Jenno Berckmoes revelatie bij Lotto Dstny: “Zo’n grote stap vooruit had ik niet verwacht”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
dinsdag 13 februari 2024 om 14:02

Jenno Berckmoes revelatie bij Lotto Dstny: “Zo’n grote stap vooruit had ik niet verwacht”

Interview De bescheidenheid zelve, die Jenno Berckmoes. Nochtans zette hij Lotto Dstny geregeld op de kaart in de eerste weken van het wielerjaar. In zijn eerste tien koersdagen van het jaar viel hij amper één keer uit de top-20. En dus besloten we met de 23-jarige Oost-Vlaming kennis te maken.

“Het gaat goed. Ik ben blij dat ik zo de overstap kan maken naar de ploeg”, zegt Berckmoes in Oman aan de microfoon van WielerFlits. “Ik heb al veel complimenten gehad met hoe ik de afgelopen weken aan het rijden ben. Ik besef heel goed hoe belangrijk het is om goed te beginnen, want het kan ook anders, hé. Kijk naar Florian (Vermeersch, die in zijn eerste koers van het jaar jammerlijk zijn dijbeen brak, red.).”

Berckmoes wierp zich bij Flanders Baloise op als allrounder, met een vierde plek in de GP La Marseillaise als grootste uitschieter. “Ik had wel verwacht dat er verbetering ging zijn. Het is nu eenmaal veel professioneler bij Lotto Dstny. Ik heb het al veel gezegd tegen mijn ouders en mijn vriendin: voor mij is het koersen een beetje een andere wereld geworden. Het is nog meer kijken naar voeding en materiaal. Dat zal wel voor verbetering hebben gezorgd. Maar dat het zo’n enorme impact zou hebben, had ik ook niet verwacht.”

Geen supertalent
“Dat zeg ik zonder afbreuk te doen aan Flanders-Baloise. Het is vooral tof dat we daar onze profloopbaan kunnen beginnen. Wie weet was ik geen prof geworden als ik bij Flanders-Baloise geen kans had gekregen. Maar daarna is het natuurlijk leuk dat je nog zo veel verbetert door naar een ploeg als Lotto Dstny te gaan. Dan is het juist heel positief dat je de bevestiging krijgt dat je écht iets kunt. Zo’n overstap kan écht voor extra procentjes zorgen.”

Berckmoes in het spoor van voorbeeld Thomas De Gendt – foto: Cor Vos

Het ProTeam van Walter Planckaert werpt zich vaak op voor de Belgische talenten die nét niet tot de top behoren. “Dat was voor mij ook het geval. Ik ben overgegaan na twee jaar beloften, dus ik kon nog twee jaar belofte blijven. Maar dit was voor mij al een heel mooie kans. Ik heb al heel mooie koersen kunnen rijden, ik heb mij supergoed geamuseerd die twee jaar. Ik leerde er supertoffe mensen, allemaal Vlamingen, kennen. Elke week ga je op kamp, bij wijze van spreken. De sfeer is supertof en ik heb er veel kansen gekregen.”

“Bij de junioren was ik wel bij de vijftien besten van België, maar zeker niet bij de beste tien. In mijn tweede jaar bij de beloften heb ik wel veel mooie koersen gewonnen, waaronder de Ronde van Namen tegen heel veel goede coureurs. Dat jaar was een beetje de doorbraak, maar ik ben nooit bij de top drie in België geweest. Dat was vaak Lennert Van Eetvelt, maar ook anderen die geen prof zijn geworden.”

Alaphilippe
Misschien heeft dat ook te maken met het feit dat Berckmoes voorlopig op alle terreinen uitblinkt, en niet meteen over een echte specialisatie lijkt te beschikken. “Het is wat moeilijk. Ik had het er gisteren met Lionel (Taminiaux, red.) nog over. Hij zei: jij kan letterlijk alles. Een punchy aankomst, zoals waar Magnier won in de Tour of Oman, dat lukt me wel. Maar de dag voordien moesten we tien minuten klimmen, en ook daar kwam ik tot mijn recht. Ik denk dat ik mezelf misschien wat ontwikkel als een Alaphilippe-achtige renner. Die kan wel tijdrijden en sprinten als hij wil, ook punchy aankomsten en klimmen. Hij is een echte allrounder.”

“Ik denk voor dit seizoen dan ook vooral aan koersen als de Drôme Classic, Faun-Ardèche Classic, Trofeo di Laigueglia en Strade Bianche. Daarna werk ik via een hoogtestage en Dwars door Vlaanderen toe naar het Ardense vierluik en de Ronde van Romandië. Al die koersen liggen me beter dan het dokkeren over kasseien, dus sla ik de Vlaamse klassiekers bewust over. Een specialisatie vinden is moeilijk, maar ik ben 23, dus ik hoop dat ik nog veel jaren op de teller heb. Maar misschien word ik nog beter in het een of ander. Ik hoop deze week al te verbazen op Green Mountain. Dat moet nog net binnen mijn capaciteiten liggen, omdat het maar twintig minuten is.”

Berckmoes moest soms diep gaan in Oman – foto: Cor Vos

Vertrouwen van Gallopin
Voorlopig verhindert zijn gebrek aan specialisatie de ploegleiding van Lotto Dstny alvast niet om hem alle kansen te geven om voor eigen succes te gaan. “Dat is écht leuk. Ik heb in het begin van het seizoen direct veel vertrouwen gekregen van Tony Gallopin, onze nieuwe ploegleider. Die zag direct iets in mij. Ik snapte niet goed waarom. Ik dacht eerst: oké dan, tof. Maar het lukte ook allemaal. Zevende, achtste, in Bessèges zelfs top 10 in de tijdrit. Als de ploeg dan voor je rijdt, geeft dat veel motivatie.”

“Al is dat laatste ook best wennen. Bij de beloften kwam ik bij Home Solutions misschien ook soms in die situatie. Maar het is tof dat ze alles voor je geven, dat moet ik niet onder stoelen of banken steken. Als je dan kunt bevestigen en ze bij de ploeg blij zijn met mijn prestatie, dan is dat alleen maar toffer. Ik vind dat het heel veel energie geeft als een Thomas De Gendt voor jou op kop wil rijden. Dat is iemand met een palmares, ik heb hem als jonge gast derde zien worden in de Giro.”

De Gendt was echter niet hét grote voorbeeld van Berckmoes. “Michal Kwiatkowski was altijd mijn favoriet. Toen die wereldkampioen werd, dacht ik: wauw, dat wil ik ook. Maar ik heb nooit veel druk op mezelf gelegd. Ik koerste gewoon graag en had veel plezier met mijn vrienden. Het was niet echt van: ik moét prof worden. Het was eerder tof, en ik werk ook wel hard ervoor. Misschien hielp het ook dat ik niet uit een wielerfamilie kom. Mijn opa heeft wel wat gecrost, maar bij de amateurs. in de vakantie zat ik altijd drie weken bij mijn oma en opa, en dan fietsten we elke dag. En ik deed ondertussen wat atletiek en tennis. Ik koerste nog niet, maar fietste wel veel. Op die manier ben ik er heel relaxed in gerold, en die mindset is altijd zo gebleven.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.