jarige Mijntje Geurts gaf in het voorjaar ook al enkele malen blijk van haar talent, heel benieuwd ook wat ze in deze rittenwedstrijd kan laten zien, al zal dit vermoedelijk niet meteen voor een klassement zijn.

Van Empel en Van Anrooij: polyvalente toptalenten – foto: Cor Vos

Er moet wel iets bij de tweede plaats van Van Empel in het jongerenklassement van de Giro worden aangetekend: als Antonia Niedermaier op de fiets was blijven zitten, was Van Empel vermoedelijk nog wel een plekje lager geëindigd. Want Niedermaier was tot die afgrijselijke valpartij een flinke stap beter dan de wereldkampioene veldrijden. Wat heet: ze snelde naar de winst in de koninginnenrit en ze stond op een tweede plaats in het klassement toen ze jammer genoeg onderuit werd gekegeld en de ronde op dramatische wijze moest verlaten.

Met gerepareerd gebit en frisse moed was ze gelukkig weer van de partij in Schotland, waar ze op het WK de wereldtitel tegen de klok veroverde bij de beloften. In de Tour de l’Avenir Femmes zal de Beierse berggeit ongetwijfeld mikken op de eerste leiderstrui, en waarom zou ze die niet tot het einde vast kunnen houden? Dan gaat ze wel moeten afrekenen met de witte trui van de jongste Tour de France Femmes, Cédrine Kerbaol. Daarbij werd de Française twaalfde in het eindklassement, op twaalf minuten van de oppermachtige Vollering.

Kerbaol was daarna een van de favorieten voor de WK-tdijrit bij de beloften, maar daarin werd ze dus nipt afgetroefd door Niedermaier. Het zou leuk zijn als we de twee ook nu weer kunnen zien strijden om de eerste leiderstrui. In de Franse equipe het verder uitkijken naar de prestaties van het eerstejaars DSM-firmenich-talent Églantine Rayer. Zij heeft al wel de Ronde van Scandinavië in de benen, die een dag voor het begin van de Tour de l’Avenir Femmes eindigt. Combineer dat met de lange reis naar Frankrijk toe en het feit dat Rayer toch nog een stukje lager in de pikorde staat, en we kunnen de conclusie trekken dat Kerbaol normaliter de kopvrouw zou moeten zijn.

Een foto om in te lijsten voor Kerbaol – foto: Cor Vos

Zijn we er dan? Nog niet helemaal, want we hebben nog een paar kanshebsters te gaan. Te beginnen met Anna Shackley. In eigen stad mocht ze het podium beklimmen bij de beloften na de WK-wegwedstrijd. Een mooi succes voor de SD Worx-renster, die ook een aardig potje kan klimmen. Ze is een van die rensters die de komende week hoge ogen zou kunnen gooien, datzelfde geldt voor Petra Stiasny. Lang deed ze aan triatlon, maar sinds het voorjaar van 2020 richt ze zich enkel op het fietsen. En dat gaat de renster van Fenix-Deceuninck prima af, al heeft ze ook nog wel een hoop te leren. Want, simplistisch gezegd: iemand die hard bergop kan fietsen, is nog niet meteen de grote favoriet voor deze etappekoers.

Vorig jaar beleefde de 21-jarige Zwitserse haar doorbraak tijdens de koninginnenrit in de Ronde van Romandië en ook dit jaar heeft ze al wel weer leuke dingen laten zien, al leverde dat nog geen overwinningen op. De verwachting is ook niet dat dit tijdens de Tour de l’Avenir Femmes gaat gebeuren, maar ze zal zich op de zwaarste beklimmingen wel willen tonen. Binnen de Australische selectie is het Neve Bradbury die als aas wordt uitgespeeld. Ook zij heeft de intrinsieke kwaliteiten om hoog te eindigen, al is ze de laatste tijd wel een beetje aan het kwakkelen.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Gaia Realini
*** Antonia Niedermaier, Cédrine Kerbaol
** Shirin van Anrooij, Fem van Empel, Anna Shackley
* Petra Stiasny, Neve Bradbury, Églantine Rayer

Website organisatie
Deelnemerslijst (FirstCycling)


Weer en TV

Gelukkig geen extreem weer meer in Frankrijk. De grootste hitte lijkt het land achter zich te laten en dus zal ook het peloton vermoedelijk niet door de warmte worden geteisterd. Via Weeronline zien we temperaturen tussen de 20 en de 30 graden de revue passeren. Prima koersweer dus.

Alhoewel er langs sprake van was, helaas geen rechtstreekse uitzendingen van de Tour de l’Avenir Femmes bij de bekende kanalen.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.