Voorbeschouwing: Gent-Wevelgem 2021
Vorig jaar won Mads Pedersen, die er nu niet bij is - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zondag 28 maart 2021 om 07:30

Voorbeschouwing: Gent-Wevelgem 2021

Gent-Wevelgem. Koers van Kemmelberg en De Moeren. Van Plugstreets en loeren. Loeren, loeren op die ene kans. Maar aanvallers, aanvallers ontspringen de laatste jaren nauwelijks de dans. Vaak is het een sprintersfestijn. Met de sterkere spurters die strijden tot op de witte krijtlijn. Maar is het wel een sprinter die scoort? En niet een vluchter die hen ringeloort? WielerFlits blikt vooruit.

Historie

Gent-Wevelgem kent zijn oorsprong in 1934, toen Gerhard Margodt en Georges Matthys elkaar vonden. De twee zouden jarenlang de koers organiseren en zouden tot ver na hun pensioen bij Gent-Wevelgem betrokken blijven. Wat opvalt als we de geschiedenisboeken erop naslaan, is het aantal keer dat het parcours op de schop is genomen. Het is bijna duizelingwekkend. De Vlaamse hellingen zijn aangedaan, er werd langs de kust gereden, in een ver verleden maakte het peloton een ommetje naar de Franse Ardennen en er werd zelfs een keer – we spreken 1961 –een tweedaagse georganiseerd met start in Antwerpen.

Buiten de oorlogsjaren (1940-1944) vond de koers ook altijd plaats. De eerste twee jaargangen betrof het een vlakke koers voor junioren. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd Gent-Wevelgem een volwaardige profkoers. In de eerste 35 edities won liefst dertig keer een thuisrijder. Onder hen wel grotendeels grote namen: Marcel Kint, Briek Schotte (tweemaal), Raymond Impanis (eveneens twee keer), Rik Van Looy (drievoudig winnaar, daarmee gedeeld recordhouder), Herman Van Springel, natuurlijk Eddy Merckx (ook drie keer), Walter Godefroot en twee keer Freddy Maertens. Allemaal Belgische grootheden.

Hinaults eerste grote zege: winst in Gent-Wevelgem 1977 – foto: Cor Vos

De buitenlandse renners bleven dus wat achterwege, al waren de meeste van die vijf wel allemaal legendes in de sport: Jacques Anquetil (1964), Barry Hoban (1974), Bernard Hinault (1977) en Francesco Moser (1979) behoeven geen introductie. De eerste Nederlandse winnaar werd genoteerd in 1980: toen won Henk Lubberding. Het jaar daarop won ook Jan Raas, weer twee jaar later Leo van Vliet. In het tussenliggende jaar zegevierde dan weer Frank Hoste, tegenwoordig koersdirecteur van Gent-Wevelgem. Voor Nederland wonnen ook nog Teun van Vliet en Gerrit Solleveld, een totaal van vijf overwinningen dus.

De Belgen spannen in dat rijtje logischerwijs de kroon. Een volgende zege van een thuisrijder zou de vijftigste Belgische overwinning markeren. Recordhouders met drie zeges zijn dus Van Looy en Merckx, maar in een ver verleden was ook Robert Van Eenaeme drie keer succesvol. Recentelijk voegden Mario Cipollini, Tom Boonen en Peter Sagan zich bij dat rijtje. Een van de meest memorabele edities, is zonder meer die van 2015. Onder apocalyptische weersomstandigheden, met rukwinden 90 kilometer per uur, sloeg de bebaarde ervaren rot Luca Paolini (38) toe in de slotfase. Later dat jaar werd hij wel betrapt op dopinggebruik.

Met het hoofd en met het hart(?): Paolini won de barre editie van 2015 – foto: Cor Vos

Daarnaast is Gent-Wevelgem ook onlosmakelijk verbonden met Antoine Demoitié. De dan 25-jarige Belg overlijdt op 27 maart 2016 aan de gevolgen van een valpartij en een daaropvolgende aanrijding met een motard, na 115 kilometer koers in Gent-Wevelgem. Hij werd in kritieke toestand naar het ziekenhuis in het Franse Lille gebracht, maar dat mocht niet meer baten. Demoitié blies de daaropvolgende nacht zijn laatste adem uit.

