Voorbeschouwing: Parijs-Nice 2024 – Eerste clash tussen Evenepoel en Roglic
foto: Cor Vos
Rodriguez1010
zondag 3 maart 2024 om 07:15

Voorbeschouwing: Parijs-Nice 2024 – Eerste clash tussen Evenepoel en Roglic

Tegenwoordig is het wielerseizoen al weken aan de gang, als Parijs-Nice zich aandient. Dat neemt echter niet weg dat de ‘Koers naar de Zon’ nog altijd een van de eerste grote wielerafspraken is. En zeker dit jaar, gezien de aanwezigheid van twee van de vier Tourfavorieten. WielerFlits blikt vooruit!

Historie

Laatste tien winnaars Parijs-Nice
2023: flag-si Tadej Pogačar
2022: flag-si Primož Roglič
2021: flag-de Maximilian Schachmann
2020: flag-de Maximilian Schachmann
2019: flag-co Egan Bernal
2018: flag-es Marc Soler
2017: flag-co Sergio Henao
2016: flag-gb Geraint Thomas
2015: flag-au Richie Porte
2014: flag-co Carlos Betancur


Laatste editie

Eindklassement Parijs-Nice 2023
1. flag-si Tadej Pogačar (UAE Emirates) in 24u01m38s
2. flag-fr David Gaudu (Groupama-FDJ) op 53s
3. flag-dk Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma) op 1m39s
4. flag-gb Simon Yates (Jayco AlUla) op 2m14s
5. flag-ch Gino Mäder † (Bahrain Victorious) op 2m56s


Parcours

Voor renners die met klassementsambities aan Parijs-Nice beginnen, is het zaak om meteen bij de les te zijn. De eerste etappe van en naar Les Mureaux is er namelijk een voor de puncheurs, in een finale die wat doet denken aan een Waalse Pijl of Luik-Bastenaken-Luik. De rappe mannen zijn een dag later aan zet, op weg naar Montargis. Of we daarna nog een tweede (massa)sprint te zien zullen krijgen, is maar zeer de vraag.

In de vijfde etappe naar Sisteron is er eventueel nog iets mogelijk voor de sprinters, maar verder is het toch vooral klimmen geblazen. Ritten vier (Mont Brouilly) en zeven (Auron) finishen bergop en ook in traditionele slotetappe van en naar Nice wordt het klimwerk niet geschuwd. Het algemeen klassement zal een eerste keer worden opgeschud op dag drie, als er een ploegentijdrit staat geprogrammeerd.

Wat ook nog belangrijk is om te vermelden: aan de finish van elke etappe liggen tien, zes en vier bonificatieseconden voor het oprapen voor de eerste drie renners in de daguitslag. Onderweg zijn er ook de nodige tussensprints, waar dan weer zes, vier en twee seconden te verdienen zijn. Deze boniseconden zouden weleens de doorslag kunnen geven, in de strijd om de eindoverwinning.


Zondag 3 maart, Etappe 1: Les Mureaux – Les Mureaux (157,7 km)

De 82ste editie van Parijs-Nice begint aan de zuidoever van de Seine, in Les Mureaux, een gemeente die deel uitmaakt van de agglomeratie van Parijs. Een bezoekje aan de stad van de liefde zit er niet in, de organisatie blijft in de buurt van Les Mureaux koersen, waar de renners na 157,7 kilometer ook weer aankomen. Het peloton rijdt vooral ten zuiden van de start- en finishplek, over zeer geaccidenteerd terrein.

Vanuit het vertrek gaat het eigenlijk constant op en af, over de nodige hellingen, al tellen er ‘maar’ vier beklimmingen mee voor het bergklassement. Dat zijn de Côte de Bazemont (1,7 km aan 6,6%) en Côte d’Herbeville (2,6 km aan 5,1%), die ook in de finale nog een keer terugkomen. Dit komt omdat de renners na ruim honderd kilometer de finish al eens passeren in Les Mureaux.

Het is dan nog niet gedaan, aangezien er nog een finalelus volgt met dus de Côte de Bazemont, Côte d’Herbeville en de ongecategoriseerde helling naar Montainville (maximaal 10%) als vervelende obstakels. Na de Côte d’Herbeville is het nog goed twaalf kilometer tot de licht oplopende finish in Les Mureaux. We sluiten niet uit dat we hier een eerste (sprint)duel te zien krijgen tussen Evenepoel en Roglic.

