Philippe Gilbert heeft de 103e editie van de Rond van Lombardije gewonnen. In een sprint-à-deux versloeg hij Olympisch kampioen Samuel Sanchez. De Nederlanders deden het ook niet slecht, Johnny Hoogerland werd vijfde, vlak voor Robert Gesink.

De vlucht van de dag was voor Reinier Honig (Vacansoleil), Nicolas Roche (AG2R), Marco Velo (Quick-Step) en Serguei Klimov (Katusha). Zij bereikten een maximale voorsprong van acht minuten, Lampre en Silence-Lotto hielden ze echter onder controle.

Aan de voet van de Madonna del Ghisallo was het verschil nog maar een minuut. Daar zagen we voor de tweede keer een Nederlander in de aanval trekken. Met behulp van Reinier Honig die nog één keer alles gaf, sloeg Johnny Hoogerland een gat met het peloton.

Snel haalde hij de andere koplopers bij, en kwam ook als eerste boven op de top van de Ghisallo. In de afdaling van die klim ontstond een nieuwe kopgroep met Dries Devenyns (Quick-Step), Matteo Carrara (Vacansoleil), Johnny Hoogerland (Vacansoleil), Gustav Larsson (Saxo Bank) en Mauro Santambrogio (Lampre).

Liquigas, Silence-Lotto, ISD en Rabobank hadden de slag gemist, zij moesten daarom ook in de achtervolging. Voor Rabobank zaten lange tijd alleen Robert Gesink en Bauke Mollema in het grote peloton. Maar uiteindelijk kwamen ook nog Lars Boom en Sebastian Langeveld aansluiten. Zij zorgden samen met Caisse d’Epargne en Liquigas dat het gat kleiner werd.

De beklimming van de Civiglio op 16 kilometer van de streep is niet heel lastig, al zal Bauke Mollema daar wel anders over denken. Hij ging in één van de bochten onderuit en zo zag Gesink zijn laatste helper wegvallen. Terwijl Carrara vooraan moest lossen, probeerden Sanchez en Evans weg te springen. Zij kwamen niet weg, maar zorgden met hun aanvallen er wel voor dat op de top van de Civiglio alles weer bij elkaar was gekomen.

Een steile afdaling zorgde ervoor dat het vooraan gedeeltelijk uit elkaar viel. Beneden aangekomen bleken een aantal renners zich te hebben losgemaakt van het favorieten groepje. Onder meer Mauro Santambrogio (Lampre) en Alexander Vinokourov (Astana), Jakob Fuglsang (Team Saxo Bank) hadden een kleine voorsprong op de groep der favorieten.

Op de laatste beklimming, de San Fermo, liet Evans zich weer zien. Hij probeerde het gat dicht te rijden naar de drie vooraan, en dat lukte ook met behulp van onder meer Robert Gesink en Damiano Cunego. Meteen nadat de groep der favorieten aansloot bij Vinokourov en Fuglsang sprong Philippe Gilbert weg.

Alleen de Spanjaard Samuel Sanchez was in staat om de ontketende Belg bij te houden. Bovenop de San Fermo hadden de twee acht seconden voorsprong op een groep van zeven, met daarbij Robert Gesink, Damiano Cunego, Alexander Kolobnev en een aantal anderen.

Vooraan werd goed samengewerkt, en ze liepen steeds verder uit. Met zestien seconden voorsprong reden ze onder het vod van de laatste kilometer door. De sprint-à-deux die volgde, werd gemakkelijk gewonnen door Gilbert. Alexander Kolobnev won op vier seconden de sprint van de achtervolgende groep, die een stuk groter was geworden in de afdaling.

Giro di Lombarda (1.HIS – 242 km)
1. Philippe Gilbert (Bel/Silence-Lotto)
2. Samuel Sanchez (Spa/Euskaltel-Euskadi) z.t.
3. Alexander Kolobnev (Rus/Team Saxo Bank) + 4s
4. Luca Paolini (Ita/Acqua & Sapone) z.t.
5. Johnny Hoogerland (Ned/Vacansoleil)
6. Robert Gesink (Ned/Rabobank)
7. Alexander Vinokourov (Kaz/Astana)
8. Daniel Martin (Ier/Garmin-Slipstream)
9. Juan Jose Cobo (Spa/Fuji-Servetto)
10. Cadel Evans (Aus/Silence-Lotto)