Laatste tien winnaars Gent-Wevelgem
2020: flag-dk Mads Pedersen
2019: flag-no Alexander Kristoff
2018: flag-sk Peter Sagan
2017: flag-be Greg Van Avermaet
2016: flag-sk Peter Sagan
2015: flag-it Luca Paolini
2014: flag-de John Degenkolb
2013: flag-sk Peter Sagan
2012: flag-be Tom Boonen
2011: flag-be Tom Boonen


Vorig jaar

De wereldwijde coronapandemie zorgde er in 2020 voor dat Gent-Wevelgem niet in het voorjaar plaatsvond, maar juist in de herfst. Regen tekende diepe groeven in de koers, die weer eens niet in een sprint met een omvangrijke groep zou eindigen. Aanvallers hielden in de finale namelijk genoeg over.

Wout van Aert en Mathieu van der Poel kleurden mee de koers, maar keken in de finale vooral naar elkaar. Daardoor slaagden Alberto Bettiol, Florian Sénéchal en Matteo Trentin erin om een kloof te realiseren. In de slotkilometer wist een oersterke Mads Pedersen – dan net wereldkampioen af – als enige nog over te steken. In de sprint met vier die volgde, was de toen nog 24-jarige Deen verreweg de snelste van het kwartet.

De kemphanen van vorig jaar, tijdens en ná de koers – foto: Cor Vos

Een uiterst vermakelijke editie kreeg ook nog een spraakmakend vervolg. Drie interviews hielden de gemoederen namelijk behoorlijk bezig. Van Aert sprak na afloop zijn frustraties uit over eeuwige rivaal Van der Poel, die volgens de Belg reed om hem doen te verliezen. De Nederlandse kampioen ging daarna op eigen initiatief terug naar de cabine van Sporza om daar zijn kant van het verhaal te doen. Het laatste spraakmakende interview was die met Mark Cavendish. In tranen treurde hij dat het weleens zijn laatste koers kon zijn.

Uitslag Gent-Wevelgem 2020
flag-nr1 flag-dk Mads Pedersen (Trek-Segafredo) in 5u19m20s
flag-nr2 flag-fr Florian Sénéchal (Deceuninck-Quick-Step) z.t.
flag-nr3 flag-it Matteo Trentin (Team CCC) z.t.
4. flag-it Alberto Bettiol (EF Pro Cycling) op 1s
5. flag-ch Stefan Küng (Groupama-FDJ) op 3s
7. flag-be Yves Lampaert (Deceuninck-Quick-Step) op 4s
9. flag-nl Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) op 8s
Volledige uitslag

Het podium van Gent-Wevelgem 2020 – foto: Cor Vos


Parcours

Gent-Wevelgem start – in tegenstelling tot wat je zou denken – niet in Gent. Dat is al sinds 2003 niet meer zo. Sinds vorig jaar starten de renners namelijk in Ieper, waar normaliter liefst zeven versies (junioren, beloften, vrouwen, et cetera) van Gent-Wevelgem op één dag plaatsvinden. Hemelsbreed is Ieper nog geen dertig kilometer van Wevelgem verwijderd. Maar schijn bedriegt, want het peloton ziet liefst 248 kilometer onder de wielen verdwijnen in West-Vlaanderen. De officiële start ligt net buiten Ieper, noordoostelijk gelegen. In Zonnebeke volgt dan meteen het eerste klimmetje van de dag; ideaal voor vluchters.

Vervolgens rijden de renners eigenlijk helemaal naar Wevelgem toe, om dan op het allerlaatste moment om te draaien en koers te zetten naar de kust. Wanneer ze bij Veurne wederom keren, rijdt het peloton direct De Moeren in. Daar heeft de wind vrij spel op de vlakke en open wegen. Niet voor het eerst zou de koers daar – na nog geen honderd kilometer – voor een eerste keer kunnen ontbranden, want waaiers liggen in De Moeren altijd op de loer. Er is daarna nog tijd genoeg om zaken recht te breien, maar anderzijds wacht een uurtje later in de koers al het Heuvelland. Een volgend breekpunt in de wedstrijd.

In een tijdsbestek van dertien kilometer volgen dan vijf hellingen. Na 150 kilometer ligt de top van ‘t eerste klimmetje, de Scherpenberg (800 meter, 9,1% gemiddelde stijging). Daarna volgen de Vidaigneberg (1,9 km aan 4,7%), de korte Baneberg (300 m aan 10%), de Monteberg (1 km aan 7,3%) en als klapstuk natuurlijk de traditionele scherprechter van deze koers: kasseienklim Kemmelberg aan de Belvédère-kant (2,5 km aan 4,4%). In deze fase zullen de meeste renners al een jasje moeten uitdoen. Bij het ronden van de top volgen nog 85 kilometers.

