Yves Lampaert: “Ik zie dit niet als een verloren jaar voor mij”
Foto: Wout Beel
donderdag 15 oktober 2020 om 19:30

Yves Lampaert: “Ik zie dit niet als een verloren jaar voor mij”

Interview Het mag eigenlijk al een wonder heten dat Yves Lampaert er zondag bij is in de Ronde van Vlaanderen. Iets minder dan twee maanden geleden maakte de 29-jarige West-Vlaming een doodsmak in Milaan-Turijn, maar afgelopen zondag stond hij er wel weer in Gent-Wevelgem. “Ik werk nog aan die laatste procentjes”, aldus Lampaert.

Om te beginnen een kleine reconstructie. Op 5 augustus gaat Lampaert in volle finale van Milaan-Turijn tegen de vlakte, daarbij breekt hij zijn sleutelbeen. Op 11 augustus wordt hij al geopereerd. Over en out voor de klassiekers zou je denken, maar Lampi is een taaie. Nog geen drie dagen na zijn operatie zit de voormalige Belgische kampioen – vol koerszin – op de rollen, om amper een maand later zijn wederoptreden in de Ronde van Slovakije te maken.

Geen kat die iets van die helse maanden merkte toen Lampaert zondag, sterk als vanouds, mee de finale van Gent-Wevelgem kleurde. “Straf hé”, vindt hij zelf ook, aan onze microfoon. “Maar ik kan niet zeggen dat ik al honderd procent ben. Op de Kemmelberg miste ik duidelijk die versnelling, de punch bergop. Anderzijds voel ik wel dat ik kan blijven rijden op het vlakke, dat ik daar zeker niet stilval. Net daarom dat het zo jammer is dat Parijs-Roubaix niet doorgaat. Die koers is veel minder explosief dan de Ronde en ligt me sowieso beter.”

“Ik mis dus vooral een stevige basis he”, aldus Lampaert. “Ik heb in de periode dat ik eruit lag veel explosieve trainingen gemist. Die laatste procentjes, die kom ik nu dan te kort. Of dat nog goed te maken is tegen zondag? Ik hoop van wel, het gaat in ieder geval de goede richting uit. Daarom dat ik besloten heb om de Scheldeprijs er bij te nemen. Alle competitiekilometers zijn welkom, om die laatste procentjes er bij te krijgen. Ik heb niet voor niets zo snel die knop omgedraaid.”

Toch mooie resultaten
Stel: het wordt het zondag dan toch niks. Moeten we dan spreken van een verloren jaar voor Lampaert? “Dat zeker niet, vind ik. Het is natuurlijk geen superjaar geweest, maar een verloren jaar ook niet hé. De mensen zijn dat misschien al vergeten, maar in maart was ik tweede in de Omloop Het Nieuwsblad, in Kuurne ben ik hard gevallen. Dan na corona kwam direct die sleutelbeenbreuk, maar sinds mijn comeback in Slovakije waren er wel direct resultaten. Vierde in de BinckBank Tour, zevende in Gent-Wevelgem. Dat vind ik al een redelijk geslaagd najaar.”

De West-Vlaming maakt bij Deceuninck-Quick-Step in ieder geval deel uit van een sterk collectief, met wereldkampioen Alaphilippe op kop natuurlijk. “Hij is de man die Wout van Aert en Mathieu van der Poel bergop moet kunnen volgen. We, en dan vooral Dries Devenyns, gaan hem goed moeten begeleiden, want Julian heeft hier nog nooit gereden. En verder zullen Asgreen, Stybar, Sénéchal en ik natuurlijk de vrijheid van de ploeg krijgen, als we vooruit rijden. Dat is en blijft de sterke van the Wolfpack.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.