Niki Terpstra zit weer op de fiets: “Maar moeilijk te zeggen wanneer ik weer kan koersen”
foto: Cor Vos
woensdag 7 augustus 2019 om 21:00

Niki Terpstra zit weer op de fiets: “Maar moeilijk te zeggen wanneer ik weer kan koersen”

Een ongelukkige valpartij in de slotfase van de elfde etappe noopte Niki Terpstra tijdens de Tour de France tot een opgave. De schade: een dubbele breuk in zijn schouderblad en een beschadiging aan het ligament in zijn schouder. Pech blijft de 35-jarige Nederlander achtervolgen. Het hoogtepunt van zijn klassiekercampagne viel door een tuimelperte in de Ronde van Vlaanderen – met een hersenschudding als gevolg – ook al in het water. Toch laat hij zijn hoofd niet hangen. “Ik kan gelukkig alweer fietsen”, vertelt hij aan WielerFlits.

De kopman van Total Direct Energie is momenteel in Luxemburg, waar hij aan het trainen is. “Het gaat redelijk”, antwoordt hij aan de andere kant van de lijn. “Ik heb nog steeds een flinke schouderblessure. Maar gelukkig kan ik fietsen, waardoor ik een beetje mijn conditie op peil kan houden. Maar het fietsen beperkt zich puur op één tempo rondjes trainen. Ik kan niet aan mijn stuur trekken, niet accelereren en minder goed manoeuvreren. Eén tempo fietsen op lange stukken rechtdoor, dat is goed te doen. Geen probleem zelfs, eigenlijk.”

Ondanks dat hij er wel degelijk hinder van ondervindt, valt de overlast voor hem mee. “Echt pijn heb ik niet meer”, zegt hij. Maar daarbij grinnikt hij wel meteen: “Het is alleen wel irritant. Ik kan in het dagelijkse leven niet alles doen. Dat komt omdat ik mijn rechterarm niet goed kan gebruiken. Ik kan er geen kracht mee zetten. Ik kan er eigenlijk heel weinig mee. Erop steunen lukt wel, maar ik kan er niet mee trainen of niet mee trekken. Een tasje dragen, gaat bijvoorbeeld niet. Voor iemand die rechtshandig is, is dat dus wel lastig.”

Vervelende schouderblessure
Terpstra voelt wel dat er verbetering in zit. “Het is alleen lastig om te zeggen hoe lang dit traject duurt”, zucht hij zachtjes. “Het is moeilijk om daar een tijd op te plakken. Het is namelijk een schouderbladblessure en daarnaast is er een probleem met het AC-gewricht (het bot dat het sleutelbeen verbindt met het schouderblad, red.) bijgekomen. De schouder is een complex gewrichtenstelsel. Koersen gaat nu nog niet. Ik heb ook nog geen zin om daar een datum op te plakken, want het moet niet uitdraaien op een race tegen de klok.”

Voluit trainen is er voor Terpstra nog niet bij – foto: Cor Vos

Na de Tour de France had hij een druk programma uitgestippeld, met onder meer de BinckBank Tour. Van het WK had hij ook een hoofddoel gemaakt. “Ik heb voor mezelf wel iets in mijn hoofd”, gaat de voormalig winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix verder. “Ik hoop dat ik dat haal, maar we moeten zien hoe dat gaat. Ik ben in ieder geval blij dat ik mijn conditie kan onderhouden. Zodra ik klaar ben om te koersen, heb ik alleen nog een aantal intensievere trainingen nodig en dan ben ik eigenlijk alweer op een goed niveau.”

Terpstra moet dus vooral geduldig zijn. “Precies. Ik kan nu veel duurtrainingen doen, lange ritten zijn geen probleem. Ik kan alleen nog niet aan mijn stuur trekken. Ga maar eens een rondje fietsen zonder dat je aan je stuur trekt. Dat gaat je tegenvallen hoe vaak je dat doet”, lacht hij opgetogen. “Het is niet dat ik niet aan mijn stuur mág trekken, maar het is puur het gevoel. Het gaat gewoon nog niet, dat is vrij simpel. Dat is vanuit het negatieve gezien, maar het positieve is dat ik weer ‘gewoon’ op de fiets zit. Zo slecht is het allemaal niet…”

Zeker niet na de trieste berichtgeving van maandag. Toen kwam naar buiten dat het 22-jarige toptalent Bjorg Lambrecht van Lotto Soudal zwaar ten val was gekomen, waarna hij later op de avond overleed. Een gitzwarte dag voor het wielrennen en zeker in het kleine wereldje dat het peloton heet. “Het is natuurlijk verschrikkelijk”, zucht Terpstra met een zachte stem. “Ik denk dat iedereen dat wel denkt: het is gewoon kut. Het is écht erg. Wat een drama… Ik kende Bjorg persoonlijk niet. Maar dat maakt het absoluut niet minder erg.”

‘Veel mensen onderschatten het EK-parcours’
Ondanks de in-en-in trieste gebeurtenis, wacht de koers op niemand. Dit weekend staan de Europese kampioenschappen in Alkmaar op het programma. Door Terpstra’s blessure, gaat die wedstrijd aan zijn neus voorbij. En daar baalt de ervaren coureur van. Hij komt nota bene uit Noord-Holland. “Het is natuurlijk wel heel speciaal dat er een Europees kampioenschap op vijf kilometer van mijn huis plaatsvindt. Het is erg jammer dat ik dat mis. Of ik nog contact heb met de jongens? Niet echt. Maar zondag ga ik zeker kijken en hen aanmoedigen.”

Terpstra zelf had een kleine vinger in de pap. Samen met Laurens ten Dam raadde hij de organisatie aan om de kasseistrook van de Munnikenweg op te nemen. “Het parcours is echt superzwaar. Ik denk dat veel renners verrast zullen zijn nadat ze het eerste rondje hebben gereden. Ze vertrekken waarschijnlijk naar Noord-Holland met het idee dat het makkelijk is. Maar dan komen ze op het rondje terecht”, lacht hij, “en dan zullen ze erachter komen dat het toch andere koek is. Ik kan het fout hebben, maar ik verwacht een afvalkoers.”

Renners komen op het EK van een koude kermis thuis, denkt Terpstra – foto: Cor Vos

Op een schaal van tien (het zwaarst) tot één (minst zwaar), geeft de ervaringsdeskundige de kilometer lange strook een zeven en een half. Naast de weg liggen aan beide zijden stroken met klinkers. “Het was de bedoeling dat ze die zouden afzetten”, zegt hij. Uit de ploegleidersvergadering van dinsdagavond kwam naar voren dat dit niet het geval is. “Dan is mijn cijfer voor die strook wel anders. Maar daarbij komt wel: áls de klinkerstroken open zijn, dan zit het peloton daar alsnog op een lint. Want dan wil iedereen op de klinkers rijden.”

“Dus positionering is hoe dan ook heel belangrijk en de strook is alsnog een koersbepalende factor”, denkt Terpstra. “Mensen zeggen weleens: ‘als het klinkers zijn, dan is het niet interessant’. Maar dat denk je in de Omloop der Kempen (een koers in Veldhoven, red.) ook, bijvoorbeeld. Alleen rijd je daar altijd heel de dag op een lint en heb je geen pelotonvorming. Dus de Munnikenweg gaat sowieso interessant zijn. Wie er wint? Poeh… Een Nederlander”, lacht hij. “Laat ik dan ook maar voor een Noord-Hollander gaan: Ramon Sinkeldam!”


In onze voorbeschouwingen op de wegwedstrijden van het EK, gaat Terpstra dieper in op het parcours. Houd de website de komende dagen goed in de gaten.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.