De renners blijven de weggetjes rondom Kemmel afrazen. Ten oosten van het West-Vlaamse dorp zoekt het peloton dan de zogenoemde Plugstreets op. Deze drie onverharde stroken nabij Ploegsteert werden in 2017 toegevoegd aan het parcours. Hill 63, Christmas Truce en The Catacombs hebben een gezamenlijke lengte van 5,2 kilometer. Vervolgens zetten de renners weer koers naar de klassieke tweetrapsraket Monteberg-Kemmelberg (Belvédère-kant). Ook daarna blijven de coureurs een rondje rijden en volgen binnen achttien kilometer nog een keer de Scherpenberg, Vidaigneberg, Baneberg én een laatste keer Kemmelberg.

Die laatste keer over de Kemmel is vanaf de oostelijke kant. Deze is iets langer en daardoor iets gemakkelijker (gemiddeld 4% stijging), al blijft ook hier een uitschieter van 22% het kantelpunt. Daarna staan er nog ruim 34 kilometers op de teller. Die zijn doorgaans vlak, met een klein pukkeltje bij Zonnebeke op ruim 17 kilometer van de meet na. Genoeg tijd en ruimte voor de sprintersploegen om hun mannen in stelling te brengen voor de eindsprint. De laatste drie kilometers gaan over een lange rechte weg (zonder ook maar een enkele bocht) naar de finishboog. De aankomststraat is vlak en breed. Kortom: hallo, sprinters!

Lengte: 248 kilometer
Start: flag-be 10.00 uur
Finish: flag-be rond 16.00 uur

Onverharde stroken en hellingen
1. Scherpenberg (800 m, 9,1%) – na 150 kilometer
2. Vidaigneberg (1,9 km, 4,7%) – na 154 kilometer
3. Baneberg (300 m, 10%) – na 156 kilometer
4. Monteberg (1 km, 7,3%) – na 161 kilometer
5. Kemmelberg-Belvédère (2,5 km aan 4,4%) – na 163 kilometer
P. Hill 63 – na 177 kilometer
P. Christmas Truce – na 179 kilometer
P. The Catacombs – na 182 kilometer
6. Monteberg (1 km, 7,3%) – na 193 kilometer
7. Kemmelberg-Belvédère (2,5 km aan 4,4%) – na 195 kilometer
8. Scherpenberg (800 m, 9,1%) – na 202 kilometer
9. Vidaigneberg (1,9 km, 4,7%) – na 207 kilometer
10. Baneberg (300 m, 10%) – na 209 kilometer
11. Kemmelberg-Ossuaire (3 km aan 4%) – na 213 kilometer


Favorieten

De weergoden zijn de renners zondag volgens de voorspellingen goedgezind. De verwachte windrichting speelt aanvallers in de kaart, maar tegelijkertijd lijkt het weer te goed om een scenario uit de kast te halen dat schrijft dat een opportunist hier met de zege aan de haal gaat. Nee, normaal gesproken eindigt deze koers zondag in een sprint met een omvangrijke groep. Getuige het deelnemersveld zullen de sterkste teams daar ook op aansturen. Van de sterke blokken zijn eigenlijk alleen AG2R Citroën, EF Education-Nippo en INEOS Grenadiers totaal niet gebaat bij een sprint. De rest zal die gok wel durven nemen. Ook het ontbreken van de onvoorspelbare rasaanvaller Mathieu van der Poel pleit in dat voordeel.

Merlier was in dit soort koersen de laatste weken niet te stoppen – foto: Cor Vos

Normaliter zou je het zoeken bij de teams uit de hoogste wielerdivisie. Maar net nu komen we voor deze koers uit op een spurter die níet bij een WorldTour-team rijdt. Tim Merlier heeft de laatste weken namelijk met zijn explosieve aanzet laten zien dat hij in dit soort koersen de te kloppen man is. De 28-jarige Belg van Alpecin-Fenix reeg onlangs al Le Samyn, de GP Jean-Pierre Monseré en Bredene Koksijde Classic aan zijn zegekar. Zonder de afwezige Van der Poel heeft Merlier vrij spel. Met sterke ploegmaats als Gianni Vermeersch, Oscar Riesebeek en lead out Jonas Rickaert kan de vinnige sprinter terugvallen op een sterk team.

