Ambitieuze Florian Vermeersch: “Ik blijf dromen van winst in een klassieker”
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
donderdag 4 januari 2024 om 07:30

Ambitieuze Florian Vermeersch: “Ik blijf dromen van winst in een klassieker”

Interview Zijn crosscampagne eindigde met een sisser, door een pijnlijke val bij de start van de Azencross. Maar Florian Vermeersch (24) hield er gelukkig geen schade aan over en is vooral klaar voor een nieuw wegseizoen bij Lotto Dstny. Eentje waarin ploegmaat Arnaud De Lie weleens helemaal zou kunnen ontpoppen. En daar kan Vermeersch alleen maar wel bij varen, vertelt de Oost-Vlaming in gesprek met WielerFlits.

“Ik weet dat ik in de cross nooit mee doe om de prijzen”, zegt Vermeersch, die bij de nieuwelingen ooit Belgisch kampioen in het veld werd. “Ik rijd altijd een beetje mijn eigen wedstrijd omdat ik van ver moet terugkomen. Maar daar stoor ik me niet aan. Het enige waar ik me op focus, is mijn eigen gevoel. En ik ben echt content met hoe het is gegaan.”

Word je hier nu echt beter van, richting het wegseizoen?
“Ja, dat denk ik wel. De intensieve prikkel heb ik nog niet gehad deze winter, dus het zal de vorm deugd doen. Maar het is nog een rustige periode. Ik moet nu nog niet in vorm zijn. Het zware werk zal vooral in januari en februari moeten gebeuren. We vertrekken 6 januari op stage met de ploeg en dan begint het pas echt. Na die ploegstage volgt nog een hoogtestage voor het openingsweekend.”

Zitten er in die planning nog grote verschillen ten opzichte van vorig jaar?
“Nee, en dat moest ook niet. Ik had afgelopen voorjaar de hele tijd een goed gevoel en ik was in alle koersen op de afspraak. De uitschieter ontbrak, maar de vorm was heel goed. Daarom heb ik dit jaar voor dezelfde aanpak gekozen, met alle klassiekers en geen Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico. Alleen die extra stage juist voor de grote klassiekers is nieuw.”

Vermeersch heeft er een sterk wegseizoen opzitten – foto: Cor Vos

Opnieuw geen rittenkoersen in zonnige oorden, maar een hele rits eendagskoersen, dus. Je blijft, wat dat betreft, een buitenbeentje.
“Het is nochtans een bewuste keuze. Tussen de eendagskoersen door probeer ik goed te blijven trainen en de rust te bewaren. En juist door geen rittenkoersen te doen, blijf ik fris voor alle grote klassiekers. Zo kan ik nog altijd met een goed gevoel in Roubaix aankomen. Ik heb vorig jaar geen enkele keer het gevoel gehad dat ik onfris aan een klassieker begon. Het vat was niet af na de hele campagne.”

Daarmee ga je radicaal in tegen de wetenschappelijke aanpak van Visma | Lease a Bike, waar de kopmannen liefst zo weinig mogelijk koersen rijden.
“Dat valt wel mee. Voor Milaan-San Remo of de E3 Saxo Classic zal ik ook maar vier of vijf koersen in de benen hebben. Het is niet dat ik superveel wedstrijden doe, maar waar ik aan de start sta, wil ik meteen op de afspraak zijn. Ik ga geen enkele koers als voorbereiding rijden. Het is de bedoeling om overal voor de prijzen mee te doen.”

Maar met Arnaud De Lie – toch dé revelatie van vorig seizoen – hebben jullie in de ploeg nog een straffere troefkaart.
“Dat klopt. Vorige week kreeg ik een paar uur voor de cross in Diegem een berichtje van hem, dat hij voor mij kwam supporteren. Hij was uitgenodigd door een sponsor van de ploeg, en het was heel tof om hem nog eens te zien. Dat was al van de teamdagen, eind oktober, geleden. Hij is een supertoffe gast. Ik kan er niets verkeerds over zeggen. Daarom is het ook zo’n plezier om voor hem te werken. Maar ik geloof ook dat we complementair zijn.”

In welke zin?
“Als ik anticipeer en meezit in een ontsnapping, dan kan ik altijd naar Arnaud verwijzen. En hij weet ook dat het alleen maar positief is als ik voorin zit. Zo moet hij zelf nooit te vroeg in actie komen, en creëren we een luxesituatie. Als het toch een sprint wordt, dan weet je dat we er met Arnaud altijd dichtbij gaan zijn. Hij is zeker geen concurrentie voor mij, eerder een medecompagnon.”

Dankzij hem lijkt de negatieve perceptie, die voorheen soms rond de ploeg heerste bij fans en media, ook helemaal gekeerd, ondanks de degradatie van de ploeg uit de WorldTour.
“Daar heeft hij zeker toe bijgedragen, omdat hij de man is die de goede uitslagen rijdt. Maar wat vooral bevrijdend werkt, is dat de stress rond de UCI-punten weg was. We mochten meer ons eigen programma kiezen en waren niet langer verplicht om aan alle WorldTour-koersen mee te doen. Plus, we zitten met een groep jonge gasten die zich aan elkaar optrekken en supergoed overeenkomen. Dat is heel belangrijk om een goede groepsdynamiek te creëren.”

Vermeersch is complementair met De Lie – foto: Cor Vos

Was het in dat opzicht ook belangrijk dat Arnaud zijn contract bij de ploeg nu al tot eind 2026 heeft verlengd?
“Ja, ik zie het ook als een project. En ik zou ook heel graag door willen met dezelfde groep jongens. Arnaud is daarin de eerste stap. Dat hij intussen heeft bijgetekend, is heel mooi. En ik denk dat wij als groep nog mooie dingen kunnen tonen. Dit is niet het einde, we kunnen nog een stap zetten in de toekomst.”

Wat heb je afgelopen wegseizoen nog bijgeleerd over jezelf?
“Dat ik fysiek nog een mooie stap kon zetten. Ik heb vooral ook beter leren positioneren. Ik denk dat je op de cruciale momenten voorin moet zitten en dat was vroeger soms lastiger voor mij. Maar ik denk dat de vorm daar ook voor iets tussen zit. Als je goed bent, geraak je automatisch gemakkelijker voorin.”

Waar ligt dan het verschil tussen twaalfde worden in de Ronde van Vlaanderen en meestrijden voor de overwinning?
“Dat zit in de benen. De laatste dertig, veertig kilometer draait het er enkel om wie nog goed genoeg is bergop. En dan zijn het de benen die spreken. Dan is het hard tegen hard en komt er weinig tactiek aan te pas. Maar begrijp me niet verkeerd: ik blijf dromen van winst in een klassieker. Mits een goede dag en een goede koerssituatie, moet dat erin zitten. Het is niet simpel tegen supertalenten als Van Aert, Van der Poel en Pogacar, maar we mogen niet bang of moedeloos worden. Die juiste fighting spirit zit er wel in. We willen voor overwinningen strijden.”

Waar ligt jouw grootste kans volgend voorjaar?
“Dan zeg ik sowieso Parijs-Roubaix. Dat is de klassieker die me het beste ligt. En eentje waar ik goede herinneringen (Vermeersch werd tweede na Sonny Colbrelli in de uitgeregende editie van 2021, red.) aan heb. Die koers ligt me nauw aan het hart en is mijn hoofddoel van het voorjaar.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.