Start: 13.15 uur
Finish: tussen 16.45 en 17.05 uur


Maandag 4 maart, Etappe 2: Thoiry – Montargis (177,6 km)

Rit twee staat op het verlanglijstje van de in Parijs-Nice aanwezige sprinters. Tussen startplaats Thoiry en de finish in Montargis liggen nog wel twee hellingen van derde categorie – de Côte des Mesnuls (1,2 km aan 5,7%) en Côte de Villeconin (700 meter aan 6,3%) – maar deze bevinden zich bijzonder ver van de finish. Nee, de rappe mannen hoeven wat dat betreft geen schrik te hebben van het parcours.

De wind kan eventueel nog wel roet in het eten gooien. Net zoals in 2004, de laatste keer dat Parijs-Nice aankwam in Montargis. De Spanjaard Pedro Horillo zegevierde toen in een sprint met een man of dertig, na een rit die bol stond van het waaierspektakel.

Start: 12.35 uur
Finish: tussen 16.25 en 16.45 uur


Dinsdag 5 maart, Etappe 3: Auxerre – Auxerre (TTT, 26,9 km)

Klassementsmannen, opgelet! Vorig jaar zat er een ploegentijdrit in Parijs-Nice en dat is de organisatie blijkbaar goed bevallen. De renners mogen zich op dag drie weer opmaken voor een tijdrit in ploegverband, en wel eentje van net geen 27 kilometer in en rond Auxerre. Het opvallende is dat niet de tijd van de vierde binnenkomer telt, zoals gebruikelijk is, maar dat iedere renner zijn eigen tijd krijgt. Net als vorig jaar.

Het zorgt voor een compleet andere koersdynamiek, zoveel is zeker. Een kopman die in de laatste kilometer(s) nog wat energie over heeft en wegrijdt bij zijn ploeggenoten kan nog wat extra seconden winnen. Het uitgetekende traject is zeker niet te onderschatten. Er zitten weinig uitdagende bochten in het parcours, maar de wegen zijn allesbehalve vlak. In de eerste vijftien kilometer volgen al twee kortere hellingen.

Na de tweede klim (4 km aan ruim 3%) worden de tussentijden opgemeten, dit is na exact veertien kilometer. Het tweede deel van de tijdrit is een stuk vlakker, sneller en geschikt voor de pure tijdrijders, met uitzondering van de laatste kilometer. Dan loopt de weg namelijk nog omhoog aan zo’n drie procent. Mochten de verschillen onderweg te verwaarlozen zijn, dan kan hier nog het verschil worden gemaakt.

Start: 14.40 uur (eerste renner)
Finish: rond 16.35 uur (laatste renner)


Woensdag 6 maart, Etappe 4: Chalon-sur-Saône – Mont Brouilly (183 km)

Op dag vier is het eveneens menens voor de klassementsrenners. In rit drie werden de verschillen nog gemaakt tegen de klok, nu zal dat bergop gebeuren. In de vierde etappe doemen er maar liefst zes beklimmingen van tweede categorie en een klim van eerste categorie op. Na de start in Chalon-sur-Saône trekt de karavaan zuidwaarts, op weg naar de eerste klim van de dag: de Côte du Mont-Saint Vincent (2,9 km aan 6,3%).

De Côte du Mont-Saint-Vincent is een opwarmertje voor een zeer lastige heuvelzone, met in een straal van veertig kilometer de Col de Boubon (4,4 km aan 6%), Côte de Vauxrenard (3,2 km aan 6,7%) en Col de Durbize (2,2 km aan 9,4%). Het is na de Col du Durbize nog een kleine zeventien kilometer naar de eerste finishpassage op Mont Brouilly, zonder enige twijfel dé scherprechter van de dag.

Eenmaal boven op Mount Brouilly, volgt een korte afdaling, tussensprint en de Col du Fût d’Avenas. Dit is een beklimming van iets meer dan vijf kilometer aan een gemiddelde van 7%, met uitschieters tot 15%. Eenmaal op de top van deze klim, is het nog 22 kilometer tot de daadwerkelijke finish op Mont Brouilly. De slotklim is dan weer drie kilometer en stijgt aan 7,7%, al zitten er ook steilere stroken tussen.