Haalt Van Aert zijn gram voor de vorige editie? – foto: Cor Vos

Grootste uitdager voor Merlier lijkt zijn boezemvriend, Wout van Aert. De 26-jarige kopman van Jumbo-Visma kan terugkijken op een uitermate sterke reeks Italiaanse wedstrijden, met onder andere twee ritzeges (waaronder een massasprint) in Tirreno-Adriatico. Hij werd er tweede in het klassement tussen ’s werelds beste ronderenners. Ook in Milaan-San Remo kwam de titelverdediger uitstekend voor de dag. In een lange sprint om plek twee hoefde hij enkel topsprinter Caleb Ewan voor zich te dulden. Met tempobeul Edoardo Affini, jongeling Pascal Eenkhoorn en de in goede vorm verkerende Timo Roosen kan Van Aert veel kanten op. In een sprint na een zware koers kan hij het afmaken, maar waarom niet solo?

Bennett straalt veel kracht uit de laatste weken – foto: Cor Vos

Deceuninck-Quick-Step is al jaren de standaard in de Vlaamse klassiekers. Maar eerlijk is eerlijk: de laatste jaren boeten de troepen van teambaas Patrick Lefevere terrein in. De absolute topfavoriet in dit type wedstrijden rijdt anno 2021 niet meer voor de Wolfpack, maar het collectief kunnen ze nog altijd uitbuiten. In deze koers is dat minder het geval, omdat het waarschijnlijk in een spurt eindigt. Sam Bennett zal de uit te spelen kopman zijn bij de blauwhemden. De 30-jarige Ier geldt als een van de sterkste sprinters ter wereld. Afgelopen woensdag werd hij nog perfect afgezet voor winst in Brugge-De Panne. Grappig detail: op twaalf kilometer voor de meet rijdt Bennett door zijn geboorteplaats Wervik.

Nooit uitvlakken, de winnaar van 2019: Alexander Kristoff – foto: Cor Vos

Het mag duidelijk zijn dat we voor deze koers op zoek zijn naar de sterkere sprinters. In dat geval mag ook de naam van Alexander Kristoff niet ontbreken. De 33-jarige Noor wist in 2019 Gent-Wevelgem nog te winnen, ook toen was dat in een sprint van een omvangrijke groep. In tegenstelling tot veel collega’s spurters, bot de sprintsnelheid van Kristoff na een lange zware koers maar weinig af. Met onder meer Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen, GP Ouest France-Plouay én vier keer Eschborn-Frankfurt op zijn palmares, spreekt dat boekdelen. Hoewel zijn resultaten er nog niet naar zijn, mag je de Beer van Stavanger nooit uitsluiten in dit soort koersen. Bij UAE Emirates is hij sterk omringd.

Pedersen pakte de zegeruikers dit voorjaar al in Kuurne – foto: Cor Vos

In een wedstrijd als deze heeft Mads Pedersen bewezen dat hij tot de absolute favorieten behoort. De 25-jarige ex-wereldkampioen uit Denemarken is uiteraard titelverdediger, maar tot de afgelopen Bredene Koksijde Classic kon hij ook veel moed putten uit een andere opvallende statistiek. Sinds 2013 wist Pedersen in een sprint met een groep van twintig renners of minder altijd te winnen, op één keer na. Dat was in de eerste etappe van de Vredeskoers voor junioren in datzelfde jaar, toen hij tweede werd achter Mathieu van der Poel. Afgelopen weekend kwam daar zijn tweede nederlaag in zo’n groep bij, toen Pedersen zijn meerdere moest erkennen in Merlier. Hij noemde die koers overigens een training.

Update: Trek-Segafredo staat zondag niet aan de start van Gent-Wevelgem. Na twee positieve coronatesten binnen de ploeg ziet het Amerikaanse WorldTour-team af van deelname. Het betekent dat Mads Pedersen zijn zege uit 2020 niet kan verdedigen. 

Ackermann zet vol in op een sprint – foto: Cor Vos

Door afwezigheid van recordhouder Peter Sagan mikt BORA-hansgrohe vol op Pascal Ackermann. De Duitser vierde in januari zijn 27ste verjaardag en staat voor de fysiek gezien vijf beste jaren uit zijn loopbaan. Van Ackermann is bekend dat hij steeds beter gaat klimmen en dus zou hij ook in een wedstrijd zoals deze kunnen zegevieren. Afgelopen weekend maakte hij nog een goede indruk in Milaan-San Remo (twintigste). Met de samenstelling van de selectie heeft de Duitse ploeg ook weinig speelruimte en dus zal Ackes de kastanjes uit het vuur moeten halen. Een overwinning hier zou meteen zijn eerste seizoenszege betekenen.

