Oliver Naesen (28) trok deze week met zijn ploegmaats van AG2R La Mondiale op teambuilding in het ski-oord Vaujany in de Franse Alpen. In een interview met Het Nieuwsblad liet de Oost-Vlaming duidelijk blijken dat het klassieke voorjaar van 2019 een stuk beter moet dan dat van 2018. 

Was Oliver Naesen in 2017 nog de coming man, dat moest hij het na het voorbije klassieke voorjaar met minder stellen. In 2019 moet het beter. Anders moet hij stilaan vrezen voor zijn status. “Ik merkte het deze winter al”, vertelde Naesen deze week in Vaujany.  “Vorig jaar werd mijn telefoon in deze periode platgebeld voor uitreikingen en presentaties. Nu bleef het stil. Zo was ik bijvoorbeeld niet genomineerd voor de Flandrien. Toen ik in de zaal zat en de filmpjes van de zes genomineerden werden afgespeeld, zat ik daar zo ambetant als dat ik groot ben.”

Niet dat de uitslagen van Naesen in het voorjaar 2018 ronduit slecht waren. Hij werd onder meer vierde in de E3 Harelbeke en zesde in Gent-Wevelgem. Zowel in de Ronde van Vlaanderen (11de) als Parijs-Roubaix (12de) finishte hij net buiten de top tien. Dat kan dus een stuk beter, vindt de Belgische kampioen van 2017.

In 2019 zonder Gallopin
Eén iets wil hij straks alvast anders aanpakken. Met dank aan ploegleider Julien Jurdie, die vindt dat Naesen dit jaar te vaak is gevallen omdat hij te diep in het peloton gepositioneerd zat. “Het ging meestal fout tijdens het opschuiven in het peloton. We vormden een treintje met zes renners, waarvan ik als laatste. De renner in eerste positie reed dan door een groot gat, maar dat wordt steeds kleiner. Toen ik daar kwam, was de deur zo goed als dicht. Zo verspeelde ik enorm veel energie. Op den duur zat ik te wringen tegen mijn eigen ploegmaats. Voortaan zal ik in tweede positie rijden.”

Op Tony Gallopin – die de Giro rijdt – moet Naesen in 2019 alvast niet rekenen tijdens het Vlaamse voorjaar. “Tony wil wat afstand nemen van de klassiekers.” Stijn Vandenbergh en Silvan Dillier worden de namen net onder Naesen in de pikorde. “Ik zou wel graag hebben dat Benoît Cosnefroy ook de klassiekers rijdt”, geeft hij nog mee. “Die jongen heeft als neoprof indruk op mij gemaakt. Derde in Parijs-Tours en zijn Amstel Gold Race was nog straffer. Het probleem is dat hij de Vlaamse klassiekers nog niet wil rijden. Het is nu aan mij om hem te overtuigen.”