Start: 12.00 uur
Finish: tussen 16.20 en 16.50 uur


Donderdag 7 maart, Etappe 5: Saint-Sauveur-de-Montagut – Sisteron (193,5 km)

In de vijfde etappe kunnen de mannen voor het klassement wellicht wat energie sparen richting de komende dagen, al mogen ze ook zeker niet inkakken. Daarvoor is deze overgangsrit toch te verraderlijk. De renners verzamelen zich ’s ochtends in Saint-Sauver-de-Montagut, in de regio Ardèche, voor een vrij lange rit van 193,5 kilometer naar Sisteron. Dit is dan weer een vrij bekende finishplaats in de ‘Koers naar de Zon’.

De eerste tachtig kilometer zijn al bij al nog redelijk vlak, maar daarna volgen vier beklimmingen van derde categorie. De Col de la Pigière (2,6 km aan 5%) brengt de renners naar een hoogte van 968 meter, het hoogste punt van de etappe. Wat volgt, is een vrij lange en licht dalende prefinale, een eerste passage door Sisteron (met nog een klimmetje van 1 km aan 6%) en een lokale slotronde van tien kilometer.

Start: 11.55 uur
Finish: tussen 16.20 en 16.45 uur


Vrijdag 8 maart, Etappe 6: Sisteron – La Colle-sur-Loup (198,2 km)

In de zesde etappe van Sisteron naar La Colle-sur-Loup kan het werkelijk alle kanten op. Een strijd tussen de klassementsrenners, een dag voor de vluchters en zelfs een sprint met een kleine groep: het is allemaal mogelijk. Na de start in Sisteron volgt een niet al te uitdagend eerste koersuur, maar na ruim zestig kilometer zal dit drastisch veranderen, met drie beklimmingen die elkaar in rap tempo opvolgen.

Na het ronden van de Col des Lèques (6,6 km aan 5%), Col de Luens (6,8 km aan 4,7%) en Côte de la Blachette (2,9 km aan 5,5%) volgt een afdaling naar de voet van de volgende beklimming: de Col de Gourdon (6,3 km aan 4,3%). Na deze beklimming is het nog goed zestig kilometer naar de streep, maar het venijn zit hem overduidelijk in de staart. De zwaarste klim van de dag, moet namelijk nog komen.

Met nog ruim dertig kilometer te gaan vindt er al een eerste doorkomst plaats in La Colle-sur-Loup, maar finishen doen de renners dus nog niet. Nee, na het overschrijden van de finish begint de Côte de la Colle-sur-Loup. Dit is een heuse muur van 1,8 kilometer aan 10%, met stroken tot 19%. Daarna blijft de weg voor een zevental kilometer oplopen, gevolgd door een laatste klimmetje van 1 kilometer aan zo’n 7%.

Na deze klim, beginnen de renners aan een afdaling van 19 kilometer naar de finish in La Colle-sur-Loup. De slotkilometer loopt ook nog vervelend omhoog, aan een procent of vier. Wat we ook nog moeten vermelden: op de laatste klim, de Côte de la Colle-sur-Loup, liggen bonificatieseconden.

Start: 11.50 uur
Finish: tussen 16.20 en 16.45 uur


Zaterdag 9 maart, Etappe 7: Nice – Auron (173 km)

De voorlaatste etappe van Parijs-Nice kunnen we omdopen tot de koninginnenrit. In de eerste pakweg negentig kilometer is daar nog weinig van te merken, want na de start in Nice koersen de renners aanvankelijk nog over de vlakke Zuid-Franse wegen. Maar eenmaal in Lantosque beginnen de hoogtemeters zich op te stapelen, richting de top van de Col Saint-Martin (7,5 km aan 7,1%) van eerste categorie.

Vanaf de top gaat in het een ziedende vaart naar beneden, richting Saint-Sauveur-sur-Tinée, waarna de weg weer langzaam begint te stijgen. Na een sprint voor de bonificatieseconden in Isola volgt al vrij snel de slotklim. De beklimming naar wintersportdorp Auron is ruim zeven kilometer lang en gaat met een gemiddelde van 7,2% omhoog. In de voorlaatste kilometer zakken de percentages niet onder de 9%.

Start: 10.35 uur
Finish: tussen 14.55 en 15.25 uur


Zondag 10 maart, Etappe 8: Nice – Nice (109,3 km)

De voorlaatste rit naar Auron wordt gezien als de koninginnenrit, maar de slotetappe is misschien nog wel lastiger. Waarom? Omdat Parijs-Nice traditiegetrouw op de zondag eindigt met een korte en explosieve rit van en naar Nice, boordevol klimwerk. Vanuit Nice gaat de route eerst naar de Côte de Levens (6,1 km aan 4,9%), Côte de Châteauneuf (5,4 km aan 4,6%) en de Côte de Berre-les-Alpes (6,3 km aan 6%).

