LottoNL-Jumbo moest in de Ronde van Lombardije genoegen nemen met een ereplaats van George Bennett, maar deed dit wel na een bijzonder aanvallende koers. “Dat was ook het plan”, aldus ploegleider Addy Engels op de website van de Nederlandse formatie. “We hebben als ploeg strijdlust getoond”, is dan ook zijn conclusie.

De 112e editie van het herfstmonument verliep lange tijd gecontroleerd, tot LottoNL-Jumbo net voor de voet van de Muur van Sormano vol doortrok. Het bleek de opzet voor een aanval van Primož Roglič. De Sloveen trok door op de steile flanken van de col, waarna hij op de top het gezelschap kreeg van Thibaut Pinot en Vincenzo Nibali.

“Dit bleek uiteindelijk de beslissende move”, zo analyseert Engels. “Het was voor ons een ideale situatie.” Op de voorlaatste klim van de dag – de Civiglio – moest Roglič zijn medevluchters echter laten gaan. “Hij had jammer genoeg niet de benen en de power om te volgen en voor het podium te strijden.”

“Trots op hoe we als ploeg hebben gereden”
LottoNL-Jumbo moest in finishplaats Como dan ook genoegen nemen met een tiende plaats van Nieuw-Zeelander Bennett. Een moegestreden Roglič kwam uiteindelijk als zeventiende binnen, op drie minuten van winnaar Pinot. “Het was echter een prachtige move van de ploeg”, is Engels desalniettemin tevreden.

“We moesten het ook wel op deze manier doen. Het plan was om initiatief te nemen en de koers zo vroeg mogelijk lastig te maken. Het team heeft strijdlust getoond. Daar kan ik zeker mee leven”, zo besluit de oud-renner. Woorden waar Bennett zich in kan vinden. “We hebben als team een prachtige koers gereden. We hebben het initiatief genomen, en ik ben dan ook trots op hoe we hebben gekoerst.”