Het seizoen van Lars Boom verloopt vooralsnog verre van ideaal. In januari ging de 32-jarige Vlijmenaar onder het mes vanwege hartritmestoornissen. De revalidatie hiervan nam dermate veel tijd in beslag dat Boom zich nu pas weer topfit voelt. “Voor velen nadert het einde van het seizoen, maar voor mij voelt het als het begin. Ik ben gebrand om iets te laten zien”, zegt hij voorafgaand aan de BinckBank Tour tegenover De Telegraaf.

Aanvankelijk dacht Boom dat het herstel slechts een aantal weken zou gaan duren, maar dit werd een stuk langer dan gehoopt. “Natuurlijk was dat een frustrerende tijd. Je traint vol overgave, maar lichamelijk heeft dat totaal geen effect.  Je kunt wel sneller willen dan je lichaam, maar als iets niet kan dan gaat het niet”, aldus Boom.

Vooral het niet weten waar hij aan toe was, was lastig voor de klassiekerrenner. “Kijk, bij een sleutelbeenbreuk weet je precies hoe de revalidatie verloopt, maar nu was het afwachten hoe mijn hart herstelde. Ik heb me geregeld afgevraagd of ik ooit nog wel in staat zou zijn om topsport te bedrijven”, blikt hij terug op een vervelende periode.

Na zijn winst in de kasseien-rit in de Tour van 2014, was die etappe ook dit jaar weer een groot doel voor Boom. “Het missen van de Tour was een fikse tegenvaller. In mijn hoofd was ik maanden bezig met de kasseien-rit in die ronde. Als je in 2014 die rit hebt gewonnen, dan wil je je op dat terrein opnieuw graag laten zien”, uit hij zijn teleurstelling. “Maar wellicht was het met het oog op dit najaar een verstandige keuze om de Tour over te slaan.”

Dit najaar staat voor Boom allereerst de BinckBank Tour op het programma, met later wellicht nog de Vuelta. “Ik kijk met zelfvertrouwen vooruit naar de laatste maanden van het seizoen. Vorig jaar won ik de Limburg-rit in de BinckBank Tour en wist ik vervolgens de Tour of Britain op mijn naam te schrijven. Ik wil nu opnieuw iets moois laten zien. Aan iedereen demonstreren dat ik er nog altijd ben”, aldus een gemotiveerde Boom.