En dat is nog niet alles. De Côte de Peille (6,5 km aan 6,9%) – met de top op iets meer dan veertig kilometer van de finish – is de vierde beklimming van de dag. Daarna dalen de renners via La Turbie, dat boven het luxueuze Monaco ligt, af naar Nice – maar nog niet voor de finish. De route maakt nog een lus over de bekende Col d’Èze (maximaal 13%), die via een andere, kortere weg omhoog wordt gereden.

De Col d’Èze is meestal de belangrijkste scherprechter in de slotrit van Parijs-Nice, maar die eer is nu weggelegd voor de Col des Quatre Chemins, ook wel de Berg van de Vier Paden. Deze klim is 3,6 kilometer aan 8,8%, met een piek tot 16%. Na het ronden van de top is het nog maar negen kilometer, waarvan zeven in dalende lijn.

De laatste finishstreep is ook nu weer getrokken op de beroemde Promenade des Anglais. Hier weten we wie zich na acht dagen koers eindwinnaar mag noemen van Parijs-Nice.

Start: 12.05 uur
Finish: tussen 14.40 uur en 15.00 uur


Favorieten

De organisatie van Parijs-Nice mag ook nu zijn handen dichtknijpen met het deelnemersveld. De grote publiekstrekkers van de editie van 2023, Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, zijn er dit keer niet bij. Pogacar geeft in aanloop naar zijn eerste Giro d’Italia de voorkeur aan een alternatieve seizoensopbouw, zonder Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico. Vingegaard geeft dit jaar dan weer de voorkeur aan de De Koers van de Twee Zeeën.

Maar niet getreurd: met Remco Evenepoel en Primoz Roglic staan alsnog twee van de vier favorieten voor de komende Tour de France aan het vertrek in Les Mureaux. De verwachting is dat Parijs-Nice 2024 zal uitdraaien op een tweestrijd tussen deze twee kleppers, maar dat wil niet zeggen dat de concurrentie bij voorbaat kansloos is. Toppers als João Almeida, Mattias Skjelmose en Pello Bilbao kunnen wellicht profiteren van de voorspelde tweestrijd.

Voor Remco Evenepoel is Parijs-Nice de eerste écht belangrijke test – foto: Cor Vos

Maar we beginnen toch echt bij de twee grootste favorieten voor de eindoverwinning. Alleen: wie heeft nu de beste papieren om straks in Nice op het hoogste schavotje van het eindpodium te staan? Er valt voor beiden wel iets te zeggen, en de verschillen aan de top zijn klein, maar we schuiven toch Remco Evenepoel naar voren als de grootste kanshebber. Waarom? Omdat de Belg dit seizoen al de nodige koershardheid heeft opgedaan, en – ook niet onbelangrijk – al zeer succesvol was in de koersen die hij tot nu heeft gereden.

De Belgische kampioen kende een knallende entree, door na een solo van goed vijftig kilometer de Figueira Champions Classic op zijn naam te schrijven. De renner van Soudal Quick-Step trok de goede lijn vervolgens door met eindwinst in de Volta ao Algarve. Evenepoel kende met andere woorden de perfecte aanloop richting zijn eerste grote afspraak van 2024: Parijs-Nice. Er is hem veel aan gelegen om goed te presteren, aangezien Evenepoel deze ronde beschouwt als een eerste belangrijke test met het oog op zijn allereerste Tour de France.

Primoz Roglic maakt in Parijs-Nice zijn debuut voor BORA-hansgrohe – foto: Matthis Waetzel

Evenepoel is kortom gebrand op de eindzege en krijgt een geschikt parcours voorgeschoteld. Er is echter één maar: hij zal nog wel ‘even’ moeten afrekenen met Primož Roglič. De Sloveen begint zondag aan zijn seizoen en het is de vraag of hij nu al over een vormpeil beschikt, dat hem in staat stelt om Evenepoel te verslaan. We twijfelen echter niet aan zijn fysieke staat van paraatheid. Vorig jaar kende Roglic door een schouderblessure immers een verre van vlekkeloze winterperiode, maar stond hij er wel meteen met winst in Tirreno-Adriatico.