Een gevaarlijke klant voor winst: Christophe Laporte – foto: Cor Vos

Bij Cofidis geniet Christophe Laporte het vertrouwen van de ploegleiding in een goede afloop. De 28-jarige Fransman is al het gehele seizoen op dreef, in onder meer de Ster van Bessèges en Parijs-Nice. Maar ook in Omloop Het Nieuwsblad (dertiende) en Milaan-San Remo (22ste) viel hij op, met name door zijn koersgedrag onderweg. Waar een sprinter zich normaal kan wegsteken, schuwde Laporte zich niet om mee te springen met gevaarlijke groepjes. Hij werd bovendien in 2018 al eens vierde in deze wedstrijd. De winnaar van Tro-Bro Léon. een Franse koers over onverharde wegen, kan de heuvelzone hier dus overleven.

De frustratie bij Démare was groot na Brugge-De Panne; zet hij dat om in nog meer power? – foto: Cor Vos

Het wil tot op heden nog niet vlotten bij Arnaud Démare dit jaar. Maar schijn lijkt wel te bedriegen. De 29-jarige Franse kampioen van Groupama-FDJ maakte in de finale van Milaan-San Remo een sterke indruk en hij zat woensdag ook uitstekend gepositioneerd voor de eindsprint in Brugge-De Panne. Bij zijn aanzet schoot hij echter uit zijn pedaal en liet daarna lopen. Als de Franse ploeg – met onder meer hardrijder Stefan Küng, voorjaarsrevelatie Kevin Geniets én sprintaantrekker Ramon Sinkeldam aan de start – haar kopman opnieuw goed kan afzetten, zit er iets in het vat. Démare werd hier namelijk al eens tweede en derde.

Bol zal er alles aan doen om in Gent-Wevelgem goed te zijn – foto: Cor Vos

Voor Team DSM verloopt de seizoensstart ietwat stroef. De Duitse ploeg mikt dit jaar vol op de klassiekers, maar dan is het wel stilaan tijd om vooraan te gaan meespelen. Tot op heden wist de ploeg namelijk niet haar stempel op het seizoen te drukken, zoals dat vorig jaar na de coronabreak wel lukte. Gent-Wevelgem is voor Cees Bol alvast een mooi koers om zijn gram te halen. De lange Noord-Hollandse sprinter heeft een voorliefde voor klassiekers en zou niets liever willen dan goed zijn in die koersen. De ploegleiding ziet in hem meer fiducie als sprinter. Zondag krijgt Bol dus een kans om het ook in een kasseienklassieker te laten zien. Hij kan rekenen op onder meer Nikias Arndt, Nils Eekhoff en aantrekker Casper Pedersen.

Altijd onopvallend goed: Anthony Turgis (rechts); ook vorig jaar overleefde hij de forcing – foto: Cor Vos

Wie de laatste jaren stevig op de deur bonst bij de topfavorieten in dit soort wedstrijden, is Anthony Turgis. De 26-jarige Fransman van Total Direct Energie staat er ook dit jaar weer. Hij werd dit voorjaar al vijftiende in Omloop Het Nieuwsblad, tweede in Kuurne-Brussel-Kuurne en tiende in Milaan-San Remo. Vorig seizoen werd hij nog vierde in de Ronde van Vlaanderen en twee jaar geleden was alleen Van der Poel sterker in Dwars Door Vlaanderen. Kortom: bij de Franse ploeg is niet langer Niki Terpstra de onbetwiste leider in het voorjaar, maar kan Turgis daar prima naast of zelfs boven staan. Met zijn vinnige sprint heeft hij in een klein groepje een ferm wapen voor de winst.

Als de koers inderdaad samentroept tot een verwachte sprint met een omvangrijke groep, dan mogen we ook andere snelle mannen niet uitsluiten. Zo brengt UAE Emirates ook Fernando Gaviria, wiens contractverlenging ter discussie staat, aan de start. Vooralsnog haalt de pijlsnelle Colombiaan niet zijn niveau, nadat hij vorig jaar twee keer COVID-19 opliep. Ook Elia Viviani heeft het lastig sinds hij vertrokken is bij Deceuninck-Quick-Step. De 32-jarige Italiaanse sprinter lijkt langzaamaan wel op te krabbelen na een hartoperatie, maar lijkt in de interne pikorde – in ieder geval voor deze wedstrijd – voorbijgestreefd te zijn door Laporte.

