In zijn column in Het Laatste Nieuws laat Niels Albert zich kritisch uit over het optreden van Laurens Sweeck. De veldritcoryfee vindt dat Sweeck in Zonhoven te veel fouten heeft gemaakt en zo een kans op een zege heeft laten liggen. “De mannen bij mij in de fietswinkel zeiden het ook: ‘Hoe Sweeck rijdt, dat is niet willen winnen’.”

Albert begint zijn verhaal met de complimenten voor Toon Aerts: “Hij heeft gedaan wat hij moest doen: profiteren van de afwezigheid van Mathieu van der Poel en winnen in Zonhoven. Ik weet dat hij met veel ambitie aan dit seizoen begonnen is: toen hij in september naar Amerika ging, was dat al om te winnen, maar het kwam er niet uit. Iserbyt was die eerste anderhalve maand duidelijk beter.”

“Ik apprecieer het dat Toon is blijven vechten. Er zal de voorbije weken ook wel wat twijfel door zijn hoofd gespookt hebben, maar hij is altijd gemotiveerd gebleven. En zondag heeft hij het goed gedaan, hij kreeg een kans en hij heeft ze gepakt.”

“Daar tegenover heb je Laurens Sweeck”, vervolgt Albert. “Laurens heeft de kans laten liggen. Want híj was de sterkste man in Zonhoven, anders rijd je halfweg koers niet zo’n kloof dicht. Voor de rest deed hij alles fout. De mannen bij mij in de fietswinkel zeiden het ook: ‘Hoe Sweeck rijdt, dat is niet willen winnen’.”

Albert wil de crosser van Pauwels Sauzen-Bingoal wakker schudden. “Want het is alsof hij in de koers zit te slapen. Waarom ging hij zondag in vierde en vijfde positie rijden? Toch niet als Lars Van der Haar voor je zit, die zomaar een gat kan laten vallen. Toch niet als Tom Pidcock daar zit, die à bloc zat na zijn achtervolging en elk moment een fout kon maken. Dan weet je toch dat je zelf in het wiel van Aerts moet zitten.”

“Laurens kwam daarna nog wel terug, maar dan maakte hij weer de fout door niet als eerste de Kuil in te gaan in de slotronde. Toon spurtte om daar eerst te zijn, Laurens deed weinig. Dat is iets wat ik te vaak van hem zie: hij neemt te weinig initiatief. Hij rijdt altijd achter de feiten aan. Ook achteraf geeft hij vaak een gelaten indruk. Ik vind dat erg, want ik ben zeker dat Laurens het fysiek in zich heeft. Ik wil hem hier wakker schudden: Komaan Laurens, niet zo braaf zijn! Je bent een goeie coureur, doe daar iets mee.”