De 34-jarige wereldtopper heeft nog een belangrijke reden om goed uit te startblokken te schieten: het is tevens zijn eerste koers voor zijn nieuwe werkgever BORA-hansgrohe. De Duitse formatie heeft een flinke zak geld op tafel moeten leggen, om Roglic weg te halen bij Visma | Lease a Bike. De kopman in kwestie zal het vertrouwen zo snel mogelijk willen terugbetalen. Roglic – twee jaar geleden al eens de beste in Parijs-Nice – zal met tevredenheid hebben gekeken naar het routeboek: de vele explosieve etappes liggen hem als gegoten.

Evenepoel en Roglic zullen elkaar naar hartenlust bestoken in de ritten met het nodige klimwerk, maar de ploegentijdrit is misschien wel cruciaal in wie er straks (wellicht) vandoor gaat met de eindoverwinning. Met hardrijders Ilan Van Wilder, Yves Lampaert, Gianni Moscon, Mattia Cattaneo en Casper Pedersen in steun, zal de Belg niet met knikkende knieën beginnen aan de TTT. En Roglic? Die zal ook zeker geen modderfiguur slaan, aangezien hij zich kan optrekken aan Aleksandr Vlasov, Bob Jungels, Matteo Sobrero, Nico Denz en Danny van Poppel.

Matteo Jorgenson reed al zeer sterk in het Vlaamse Openingsweekend – foto: Cor Vos

In het Openingsweekend bleek er geen kruid gewassen tegen Visma | Lease a Bike. De Nederlandse formatie domineerde de eerste belangrijke voorjaarsafspraken, maar het zou ons verbazen mocht hetzelfde gebeuren in Parijs-Nice. De geel-zwarte brigade heeft namelijk niet de topfavoriet in haar rangen, maar dat neemt niet weg dat Wilco Kelderman en Matteo Jorgenson twee zeer capabele kopmannen zijn. Kelderman liet zich in dienst van Jonas Vingegaard al opmerken in O Gran Camiño, Jorgenson was een van de uitblinkers in de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne.

Zeg je Visma | Lease a Bike, dan zeg je al snel UAE Emirates. Vorig jaar stonden deze ploegen nog lijnrecht tegenover elkaar met kopmannen Vingegaard en Pogacar, nu rekent de formatie uit het Midden-Oosten op João Almeida , Jay Vine en in iets mindere mate Felix Großschartner en Marc Soler, die in 2018 de beste was in Parijs-Nice. Almeida kwam dit seizoen nog niet in actie, maar we twijfelen niet aan zijn staat van paraatheid. Met zijn capaciteiten moet hij een heel eind kunnen komen. Net als Vine overigens, maar na zijn inzinking in de UAE Tour is het toch even afwachten hoe het met de Aussie is gesteld.

Pello Bilbao was onlangs nog derde in de UAE Tour – foto: Cor Vos

Nu we toch in Oosterse sferen zitten: die andere ploeg uit het Midden-Oosten, Bahrain Victorious, brengt ook een bijzonder sterke ploeg aan het vertrek. Pello Bilbao en Santiago Buitrago zijn de kopmannen met dienst. De Spanjaard was onlangs nog derde in de UAE Tour, terwijl de Colombiaan dit seizoen al als tweede eindigde in de Ronde van Valencia. En dan vergeten we nog Jack Haig, die namens Bahrain Victorious ook een rugnummer zal opspelden voor deze koers. De Australiër deed vorig jaar ook mee aan Parijs-Nice en werd toen tiende in de eindafrekening.

Lidl-Trek hoopt met Mads Pedersen een vuist te kunnen maken in de wat vlakkere (sprint)etappes, maar de ambities van de Amerikaanse formatie reiken veel verder. Met Mattias Skjelmose zet de ploeg ook in op een goed eindklassement, en waarom niet het podium? De Deense kampioen hoopt na zijn doorbraakjaar in 2023 de goede lijn door te trekken, en te bevestigen dat hij een blijvertje is op het allerhoogste niveau. In Parijs-Nice krijgt Skjelmose een uitgelezen kans om zich te meten met wereldtoppers als Evenepoel en Roglic.

David Gaudu was vorig jaar nog een van de uitblinkers in Parijs-Nice – foto: Cor Vos

We zijn inmiddels aangekomen bij de outsiders. Jayco AlUla rekent op het Australische duo Luke Plapp-Chris Harper, Ion Izagirre is de kopman van Cofidis en Romain Bardet is de voornaamste klassementstroef van dsm-firmenich PostNL. Een renner die we daar nog iets boven plaatsen, is David Gaudu. De Fransman van Groupama-FDJ was vorig jaar nog tweede in Parijs-Nice, achter Pogacar, maar voor Vingegaard.

