Kenny De Ketele had deze week als titelverdediger de Zesdaagse van Gent moeten betwisten. Corona gooide echter roet in het eten. Een flinke tegenvaller voor De Ketele, maar hij kijkt nu vooral weer naar de toekomst. “Ik ben best blij dat ik een jaar langer mag koersen.

Voor het eerst in zijn carrière beleeft De Ketele een winter zonder competitie. Dat is even wennen. De 35-jarige geeft in gesprek met Sporza aan dat hij de Zesdaagse van Gent mist: “Ik heb er vaak aan gedacht deze week”. Maar de baanspecialist kan desondanks ook alweer vooruit kijken. “Ondertussen heb ik mezelf nieuwe doelen gesteld. Eind januari, begin februari koers ik weer op de weg. Hopelijk weer in Spanje zoals dit jaar.”

“Als er maar een medaille om mijn nek hangt”
Vervolgens gaat het vizier van De Ketele vol op Tokio, waar hij aast op een olympische medaille op de koppelkoers met Robby Ghys. “Welke medaille, maakt me nu nog niet uit. Als er maar een om mijn nek hangt.”

De Ketele geeft eerlijk toe dat de kans groot was dat zijn carrière erop had gezeten als de Olympische Spelen door zouden zijn gegaan. “Een geluk bij een ongeluk dus, want ik ben best blij dat ik een jaar langer mag koersen. Mijn verhaal is nog niet afgelopen. Volgende winter kan ik nog een keer schitteren in de zesdaagses. Daarna sta ik klaar voor de jeugd. Ze staan te drummen, maar eerst wil ik zelf nog geschiedenis schrijven”, besluit De Ketele zijn verhaal.