Europees kampioen Nizzolo won eerder al Clásica de Almería – foto: Cor Vos

Ook Giacomo Nizzolo mag je niet uitvlakken. De 32-jarige Europese kampioen van Qhubeka ASSOS verteert de wat zwaardere wedstrijden over het algemeen goed. Ook in het Vlaamse werk begint hij steeds beter zijn draai te vinden, gezien een tweede plaats in Kuurne-Brussel-Kuurne en een zesde plek in Le Samyn vorig jaar. Woensdag werd hij nog vierde in Brugge-De Panne, maar zat hij te ver om mee te doen voor winst. Een van de teleurstellingen van dit voorjaar is tot op heden Iván García van Movistar. In een sprint na een lastige koers kan hij echter zo maar verrassen, net als zijn oud-ploegmaat Sonny Colbrelli bij Bahrain Victorious.

Er zijn meerdere ploegen die verschillende ijzers in het vuur hebben. Zo zouden Davide Ballerini (winnaar Omloop Het Nieuwsblad) en Florian Sénéchal (derde in Bredene Koksijde Classic) zomaar de rol van Bennett kunnen invullen bij Deceuninck-Quick-Step. Datzelfde geldt voor Jasper Philipsen bij Alpecin-Fenix. De 23-jarige Belg werd woensdag nog tweede achter diezelfde Bennett in Brugge-De Panne.

Kunnen deze Ballerini of Sénéchal overleven? – foto: Cor Vos

Bij Trek-Segafredo hebben ze met Matteo Moschetti nog een topsprinter in spe, maar hij moet zich eerst nog bewijzen op de Vlaamse wegen. En wat gaat Lotto Soudal uitrichten met John Degenkolb? De Duitser laat de laatste weken weer sprankeltjes van zijn klasse zien. Hij heeft ook een sterke sprint. De ploeg van Marc Sergeant kan meerdere kanten op. Philippe Gilbert zal de koers hard moeten maken. Daarvoor kan hij steun vinden bij verschillende blokken.

Greg Van Avermaet en Oliver Naesen zullen bij AG2R Citroën ten aanval moeten trekken om succes in deze koers te boeken. Ook de in goede vorm stekende Sep Vanmarcke (Israel Start-Up Nation) zal daarvoor te porren zijn. Renners die als stoorzender kunnen optreden en in het teambelang graag zullen meegaan, zijn Yves Lampaert en Zdeněk Štybar (Deceuninck-Quick-Step), die andere voorjaarsrevelatie Michael Gogl (Qhubeka ASSOS), Milaan-San Remo-winnaar Jasper Stuyven (Trek-Segafredo) en Matteo Trentin (UAE Emirates). En wat gaan raspaardjes als Tom Pidcock (INEOS Grenadiers) en Stefan Bissegger (EF Education-Nippo) doen?

Vanmarcke werd al twee keer tweede in deze wedstrijd – foto: Noa Arnon/Israel Start-Up Nation

Update – Inmiddels is de deelname van Michael Matthews bevestigd. Voor de Australiër wordt dit zijn vierde optreden in Gent-Wevelgem. In 2017 boekte hij met een achtste plaats zijn beste resultaat. Dit seizoen was Matthews al goed voor twee derde plaatsen in Parijs-Nice, waar hij ook een dag het geel droeg. Vervolgens eindigde hij zesde in Milaan-San Remo. In de E3 Classic gaf hij er de brui aan na een dag vol tegenslag.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Tim Merlier
*** Wout van Aert, Sam Bennett
** Alexander Kristoff, Mads Pedersen, Pascal Ackermann
* Christophe Laporte, Arnaud Démare, Cees Bol, Anthony Turgis

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

Volgens de weersvoorspelling blijft het zondag droog, al is het wel heel de dag grauw met slechts af en toe ruimte voor de zon. Het kwikt stijgt ’s middags naar veertien graden Celsius. Er is windkracht vier tot vijf voorspeld vanuit het zuidwesten. Daarvoor blaast hij in De Moeren precies goed om het op de kant te trekken. In de finale staat de wind schuin in de rug, waardoor aanvallers minder snel zullen terugwaaien in het aanstormende peloton.

Sporza is er voor de fans al bij vanaf de start om 10.00 uur. Na een korte onderbreking begint de live-uitzending vervolgens om 13.30 uur. De NOS schakelt tijdens de sportuitzending rond de klok van 15.00 uur in, net als Eurosport. Bespreek het verloop van Gent-Wevelgem via het liveblog op WielerFlits.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.