We noteren ook de namen van Felix Gall (Decathlon AG2R La Mondiale), Carlos Rodríguez, Egan Bernal en Laurens De Plus (INEOS Grenadiers), Alexey Lutsenko en Harold Tejada (Astana Qazaqstan), Rigoberto Urán (EF Education-EasyPost), Michael Storer (Tudor), Jakob Fuglsang (Israel-Premier Tech) en Pierre Latour (TotalEnergies).


Sprinters

Het is maar de vraag hoeveel ritten zullen eindigen in een sprint, maar onder de rappe mannen blijkt er toch heel wat animo om mee te doen aan Parijs-Nice. Een renner die de snelheid heeft om zich te plaatsen in een pure massasprint, maar zeker ook overweg kan met lastige parcoursen is Mads Pedersen. De Deen is als een ware wervelwind begonnen aan zijn seizoen en heeft al zes overwinningen op zak.

Zeges die hij bovendien allemaal wist te behalen op Franse bodem. Het belooft voor de komende dagen, maar Pedersen zal dan eerst wel nog even moeten afrekenen met enkele zeer snelle concurrenten. Dan denken we al snel aan Dylan Groenewegen (Jayco AlUla) en Fabio Jakobsen (dsm-firmenich PostNL). Twee renners die normaliter de zeges aaneen rijgen, maar dit seizoen wil het nog niet echt vlotten.

Mads Pedersen is voorlopig de zegekoning van 2024 – foto: Cor Vos

Knopen ze in Parijs-Nice weer aan met een broodnodige overwinning? De derde Nederlandse topsprinter, Olav Kooij, heeft geen last van dergelijke muizenissen. De nog altijd maar 22-jarige sprintkopman van Visma | Lease a Bike won recent nog een rit in de sterk bezette UAE Tour en zal dus met het nodige zelfvertrouwen van start gaan. Vorig jaar boekte hij in deze wedstrijd zijn (tot dan toe) grootste profzege.

Nu we het toch over Nederlandse sprinters hebben. Arvid de Kleijn is nog op zoek naar zijn eerste zege van 2024, maar de 29-jarige renner van Tudor is wel bijzonder goed op dreef. In de UAE Tour, waar vrijwel de gehele sprinttop van de partij was, was hij maar liefst drie keer tweede. Hij werd drie keer geklopt door Tim Merlier, maar de Belg is er – in tegenstelling tot vorig jaar – niet bij. Ligt de weg naar een zege nu open voor De Kleijn?

Zien we Olav Kooij weer zegevieren in Parijs-Nice? – foto: Cor Vos

We zijn er nog niet, want in een sprint moet je ook altijd rekening houden met Gerben Thijssen (Intermarché-Wanty), Bryan Coquard (Cofidis), Arnaud Démare (Arkéa-B&B Hotels), Sam Bennett (Decathlon AG2R La Mondiale), Arnaud De Lie (Lotto Dstny), Max Kanter (Astana Qazaqstan), Danny van Poppel (BORA-hansgrohe), Kaden Groves (Alpecin-Deceuninck), Michael Matthews (Jayco AlUla, als eventuele vervanger van Groenewegen) en Pascal Ackermann (Israel-Premier Tech).


Favorieten volgens WielerFlits
**** Remco Evenepoel
*** Primož Roglič, João Almeida
** Aleksandr Vlasov, Mattias Skjelmose, Pello Bilbao
* David Gaudu, Matteo Jorgenson, Wilco Kelderman, Santiago Buitrago

Website organisatie
Deelnemerslijst (WielerFlits)


Weer en TV

De ‘Koers naar de Zon’ doet zijn bijnaam dit jaar niet echt eer aan, want van zonnige omstandigheden is geen sprake. Zondag lijkt het nog wel (grotendeels) droog te blijven tijdens de openingsrit, maar in de daaropvolgende dagen is het wisselvalligheid troef. Droge periodes worden afgewisseld met regenbuien. De temperatuur zal ’s middags ook niet uitkomen boven de twaalf graden.

De 82ste editie van Parijs-Nice is ook dit jaar weer live te volgen via Eurosport 1 en de online kanalen van Eurosport.nl en Discovery+. Sporza zal op VRT 1 ook dagelijks verslag doen van de wedstrijd. Bekijk de precieze uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.